door webQuakers | mrt 28, 2022 | Geloven en werken
Omdat Quakers een ondogmatische geloofsgemeenschap vormen, is de
verwoording van de betekenis die Jezus in het persoonlijk leven van
Quakers inneemt zeer verscheiden.
De betekenis van Jezus van Nazareth
wordt in Quakerkringen aangegeven met uiteenlopende theologische
noties. George Fox zei: “Christus zegt dit en de apostelen zeggen dit,
maar wat kan jij zeggen? Ben jij een kind van het Licht en heb jij in
het Licht gewandeld? En wat je zegt is dat een ingeving van God?” [1]
Daarmee wil hij zeggen dat geloven niet gegrondvest is op het nazeggen
van woorden of godsdienstige teksten, maar dat het Bijbelse verhaal over
Jezus pas tot zijn recht komt als wij daarover kunnen spreken vanuit
het inwaartse Licht. In de Quakertraditie streven wij ernaar de
aanmaning “Wees spaarzaam met je woorden”[2]
ter harte te nemen. Als onze woordenstroom tot staan komt zwijgt de
oude wereld en kan de nieuwe wereld geboren worden. De Quaker traditie
maakt ons<\p>
duidelijk dat de mystieke ervaring in de
stilte ons niet alleen tot hoorders van het woord gaat maken maar ons
ook er toe kan brengen ons ernaar te gedragen [3].
Of met de woorden van William Penn: ‘Ware heiligheid keert mensen niet
van de wereld af, maar stelt ze in staat daarin een beter leven te
leiden en wekt hen op pogingen te ondernemen deze te verbeteren.’[4]
Het verhaal van Jezus’ leven wijst een weg hoe wij God in ons leven
kunnen verstaan en antwoorden. Wij proberen zijn voorbeeld steeds voor
ogen te houden. Zijn leer wordt voor ons het kernachtigst samengevat in
Mattheüs 5 en 6 – de Bergrede.
In Mattheüs 18:20 lezen we:
‘Want daar waar twee of drie mensen in mijn naam bij elkaar zijn, ben ik zelf in hun midden’ (Statenvertaling).
En in Johannes 15:13-17:
‘Mijn opdracht aan jullie is: heb elkaar
lief, zoals ik jullie heb liefgehad. Je kunt je vrienden niet méér
liefhebben dan wanneer je je leven voor hen geeft. En jullie zijn mijn
vrienden, als je doet wat ik je opdraag. Ik noem jullie niet langer
knechten, want een knecht weet niet wat zijn heer doet. Nee, ik noem
jullie vrienden, omdat ik jullie alles heb bekend gemaakt wat ik van
mijn Vader gehoord heb. Jullie hebben niet mij, maar ik heb jullie
uitgekozen, en ik heb jullie opgedragen erop uit te gaan.
Jullie moeten vrucht dragen en je opbrengst aan vruchten niet verloren laten gaan.’
Ik heb jullie mijn Vrienden genoemd. Van wie zijn wij dus
eigenlijk als Vrienden vrienden? Zijn wij altijd Zijn Vrienden? Nee,
kennelijk alleen zolang wij vanuit dat medeweten (ik heb jullie alles
bekend gemaakt, weet dus wat je doet) proberen te doen wat Hij ons
opdraagt en voorleeft: God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf.
Kees Nieuwerth, 1986
Want de geboorte van Jezus is geen nuchter feit.
Laten wij toch beseffen
dat de Schrijvers van de kerstverhalen zo overtuigd waren van het
wonderbare, het eenmalige van Jezus, dat zij zijn geboorte niet anders
konden zien dan als een wonder en dat zij in hun eenvoud het Wonder dat
Jezus heet in stoffelijke en zichtbare beelden
beschreven en zich ermee omringden omdat zij voor de geestelijke
werkelijkheid van God in Jezus geen woorden wisten.
Anton Kalff, 1988
Kerstfeest is en blijft een ingewikkeld feest. Het roept bij veel
mensen tegenstrijdige gevoelens op….Misschien symboliseert het
kerstverhaal een oerdroom van mensen. In gedachten zien we de kerststal.
In de stal wordt een kind geboren. De meeste kinderen die in deze
nacht ter wereld komen, zullen neergelegd worden in een voerbak, een
sinaasappelkistje of op wat bananenbladeren in een hut. Dat merkt het
kind niet, het slaapt en droomt toch wel. Maar ieder mensenkind dat
geboren wordt vervult onze ziel met hoop. En het herinnert ons aan het
kind dat wij waren, dat wij zijn.
…Dromen maken ons weerbaar tegen het kwaad in de wereld. Zo reëel en nuchter is de droom van kerstmis.
Henk Ubas, 1992
Dat de Schepping nochtans niet af is, komt omdat God de mens mede zelf de voltooiing in handen heeft gegeven,
zoals uit het door Jezus gegeven voorbeeld is af te leiden. Jezus is in
dit opzicht als een baken in zee en als een wijzer op je weg, de weg
naar Gods Koninkrijk, een koninkrijk waarin de ander anders is.
Henk Ubas, 1996
Wat mij inspireert en sterk vasthoudt, is de kracht van de
levende Geest, de universele Christus, die in alle mensen aanwezig is,
en die alle verschillen tussen religies overstijgt. Die kracht was
overduidelijk de inspiratie van de historische Jezus, en in die zin is
Jezus’ leer voor mij persoonlijk enorm belangrijk
Irene Visser, 2002.
Terug naar inhoudsopgave
<== Vorige: 3.6 Quakers en hun visie op de Bijbel
Volgende: 3.8 Houding ten aanzien van geloofsbelijdenissen ==>
door webQuakers | mrt 27, 2022 | Geloven en werken
Ons Genootschap is meer dan een willekeurige groep mensen die
regelmatig bij elkaar komt. We komen samen omdat we geloven dat, wanneer
we in de Stille Samenkomst in de Geest verenigd zijn, we in staat zijn
tot meer helderheid van visie dan mogelijk is voor ons als individuen.
Gedurende
de geschiedenis van het Religieus Genootschap der Vrienden hebben we
ervaren dat het voor ieder van ons mogelijk is op wat voor tijdstip in
het leven dan ook, een sterke, innerlijke roeping te voelen om een
bepaalde taak of dienst uit te voeren. Deze roeping wordt gekenmerkt
door een gevoel door God geroepen te zijn en dat het geboden is om op
grond daarvan te handelen.
Al heel vroeg in het leven van ons
Genootschap werd duidelijk dat een minimale vorm van structuur en gezag
nodig zijn om de authenticiteit van een roeping te testen. Uit de
wereldgeschiedenis kennen we maar al te goed het gevaar dat er in naam
van God wordt gehandeld zonder dat die roeping wordt getoetst.
Vrienden
die zich geroepen voelen om iets onder de morele of financiële
verantwoorde- lijkheid van ons Genootschap te doen, wordt gevraagd dit
ter beoordeling voor te leggen aan hun lokale groep. Dit is een
uitdrukking van wederzijdse verplichtingen: die van de Vriend om de
roeping te toetsen aan de plaatselijke groep en die van de groep om
samen Gods leiding te zoeken en tot een besluit te komen. Een echte
roeping is een gave Gods. De Vriend die geroepen is weet door een
innerlijke ervaring dat er iets is dat de Geest van hem of haar
verlangt, hoe vreemd en hoe onzeker dat vanuit onze menselijke
waarneming eerst mag lijken. Wanneer de roeping aan de plaatselijke
groep wordt voorgelegd is er gelegenheid tot het stellen van vragen en
voor verdere verheldering. Terwijl de roeping door de groep overwogen
wordt, is het de gewoonte dat de Vriend die zich geroepen voelt zich
terugtrekt uit de beraadslaging.
Als de roeping erkend wordt door de
groep, krijgt de Vriend die zich geroepen voelt een bevestiging in de
vorm van een ‘Minuut’, waarmee de roeping voorgelegd kan worden aan
andere Quaker organisaties waar dat nodig is. Acties, getuigenissen of
projecten mogen immers alleen uitgevoerd worden in naam van de Quakers
met toestemming van de plaat- selijke groep of Jaarvergadering waarvan
de Vriend lid is.
Want mijn waarde Vrienden, wij zijn niet geroepen om onszelf te
dienen en onze eigen zin en wil te volgen, maar om de Heer te dienen,
zijn wil onderworpen te zijn en hem in zijn Licht na te volgen. Elizabeth Hendriks, 1683.
In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 535
Toen besefte ik opnieuw de betekenis van de
drie woorden ‘Uw wil geschiede’, die me laatst op een meeting als een
voor mij nieuwe goddelijke waarheid werd geopenbaard; niet passief
gedacht, maar actief; niet het fatalistische “ja, ik moet het leven
aanvaarden zoals het is, ik kan er tóch niets aan doen’, maar bereid
zijn om alles te doen wat God van je vraagt, in ruil voor alles, wat Hij
je schenkt.
Laura van der Hoek, 1936
Ook wie bereid is het Licht in alle opzichten te volgen, kan
tastend zijn weg moeten gaan. Niet omdat het Licht zelf onzeker is, maar
omdat diegene nog niet voldoende geoefend is in het ontvangen van het
Licht.
Dina van Dalfsen, 1936.
Het laboratorium waarin de Quaker experimenteert is
het leven van alledag. In driehonderd jaar hebben Vrienden hun geloof
in het innerlijk Licht getest en bewezen gezien.
Quaker zijn betekent
niet alleen mystiek opgaan in God, maar betekent in het dagelijks leven
verantwoordelijkheid voelen voor alle eisen die de Bergrede ons stelt.
Manfred Pollatz, 1936, overgenomen uit Der Quaeker, mei 1975.
Het Quakerisme is een vorm, een uiting van Christelijk
geloofsleven, die het verstaan van gees- telijke opdrachten haast
onbelemmerd mogelijk maakt. Ik zeg ‘haast’ omdat wij toch altijd tot op
zekere hoogte onszelf in de weg staan, er zelden in slagen ons geheel
over te geven.
Als dat eens het geval was dan zouden wij werkelijk de bergen der onoverkomelijkheden kunnen verzetten.
Wij schijnen een enkele keer daarin te kunnen slagen en dan beseffen wij hoezeer overgave en gehoorzaamheid, stil zijn en luisterend vermogen onmisbaar zijn om God in ons te laten werken.
Jim Lieftinck, 1938.
Het komt voor dat mensen zich verbeelden iets te horen wat
achteraf niet de stem van God blijkt geweest te zijn. Het gevaar van dit
subjectivisme is het grootst bij de enkeling. Daarom hebben wij
Vrienden dan ook de mooie controle van het groepsleven. Daardoor blijft er geen plaats voor individuele eigenwil.
Karl Heinz Pollatz, 1939.
In onze wijdingssamenkomst leren we begrijpen dat een leven dat
waarlijk onder Gods leiding staat een leven moet zijn, eenvoudig en
geordend. Geordend van binnenuit.
Het leven van een Quaker groep komt
voort uit het gemeenschappelijke ervaren van Gods aanwezigheid in de
wijdingssamenkomst. Wij geloven dat die ervaringen van dezelfde aard
zijn als die welke in de Bijbel beschreven zijn. Dat betekent ook dat
net als toen ook aan ons een opdracht gegeven wordt die we moeten
uitvoeren in de wereld.
In de loop van de geschiedenis zijn er enkele
sprekende voorbeelden geweest van Quakers die door hun roeping te volgen
bijgedragen hebben tot veranderingen in het gehele maatschappe- lijke
leven. Een daarvan is de strijd tegen de slavernij, die weer nauw
verband hield met het vredesgetuigenis.
Alles tezamen genomen geloof ik dat wij vooral nuchter moeten blijven en beseffen dat het werk dat ons te doen staat niet noodzakelijkerwijs spectaculair hoeft te zijn. Het hoeft even-
min altijd juist in of samen met onze (kleine) Quaker groep gedaan te
worden om een teken te zijn van het leven van die groep.
Mien Schreuder, 1960.
Als we naar elkaar luisteren en in stilte kunnen horen waar de woorden vandaan komen,
weten we dat we hoe zeer onze wegen uiteen lopen, samen voort
kunnen gaan in een enkele richting terwijl we in onze woorden en in ons
leven de liefde van Christus verkondigen die uit gaat naar en aan het
werk is in het hart van ieder levend mens.
Piet Engelsman, geciteerd door Marianne Boelsma en Pieter Ketner, 1992
Ik realiseer me, al mijmerend in de trein naar huis, hoe traditie
en organisatie altijd een geweldig gevaar voor ons ‘geloven en handelen
uit ervaring’ vormen. Ook in ons Genootschap misbruiken we soms onze
traditie en organisatorische beperktheid om elkaars bevlogenheid de kop
in te drukken. Zijn we misschien bang om door bevlogenheid van anderen
geconfronteerd te worden met onze eigen geestelijke
zelfgenoegzaamheid?…..
Ik blijf hopen dat we samen als Vrienden in
een geloofsgemeenschap meer kunnen betekenen voor die wereld dan we elk
voor onszelf kunnen.
Hans Weening, 1993.
Terug naar inhoudsopgave
<== Vorige:3.4 – Getuigenissen
Volgende: 3.6 Quakers en hun visie op de Bijbel ==>
door webQuakers | mrt 27, 2022 | Geloven en werken
De eerste Vrienden voelden al aan dat één Stille Samenkomst per week te weinig is voor het geloofs- en gemeenschapsleven. Daarom kwamen de Vrienden vroeger ook midden in de week samen voor een wijdingssamenkomst.
Tegenwoordig is er slechts één dienst per week en zelfs dan is lang niet iedereen in staat die elke zondag bij te wonen.
De leiding van het Licht dringt zich, in tegenstelling tot de
(ver)leiding van de wereld en het ego, niet op aan de mens, maar moet
actief gezocht worden. Daarom is het belangrijk om God te zoeken in
momenten van stilte en inkeer.
Dat kan op vele manieren. Hiervoor zal
de één zich terugtrekken in de natuur, terwijl de ander gewoon in
stilte gaat zitten. Weer anderen zullen de Bijbel pakken of een ander
inspirerend boek, om van daaruit de weg gewaar te worden die men heeft
te gaan of om zich dichter bij God te voelen. Ook de Overwegingen en Vragen (zie hoofdstuk 10) kunnen als hulpmiddel worden gebruikt om het eigen leven tegen het Licht te houden.
Door afstand te nemen van zichzelf en als ‘buitenstaander’ het eigen
functioneren te beschouwen komt men tot dieper inzicht in innerlijke
roerselen en motieven. Zo kan men zich door inkeer niet alleen boven het
alledaagse verheffen, maar ook tot zelfonderzoek komen. Het zoeken naar
het Licht brengt ons vaak op de goede weg. Wij ontdekken wie wij zelf
zijn en krijgen steun om ons te helpen in waarachtigheid te leven vanuit
“het Licht dat ieder mens verlicht”.
De momenten van stilte en inkeer wekken op onnaspeurbare wijze het
verlangen in ons naar het Koninkrijk van Vrede en stimuleren ons de
medemens als partner en niet als hinderpaal of tegenstrever te zien. Een
actief individueel geloofsleven en de gezamenlijke Stille Samenkomst
versterken elkaar in hun positieve invloed op de kwaliteit van leven van
het individu en op dat van de gemeenschap als geheel.
‘Laat af en wordt je bewust dat ik God ben’
Psalm 46, vers 11
Judith, een zeer bijzondere en begaafde vrouw, die van
Doopsgezind Quaker was geworden en tot haar dood in 1664 alle
Quakergroepen in ons land o.a. in Alkmaar, Haarlem, Leiden, Rotterdam
geregeld bezocht schreef eens: “…en als gij te eniger tijd weinig
opwekking gevoelt, denkt dan niet dat God zich niet om u bekommert; maar
keer in tot u zelf, tot het zuivere Licht, en laat dit uw rustpunt
zijn. Dan kan het wezen dat gij de oorzaak zult ontdekken waarom het
besef van de Tegenwoordigheid van God u tijdelijk had verlaten, zodat
gij, de oorzaak daarvan verwijderende, God weer zult beleven tot uw
eigen vertroosting.” Judith Zinspenning, 1660-er jaren.
Wacht niet alleen dagelijks mijn dierbare Vrienden, maar wacht
zelfs alle uren op God. Ach, hoe dikwijls spreekt David van het wachten
op God? (….)Vertrek daarom naar uw heilige binnenkamers, zijn Stilte, en
de Heer zal u troostend toespreken.
Gezegend zijn degenen die op hem wachten.
William Penn, 1677.
In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 66
Alleen wie zelf stil kán zijn, kan het zelf beleven van
“God-verwachtende stilte” doormaken. Wel is een ieder ertoe instaat,
doch velen komen slechts zelden tot het beleven van deze Godgewijde
stilte, en soms wordt deze stilte niet als zodanig herkend door de
persoon die ze beleeft. Wij moeten onszelf op dat punt waakzaam houden,
ja het met ernst zoeken d.w.z. het rumoer weten te ontgaan.
Daan Daamen, 1938
Laten wij het vooral aandurven, stil te zijn, niet alleen in de
wijdingssamenkomst, maar ook in onze eigen kamer, en om tijd te hebben
voor een gebed.
Lyd van Andel, 1957.
Wat gebeurt er in het heelal?
Ignatius van Loyola heeft eens gezegd:
“Ik kom van God, behoor aan God, en ik ga naar God terug”.
Deze drie getuigenissen zijn excellente onderwerpen voor een meditatie.
Zij veronderstellen wat alle christelijke gebeden veronderstellen: dat wij niet bidden in een vacuüm.
Als ik bid is het meest belangrijke dat ik tot die diepe innerlijke realisatie kom van wat er plaatsvindt in de kosmos.
Er is een proces van kostbare verzoening gaande in het hier en nu.
Het
bevestigt dat God de grond van ons bestaan is en dat Hij de liefdevolle
helper is voor iedere man en vrouw die in deze wereld komt.
God kwam
tot ons zichtbaar in de persoon van Jezus Christus. Dat gaat nog steeds
door. Deze bevrijdende liefde kan elke scheiding verzoenen, elke
tweedracht, elke onenigheid. Wanneer ik bid, begin ik niet met dat
proces. Dat is reeds aanwezig, dat zette mij aan tot bidden.
“Je zou mij niet zoeken, als je mij niet reeds gevonden had.”
Wanneer
ik bid, ontwaak ik, ik luister en ontdek dat het vertrouwen in mijn
gebed opgenomen werd in een kracht machtiger dan ik mij had kunnen
voorstellen, als ik dat niet zelf ervaren had. Douglas Steere in: ‘Prayer in the Contemporary World”
Bidden is jezelf relativeren. Leven kan bidden zijn als je voldoende ruimte laat voor zelfrelativering, voor spel.
Een bijdrage in de wijdingssamenkomst tijdens de Algemene Vergadering, 1998
Spiritueel leven betekent: leven vanuit je hart, je geest, je
lichaam, je omgeving – vanuit een heelheid. ‘Ik kwam zodat zij zouden
leven’, zo zegt Jezus, ‘zodat zij ten volle zouden leven’ ( Joh. 10:10).
Zo vormt spiritualiteit de weg naar heelheid van mensen, natuur, milieu, van de Schepping. Henk Ubas, 2000
Terug naar inhoudsopgave
<== Vorige: 3.2 Bijzondere stille samenkomst
Volgende: 3.4 Getuigenissen==>
door webQuakers | mrt 27, 2022 | Geloven en werken
Centraal in het leven van het Religieus Genootschap der Vrienden
staat het gemeenschappelijk zoeken naar de ervaring van het Inwaartse
Licht. De Vrienden komen regelmatig bij elkaar (meestal op
zondagochtend) om samen in stilte te wachten op die ontmoeting met God.
De samenkomsten kunnen een bepaalde orde van dienst volgen (een
geprogrammeerde samenkomst) of verlopen zonder enige vooraf bepaalde
inhoud (een ongeprogrammeerde samenkomst). Daarnaast is er onder Quakers
wereldwijd grote verscheidenheid in de mate waarin de stilte een rol
speelt. In Nederland worden op dit moment alleen ongeprogrammeerde
Quaker samenkomsten gehouden. Daarom beperken wij ons hier tot deze vorm
van samenkomst.
De samenkomst staat open voor iedereen, maar het is goed om erbij
stil te staan dat zij niet bedoeld is als een op zichzelf staande
activiteit: de stille samenkomst maakt deel uit van de weg die de
Vrienden willen gaan.
Vrienden hebben door de eeuwen heen ervaren dat
allen die zich in de Quaker samenkomst openstellen voor het Inwaartse
Licht, zich persoonlijk of als groep door God geleid kunnen voelen. God
kan alleen gekend worden door de manier waarop Hij zich in de mens
openbaart. Soms dringt deze openbaring tot ons door, soms niet. Maar ook
degene die niets van deze openbaring beleeft kan aan de samenkomst een
belangrijke bijdrage leveren door zijn/haar (stille) aanwezigheid en die
de samenkomst verdiept.
De vorm van de samenkomst
De vorm van de Quaker samenkomst is eenvoudig. Elke plek is geschikt.
De inrichting van de plek van samenkomst en de manier waarop de
samenkomst precies verloopt zijn afhankelijk van de afspraken die
daarover binnen de lokale groep zijn gemaakt. Bij binnenkomst word je
begroet door een verwelkomende Vriend. De samenkomst begint wanneer de
eerste deelnemer heeft plaatsgenomen. Het einde van de samenkomst wordt
aangegeven door een daartoe van tevoren bepaalde Vriend, die gaat staan
en zijn/haar buren een hand geeft, waarop iedereen dat doet. Gewoonlijk
duurt een stille Quaker samenkomst ongeveer een uur.
Gesproken of gezongen bijdragen
Eén van de aanwezigen kan de inspiratie die in de samenkomst wordt
ervaren onder woorden brengen en met de anderen delen. Deze persoon gaat
dan staan, verwoordt kort en bondig wat hij of zij te zeggen heeft en
gaat weer zitten. Vrienden geloven dat God door ieder mens kan spreken
en dat iedereen toegang heeft tot God. Vrienden hechten er waarde aan
dat ieder spreken een uitdrukking is van wat men zelf in het hart of
leven ervaart
of heeft ervaren. Na elke bijdrage zijn we weer een
tijdje stil om de woorden goed tot ons door te laten dringen. Omdat
iedereen probeert iets te vertolken van wat er diep in hem/ haar leeft
is het niet de bedoeling dat anderen daar in hun bijdragen, op wat voor
manier ook, commentaar op leveren.
Wat doet iedereen in die stilte?
George Fox raadt ons voor de Quaker-samenkomst het volgende aan: ‘Wees
rustig en kalm in hart en ziel. Laat je eigen gedachten los. Dan zul je
ervaren hoe de goddelijke levensbron in jou je geest tot God zal
richten. Daardoor zul je zijn kracht ontvangen en de vitaliteit om elke
zware storm, orkaan en tegenwind tot bedaren te brengen. Laat daarom een
moment je eigen gedachten, je eigen streven, zoeken, verlangen en
voorstellingen los. Rust in de goddelijke levensbron in jou om je geest
in God zelf tot rust te laten komen en hem nabij te komen. Dan zul je
kracht van hem ontvangen en ontdekken dat hij jou in moeilijke tijden,
in tijden van nood, tot hulp zal zijn; dat hij een God is die jou altijd
nabij blijft’.
Vrienden zoeken hierbij ieder hun eigen weg, in het vertrouwen dat het Inwaartse Licht hen hierbij te hulp komt.
Maar
het is wel een gemeenschappelijk zoeken, een “samen op weg”, zodat wij
elkaar en God ontmoeten in de Stilte. Als dit werkelijk plaatsvindt
spreken we van een ‘in de geest verenigde samenkomst’.
De in de geest ”verenigde” samenkomst
Het komt soms voor dat de stilte haast tastbaar wordt. Alle behoefte
aan woorden is verdwenen. Op die momenten kunnen de aanwezigen het
gevoel hebben dat ze wezenlijk in het Licht met elkaar verbonden zijn.
Een gevoel dat we met verwondering en dankbaarheid ervaren, een teken
van liefdevolle eenheid.
Die verbondenheid kan ook naar voren komen doordat iemand iets zegt,
soms een enkel zinnetje, waarvan een van de aanwezigen het gevoel heeft
dat deze bijdrage net het troostende, verlossende woord was waar hij of
zij behoefte aan had.
Voorbereiding op de Stille Samenkomst
Voorbereiding op de Quakersamenkomst betekent dat we zorgen dat we er
met de juiste geestesgesteldheid aan beginnen. Dat kan bereikt worden
door ook gedurende de week de stilte of de verdieping te zoeken. In de
ongeprogrammeerde traditie is het niet gebruikelijk dat iemand een
bijdrage thuis voorbereidt, maar het kan wel. Toch zal de beslissing om
deze bijdrage ook werkelijk te leveren pas genomen kunnen worden in de
Quaker samenkomst zelf, omdat alleen daar ervaren kan worden of die
bijdrage bij het gevoelen van de samenkomst past.
…Wanneer iemand toelaat dat hij van slaap in de samenkomst overwonnen wordt dan verliest hij het gevoel van de kracht Gods.
Stephen Crisp, 1669. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 629
Dit stille wachten wordt niet bereikt, noch begrepen, wanneer wij
niet bereid zijn onze eigen wijsheid en wil opzij te zetten en ons
volledig aan God te onderwerpen. De mens handelt zodoende niet zozeer
zelf, maar wordt tot handelen gebracht door het Licht. In onze stille
samenkomst heeft ieder zodoende deel aan de vernieuwing en versterking
van de gemeenschap en de ‘communie’ met allen. Dus zien wij het als een
plicht bijeen te komen, waarbij het de verantwoordelijkheid van ieder en
allen is te wachten op God. Geleidelijk terugkerend vanuit onze eigen
gedachten en beslommeringen ervaren wij dan dat het een bijeenkomst is
in zijn Naam, waar Hij temidden van ons is, zoals Hij heeft beloofd.
Robert Barclay, (1676 Proposition XI in Apology)
Wanneer gij tot uw Vergaderingen komt, zit dan in
stilzwijgendheid, rustend van uw eigen willen en lopen en wachtend op de
Heer, met uw gemoederen in het Licht bevestigd waarmee Christus u
verlicht heeft, totdat de Heer zijn leven op u ademt, u
verkwikt, u voorbereid en uw geesten en zielen opwekt om u bekwaam te
maken voor een zuivere en geestelijke offerande. William Penn, 1677. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 29
Om nu en dan met het volk des Heren op hem te wachten en om tot
stilheid te komen uit de vele bezigheden die in de wereld zijn en in
stilzwijgendheid te wachten om de ontspringing van het leven en de
kracht Gods in het innerlijk te voelen.
Elizabeth Hendriks, 1683. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam , 1684, blz. 538.
Zij geloven, dat in de stille tijd, dat zij samen zijn, zij
gezamenlijk iets vinden, dat zij alleen niet gevonden zouden hebben. Dat
is ‘the seed’, het zaad van het goede, dat in ieder mens, zonder enig
onderscheid, is verborgen.. De moeilijkheid is dat het leven zo druk is,
zo lawaaiig!….Ook in het overdrachtelijke, in het geestelijke is dat
het geval. De Quakers zijn mensen, die gezamenlijk even stil staan in
dit drukke leven; die gezamenlijk stil zijn en zich rekenschap willen
geven van hun eigen stuk eeuwigheid; van hun gezamenlijk stuk
eeuwigheid.
Corry Laman Trip, 1935.
Datgene dat wellicht het diepste en het wezenlijkste is bij de
Quakers is de zwijgende samen- komst. Het is het sterkste en meest
broze, wij laten het leven van alledag in ons wegzinken om het eeuwige
deelachtig te worden en voelen dat deze werkelijkheid dieper, rijker,
waarachtiger wordt.. Zijn er nog woorden nodig om duidelijk te maken wat
de dragende gemeenschap der Vrienden in de zwijgende samenkomst
betekent? Waarom hier iets aanwezig is, dat ons ver boven het
individuele gebed uit heft?
Manfred Pollatz, 1936
Het woord Inwaarts duidt een beweging aan, evenals er in het
woord voorwaarts, opwaarts, neerwaarts, achterwaarts zit. Het is een
dynamisch woord.
Het Licht is inwaarts. Het zoekt ons, het vindt ons, het verlicht ons, het verwarmt ons. Het is
ook voorwaarts, naar de wereld toe. Het is ook achterwaarts: Terug als
je te ver verkeerd gelopen bent. En neerwaarts, als je je zelf op een te
hoog voetstuk hebt gezet, en denkt dat je het zelf wel allemaal alleen
kan doen, zonder het Licht, buiten het Licht om.
Dina van Dalfsen, In: Het inwaartse Licht bij de Quakers, 1940.
Een persoonlijke getuigenis, hoe aarzelend en onbeholpen geuit,
maar ontsproten aan ter plaatse gevonden contact met God, kan het niveau
van een wijdingssamenkomst onverwacht verhogen. Door zulk een verhoging
(die ook zonder een gesproken getuigenis tot stand kan komen) gaat de
verwachting over in beleving van eenheid. Het deelhebben aan deze
collec- tieve ervaring is niet de enige gave die de wijdingssamenkomst
in haar schoot bergt. Daarvan weten mensen mee te spreken die in de
wijdingssamenkomst een individuele zegen mochten ontvangen. Niet altijd,
slechts zelden dringt dit tot derden door. Deze individuele ervaring
wordt meestal, als een heilsgeheimenis in de stilte bewaard.
Piet A. Kappers, 1956 .
In iedere bijeenkomst, waar mensen samenkomen om God te zoeken,
is het goed zijn. De essentiële waarde van iedere samenkomst wordt
bepaald door de God- gerichtheid ervan. Daarom betreur ik in mijn
gescheidenheid van u allen vooral dit: dat ik vrijwel nooit een
wijdingssamenkomst meemaak. Daar immers zoeken wij, tezamen en als
Vrienden, God in de stilte.
Eg van Meer, 1957.
Het was deze stille meeting, in alle ongetrainde onvolkomenheid
soms, die ons hart bleef trekken. Want daarin vielen woordschermen weg,
die ons in ons traditionele milieu zochten te omhullen. Voor ons, en dit
is wellicht uitsluitend een karakteruitkomst en zeker geen verdien-
ste, sprak Gods stem onverhulder in deze stilte. Zodat we in een gewone
kerkdienst meestal het begin, een lied, een Bijbelwoord, een preekbegin,
konden opnemen en daarmee zelf een lijn volgden om met schrik aan ’t
eind te merken dat we zelf een preek gedacht hadden.
Rien en Rieke Buter, 1960
Het laatste punt, misschien het belangrijkste, is het feit, dat
het Quakerisme “moeilijk” is. Is het niet veel eenvoudiger om een
voorganger te hebben, die bemiddelaar is tussen God en de men- sen? De
voorganger kan zeggen wat hij mag en niet mag. De Quaker moet het voor
zichzelf uitmaken. Van leden zelf wordt veel meer geëist. Er is een
zekere “mental training” voor nodig. Ik denk hierbij in de eerste plaats
aan de ‘meeting’. De meeste mensen zullen hier in het begin veel moeite
mee hebben. Het zal een hele tijd duren eer dat de meeting werkelijk
iets voor hen betekent.
Frans Ketner, 1960.
Indien wij het voorbeeld van Jezus navolgen, zal dat
ons brengen tot een ijverig zoeken naar meer klaarheid, meer kennis en
meer beleving van onze verantwoordelijkheid ten opzichte van het leven.
Een dergelijk antwoord op het voorbeeld van Jezus vinden wij van meer
belang dan betuigingen van ons geloof in hem. Door in stilte naar God te
luisteren en door spontaan deel te nemen aan onze erediensten ontdekken
we de kracht om antwoord te geven aan God, die in ons en in
onze naaste en in de wereld is. Indien wij willen voorkomen dat ons
leven zo wordt ingenomen door andere dingen dat wij aan dat antwoord aan
God niet meer toeko- men, moeten wij soberheid gaan betrachten.
Groep jonge Quakers, 1960.
Wij moeten leren onderscheiden tussen onze eigen ideeën en de
innerlijke leiding. Wij moeten ontdekken wat het verschil is tussen: dit
doe ik, omdat ik zie dat het nuttig en nodig is, en: ik begrijp dit
niet, maar ik waag het er mee, omdat ik dit gevoel herken en ondervonden
heb dat God mijn weg effent als ik het volg.
Dina van Dalfsen, 1965
Er zijn naar mijn overtuiging vele wegen die kunnen leiden tot een ontmoeting tussen God
en
de mens. Een van deze wegen is het “stil-zijn” waarbij de mens zich,
alleen of samen met anderen, openstelt voor “dat van God ín hem”. En
waarbij hij bidt en God vraagt om inzicht en kracht bij zijn pogen Gods
opdracht in zijn levenswijze gestalte te geven. Zij die deze weg
bewandelen worden Quakers genoemd. Ik ben Quaker! Mijn ontmoetingen met
God waren nooit zo intiem, zo intens, dan de keren dat zij plaats
mochten vinden tijdens een meeting waarin ik bewust mijzelf openstelde
voor Hem in eerbiedig stil-zijn. Ik heb daarbij nooit Gods stem gehoord
noch zijn beeltenis voor ogen gehad, maar ik heb vaak Gods aanwezigheid
op een niet te beschrijven wijze ervaren. Zijn wil begrepen, Zijn kracht
ontvangen die me in staat stelde Zijn opdracht te aanvaarden. Ook heb
ik somtijds in de houding of in de uiting van vrienden, met wie ik in
een uur van stilte mocht samenzijn, hún ontmoeting met God herkend,
voelend hoe Gods liefde in hen was.
Ton Bosman, 1972
God is liefde, lezen we in de brief van Johannes, en wie in de
liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Indien er iets van
liefde in ons blijft kunnen wij niet helemaal verdwalen. De stilte en de
innerlijke eenzaamheid is voorwaarde voor het contact met dat van God.
Onze wijdingssamenkomsten kunnen ons helpen deel te hebben aan het leven
van de stilte. Onze houding moet een verwachtende houding zijn, op het
innerlijke gericht. Dit houdt in, dat ik eerder passief in het leven
sta, dan actief.
Adolf Woldendorp, 1972
Je bent een Quaker, je hebt gekozen, je weet dat je in een
Quakermeeting met anderen God kunt vinden. Dat samenzijn is een
scheppende bron, daar is meer aanwezig dan wat men met ogen kan zien.
Daaruit ontstaat de verantwoordelijkheid voor de ander, voor opdrachten
in de buitenwereld.
Miep Lieftinck, 1982
‘Mirembe’ – ‘ Ik kom tot je in Vrede’.
Met deze hier gebruikelijke groet willen wij alle Vrienden ter wereld
groeten vanuit Kaimosi, Kenia, waar wij samen luisteren naar de weg van
de vrede; waar wij samen wijdingsdiensten hebben gehouden met stilte,
Bijbelteksten, gesproken bijdragen en gezang. Wij hebben ingezien, dat
zelfkennis, eerlijkheid tegenover ons zelf en waarheid een onmiskenbaar
deel uitmaken van ons Quakergetuigenis. We hebben ervaren, dat de
vernieuwende kracht van Gods liefde altijd beschikbaar is, die zowel
onze zwakheden als de wanhoop van de wereld in beroering zal overwinnen.
Wij zijn onze verschillende manieren van Quakerzijn gaan begrijpen en
samen willen wij getuigen van de
gelijkwaardigheid van alle mensen, mannen en vrouwen, jongeren en
ouderen van alle rassen en volkeren. Deze gelijkwaardigheid vraagt om
een nieuwe en krachtige aanpak van sociale verhoudingen, waarbij
inbegrepen een zuiver reageren op de noden van zowel onderdrukten als
onderdruk- kers. Als wij zelf overheersend of angstig zijn, staan wij
het tot stand komen van vreedzame betrekkingen en het zoeken naar vrede
in de weg. Ons beschikbaar zijn voor God en ons in stilte open staan
voor inspiratie van het Innerlijk Licht zijn onze bronnen van kracht en
vrede. Laat ons Vrienden, ons leven en het Religieus Genootschap der
Vrienden in Gods handen leggen. Moge die vernieuwende geest in en door
ons werken, zodat wij de ons toebedachte rol mogen spelen met moed, hoop
en vreugde.
Zendbrief van de 15e driejaarlijkse bijeenkomst van FWCC, Kaimosi, Kenia, 1982.
Het begin van de geloofsgemeenschap ligt niet
bij de sacramenten als heils instellingen of symbolen, maar bij het
diepe verlangen naar en de ervaring van de gemeenschap, de ver- borgen
omgang, met God. Dit wordt voor Quakers het meest volledig uitgedrukt in
de stille samenkomst waarin het spontaan gesproken woord, de
(Bijbel)lezing, getuigenis en gebed een uitdrukking zijn van dat
verlangen, die hoop en die geloofservaring. Onlosmakelijk daarmee
verbonden is het handelend in de wereld staan en de bewustwording van
onze verantwoorde- lijkheid voor onze medemensen en de schepping.
Uit: Reactie Nederlandse JV op het rapport ‘Doop, Avondmaal en Ambt’ van de Wereld- raad van Kerken, 1985.
Gezamenlijk staan we open voor Gods geest, dat is heel iets
anders dan opgaan in de volheid van het Niets. Een toestand die ik niet
verlang te kennen. Wij zoeken toch niet in de wijdings- samenkomst de
grote Leegte?
Anton Kalff, 1995.
Quakergeloof heeft alles te maken met ervaring. Want dit geloof
is de ervaring van Gods na- bijheid, van eenheid met God/het goddelijke.
Al moeten we daar tegelijk aan toevoegen: het is ook de ervaring van
het ontberen van deze nabijheid, van deze eenheid. Daarom is er sprake
van zoeken, verlangen, openstellen. Quakergeloof is dus vervulling, en
verlangen. Deze kern heeft zich aan de Vrienden onthuld als levensbron..
Henk Ubas, 1998.
Vrienden kunnen helpen door zich bij het binnenkomen niet te
laten afleiden door oppervlak- kige gesprekken voor de meeting,
voortdurend geblader in boeken enz. De Vrienden hebben in het verleden
steeds weer gewezen op de centrale plaats van de meeting. Het is het
centrum van ons dagelijks leven, de tijd waarin we samen de bron van ons
leven en de kracht ontdekken – de levende Christus. Iets zo belangrijks vraagt onze constante aandacht. Ook gedurende de voorafgaande week.
Henk Ubas, 1999.
Misschien houden we ons te vaak stil. Of zouden onze daden voor
ons moeten spreken? Is dat genoeg (gebleken)? Ik weet het niet. Wel weet
ik, dat we onze rijkdom zouden moeten delen; de rijkdom van de kracht,
die we ervaren in onze stilte, en die onze menselijke begrippen te boven
gaat.
Irene Visser, 2002.
Door mijn stil zijn probeer ik de nabijheid van God te voelen.
Die nabijheid is voor mij een alledaagse werkelijkheid, maar ik leef er
aan voorbij. Door met anderen stil te zijn voel ik mij met hen verbonden
omdat we allen hetzelfde verlangen. In de stilte plaats ik ook mijn
zwijgen, dat is als een vaartuig dat leeg blijft door mijn onwetendheid, maar mijn enige antwoord omvat aan het onkenbare Goddelijke mysterie. Het bootje heeft geen
ballast, het dobbert rond op de zee van stilte. Soms blaast ineens de
wind mijn kleine zeil bol en hoef ik het roer alleen maar vast te
houden, niet te sturen.
Thea Droog, 2013
Terug naar inhoudsopgave
<== Vorige: 3 – Geloven
Volgende: 3.2 Bijzondere stille samenkomst ==>
door webQuakers | mrt 27, 2022 | Geloven en werken
Bij speciale gelegenheden kan een plaatselijke groep gevraagd worden
om deze momenten te markeren door het houden van een bijzondere Stille
Samenkomst, bijvoorbeeld bij huwelijk, overlijden of jubilea.
Zo
kunnen partners een huwelijk of andere duurzame relatie willen
bevestigen in een Stille Samenkomst. Maandvergaderingen zullen op
verzoek een bijzondere Stille Samenkomst houden om te vieren dat twee
mensen besloten hebben samen door het leven te gaan. Zij dienen hiertoe
een schriftelijk verzoek bij de Schrijver van de Maandvergadering
(plaatselijke groep) in. Ten minste één van de twee partners dient lid
te zijn van het Genootschap, dan wel regelmatig de samenkomsten te
bezoeken. De Maandvergadering overweegt het verzoek en wijst twee
Bezoekende Vrienden aan, die met de partners in een gesprek nagaan wat
hun verwachtingen zijn. De Maandvergadering kan vervolgens besluiten tot
het houden van een bijzondere Stille Samenkomst om die duurzame relatie
te bevestigen.
In die samenkomst staan beide partners op en beloven elkaar trouw in
zelfgekozen bewoordingen. Het is gebruikelijk dat na afloop alle
aanwezigen met hun handtekening op het trouwdocument bevestigen dat zij
getuigen zijn geweest van het uitspreken van de beloften.
Evenzo kan een Maandvergadering gevraagd worden om een bijzondere
Stille Samenkomst te houden om een overleden Vriend of trouwe bezoeker
van de samenkomsten te herdenken. Tijdens een sobere bijeenkomst kunnen
de Vrienden dan in stilte samen, in dankbaarheid voor het leven van de
overledene, Gods aanwezigheid ervaren.
Omdat bijzondere samenkomsten vaak worden bijgewoond door bezoekers
die niet vertrouwd zijn met Quakersamenkomsten is het aan te bevelen dat
de Schrijver of een andere Vriend een korte inleiding houdt over de
wijze waarop onze samenkomsten gehouden worden.
Geen dominee of ambtenaar heeft hun huwelijk ingezegend of
bevestigd. Het huwelijk is hun geschenk van God aan elkaar, en een
geschenk van de Samenkomst aan hen beiden. En nadat ze dat geschenk
gegeven hebben, zullen ze, vanaf die dag, verenigd en onderling
afhankelijk zijn. Hun huwelijksceremonie, gebaseerd als ze is op
zelfvertrouwen, eenvoud en gelijkwaardigheid, wordt zo een metafoor voor
het hele Quaker leven.
Robert Lawrence Smith: A Quaker Book of Wisdom. London 1998.
Quakerhuwelijken zijn vaak bijzonder mooie gebeurtenissen en
Stille Samenkomsten tegelijk. De gasten worden verwelkomd door een
Vriend die uitlegt hoe het bij Quakers toegaat
– voor velen zal dit
hun eerste ervaring zijn – en de ruimte vult zich langzaam met die
diepe, bekende stilte. Als ze voelen dat het moment daar is, staan de
mensen die gaan trouwen op, en spreken hun verklaring uit. De Samenkomst
valt terug in de stilte. Tijdens die stilte kunnen gasten spreken om
hun liefdevolle steun te uiten.
Geoffrey Durham, Being a Quaker, a Guide for Newcomers. Oxford 2011
Terug naar inhoudsopgave
<== Vorige: 3.1 Stille samenkomst
Volgende: 3.3 Inkeer en gebed ==>
door webQuakers | mrt 19, 2022 | Geloven en werken
Engeland, begin zeventiende eeuw. Het is een roerige tijd.
Scheuringen in de kerk, politieke onrust en de vorming van een
staatskerk. De Bijbel verschijnt voor het eerst in de landstaal en wordt
voor een breed publiek toegankelijk. Er ontstaan allerlei nieuwe
religieuze stromingen.
In deze tijd groeit George Fox (1624-1691) op
in een eenvoudig milieu. Hij is een auto- didact. Op 23-jarige leeftijd
raakt hij in een geestelijke crisis. Dan krijgt hij een visioen waarin
hij gewaar wordt dat ieder mens, zonder tussenkomst van wie of wat ook
direct
in contact kan komen met God. Dit vermogen noemt hij ‘dat van
God in ieder mens’, ‘de innerlijke leraar’ of het ‘inwaartse Licht dat
ieder mens verlicht’. Vanaf 1652 trekt hij het land door om zijn inzicht
te verkondigen dat mensen zich moeten afkeren van alle door mensen
opgetuigde religie en zich laten leiden door hun innerlijke Leraar, die
hij vereen- zelvigt met Jezus.
Margaret Fell (1604-1702), sluit zich
aan bij de Quakers. Zij is een intelligente en doortastende vrouw. Jaren
na het overlijden van haar man, die als Vrederechter de Quakers
bescherming bood, trouwden George en Margaret en zij worden samen
beschouwd als de stichters van het Religieus Genootschap de Vrienden
(Quakers). Margaret heeft een grote bijdrage geleverd aan de
gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Zij schreef o.a. een geschrift
over het recht van vrouwen om in het openbaar te spreken.
Het
Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) is een van de religieuze
groeperingen uit de zeventiende eeuw die nu nog bestaan. Dit is te
danken aan de manier waarop de Quaker gemeenschap in staat is geweest om
zonder leiders en zonder leerstellingen tot onderlinge verbondenheid te
komen vanuit een gezamenlijk stil zoeken. De Quakers werden vaak
verward met andere groeperingen. Robert Barclay (1648-1690) heeft een
apologie geschreven waarin de geloofsovertuiging van de Quakers uit de
doeken wordt gedaan in taal die voor theologen verstaanbaar is. De
impuls die de Quakerbeweging gaf aan het geestesleven heeft vanaf 1689,
toen de Tolerance Act in Engeland vrijheid van godsdienst
inluidde, geleid tot belangrijke maatschappelijke vernieuwingen. William
Penn (1644-1718) stichtte in Amerika een kolonie – Pennsylvania – die
werd bestuurd op basis van Quaker principes.
De eerste Quakers kwamen in 1653 naar
Nederland, dat bekend was om zijn godsdienst- vrijheid, om Quaker
waarden uit te dragen. Vooral bekend zijn in dit verband William Ames en
William Caton (die Nederlands hadden geleerd) in Amsterdam en Benjamin
Furly in Rotterdam. Benjamin was een handelsman die bevriend was met de
filosoof John Locke. George Fox logeerde bij hem wanneer hij reisde in
Nederland en Noord-Duitsland. De historicus Willem Sewel is een van de
eerste Nederlandse sympathisanten. Hij schreef later een Historie van de Nederlandse Quakers! [1]Robert
Barclay, George Fox en William Penn kwamen verschillende keren naar ons
land en in 1677 kwam het – in aanwezigheid van George Fox – tot de
oprichting van de Nederlandse Jaarvergadering.
<\p>
In de 18e eeuw trad in de Quaker beweging een
periode in van quiëtisme. Quakers legden zich toen vooral toe op een
voorbeeldige levensstijl. Bekende Quakers uit de achttiende eeuw zijn
John Woolman (1720-1722), die een belangrijke rol vervulde in de
afschaffing van de slavernij, door zijn contacten met de Indianen en
door zijn aandacht voor het mili- eu, en Elisabeth Fry (1780-1845) die
zich onvermoeibaar inzette voor verbetering van de positie van
gevangenen en geesteszieken.
Quakers voelen zich van oudsher zeer verwant met gevangenen omdat
velen van hen langdurig in de gevangenis hadden gezeten vanwege hun
godsdienstige overtuiging. In de 19e eeuw raakten vele Quakers onder
invloed van de evangelische beweging. Tegelijkertijd waren er ook
Quakers die zich juist beter thuis voelden bij een meer vrijzinnige
geloofsop- vatting, waarbij het “inwaartse Licht” of “dat van God in
ieder mens” als een belangrijker leidend beginsel werd beschouwd dan de
Bijbel. Dit leidde tot diverse scheuringen binnen de Quakerbeweging. Zo
ontstaan er begin 20e eeuw een aantal hoofdstromen met o.a. een
evangelische, een orthodoxe, een conservatieve en een liberale richting.
Deze verdeeldheid was uitermate pijnlijk voor Quakers die juist willen
leven vanuit onderlinge verbondenheid.
Rufus Jones, een visionaire Amerikaanse Quaker, richtte aan de
vooravond van de eerste Wereldoorlog een organisatie op voor
internationale hulpverlening, de American Friends Service Committee
(AFSC), die Quakers de gelegenheid gaf een ‘alternatieve dienst- plicht’
te vervullen zodat ze trouw konden blijven aan hun Vredesgetuigenis dat
alle ge- weld afwijst, voor welk doel ook. Deze opzet, waarin de
Quakers vanuit diverse richtingen eensgezind samenwerkten, bracht
verzoening tussen hen en leidde tot de oprichting van een wereldcomité,
het Friends World Committee for Consultation (FWCC), waarin alle
Quakertradities verenigd zijn. AFSC en het Britse Quaker Peace and
Service kregen in 1947 de Nobelprijs voor de Vrede voor al hun
humanitaire werk en met name de hulpver- lening vóór en tijdens de
Tweede Wereldoorlog.
In Hoek van Holland herinnert een monument aan de Kindertransporten,
waarbij Quakers een belangrijke rol hebben gespeeld. Daardoor konden
vlak voor WOII Joodse kinderen uit Duitsland en Oostenrijk aan het
Naziregime ontkomen door te vluchten naar Engeland. In Nederland is het
Quaker Hulpfonds actief in de werving van fondsen ten bate van
humanitaire en ecologische projecten.
Quakers oefenen tegenwoordig
onder andere invloed uit op de wereldpolitiek als Non Gouvernementele
Organisatie (NGO) bij de Europese Unie en de Raad van Europa, alsmede
bij de Verenigde Naties.
In Nederland zijn er actieve Quakergroepen in Amsterdam, Bennekom, Den Haag, Deventer en Groningen.
Terug naar inhoudsopgave
<== Vorige: 1. Voorwoord
Volgende: 2.2 Levensbeschrijvingen van enkele bekende Vrienden ==>