Het is een voorrecht om in een vrij land en een democratische rechtstaat te mogen leven. Een samenleving waaraan iedereen, ongeacht afkomst of achtergrond gelijkwaardig kan deelnemen. Dat is nog lang niet overal in de wereld het geval. Maar ook in ons land zijn grote groepen mensen die op de een of andere wijze toch (sociale) uitsluiting ervaren: mensen die werkloos zijn, asielzoekers en mensen zonder verblijfsvergunning, mensen die rond moeten komen van een zeer mager inkomen, mensen die chronisch ziek zijn, mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Op grond van ons Quaker getuigenis van gelijkwaardigheid menen wij dat de gemeenschap voor die groepen een zorgtaak heeft en op moet komen voor de zwakkeren in onze samenleving. Daarbij heeft de overheid een bijzondere verantwoordelijkheid om – bijvoorbeeld door belasting als herverdelingsinstrument te gebruiken – voorzieningen als een minimumloon, een basisverzekering voor de gezondheidszorg, vrije toegang tot onderwijs voor iedereen en sociale woningbouw te scheppen en in stand te houden. Wanneer dit via de belastingheffing nieuwe eisen stelt aan de Vrienden, laten we die dan niet zozeer beoordelen vanuit het persoonlijke belang, maar zien in het licht van de onderlinge solidariteit en rechtvaardigheid. Onze verwerping van het inzetten van (fysiek) geweld richt zich niet alleen op de internationale verhoudingen en oorlogsgeweld, maar ook op structureel geweld. Bijvoorbeeld in de financieel-economische verhoudingen, waardoor ‘de markt’ boven de gemeenschap wordt gesteld en de onderlinge solidariteit tussen mensen ondermijnd wordt. Bezit en eigendom en de daaraan ontleende macht over anderen kunnen het gevoel voor sociale gerechtigheid bij bezitters in de weg staan. Belangentegenstellingen en strijd mogen niet het laatste woord hebben. Door samenwerking, solidariteit en goede wil kunnen we het beste bereiken voor zowel het individu, als voor de samenleving als geheel. Dienstbaarheid als motief voor onze maatschappelijke inzet, in plaats van winstbejag en eigenbelang. Natuurlijke hulpbronnen en nutsvoorzieningen als drinkwateren energievoorziening, gezondheidszorg en onderwijs mogen niet aan marktwerking woden overgelaten, maar horen algemene voorzieningen te zijn. De visie op de samenleving die de overheid ontwikkelt behoort ethische weerklank te vinden bij haar burgers. De overheid dient de wil te hebben een humane visie in praktijk te brengen door het land zorgvuldig te besturen en de bereidheid te tonen alle burgers van ons land te dienen. Wij doen een beroep op de Vrienden om de mogelijkheden die hun gegeven zijn in de netwerken waarin zij dagelijks participeren in dienst te stellen van het realiseren van het hier geschetste perspectief van een rechtvaardige samenleving. Echter, soms brengt het overheidsbeleid ons Quakers in gewetensnood. Dit komt bijvoorbeeld het sterkst naar voren waar het gaat over de spanning tussen het vredesgetuigenis als integraal deel van ons geloofsgetuigenis en de militaire dienstplicht of het via de belastingen moeten meebetalen aan militaire uitgaven. Sommigen onder ons zullen dan innerlijke overtuiging boven burgerlijke gehoorzaamheid plaatsen.

Eenvoud (…) helpt ons de op zichzelf rechtvaardige waarden van het zoeken naar het Koninkrijk Gods en naar een gevulde maag in een zuiverder verhouding tot elkaar te brengen (…) en bij het uit de weg ruimen van dingen die daarbij voor ons een belemmering vormen.
Laura van den Hoek, 1937.

De bewapeningsindustrie, die leeft van de dood en de ellende van medemensen, is een tekenend voorbeeld van de gevolgen, die de winzucht met zich brengt. En de volken, die door hetzelfde motief gedreven worden om mee te doen in de bewapeningswedloop en prestigeoorlogen, zijn er een tweede voorbeeld van. Zo blijkt het gebrek aan eenvoud, dat velen misschien een zaak van weinig belang lijkt, in werkelijkheid een zonde, een gevaar, zowel voor het persoonlijk leven als voor dat der volkeren. Eenvoud van leven is een van de belangrijkste middelen om in deze tijd in de wereld te getuigen van ons Christendom. Daardoor kunnen wij een levende brief zijn van de God van Vrede, Liefde en Eenvoud, die wij wensen te dienen. Uit: een schrijven van de Franse Vrienden aan de Wereldconferentie te Swarthmore, 1937.

Terug naar inhoudsopgave

<== Vorige: 4.4  Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Volgende: 4.6  Internationale inzet ==>