VVQREA ANBI standaard formulier

NAAM:

Vereniging Vrienden (van de) Quaker Raad (voor) Europese Aangelegenheden (V.V.Q.R.E.A)

is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).

Ten behoeve van transparantie hierbij onze gegevens:

Wij vertegenwoordigen een z.g. Kleinere ANBI. Nummer Kamer van Koophandel: 40410466.

Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatie Nummer (RSIN): 813689983

 Actief in de sector: Levensbeschouwelijke organisatie (Quakers): IBS code 94914

Bereikbaarheid: Via de penningmeester van de vereniging, Hennie Jansen te Helmond, Telefoon 06-18508871, e-mailadres; hjpjansen@kpnplanet.nl of vvqrea@kpnplanet.nl
Informatie en adressen ook via www.Quakers.nu

Doelstelling van de Verenigingbevorderen van het werk van de Quakerraad voor Europese Aangelegenheden (QCEA te Brussel, België) en het vergaren van middelen voor die instelling (Statuten; Notaris Krans, Den Haag 16-10-1981)

Samenstelling van het bestuur: Corien van Dorp, Schrijver; Hennie Jansen, Penningmeester; Peter van Leeuwen, Lid; Peter Spreij, Lid. Jaarlijks voeren twee leden van de vereniging een kascontrole uit. Deze leden worden genoemd in het financieel jaarverslag.

Beloningsbeleid: alle bestuursleden zijn onbezoldigd en als vrijwilliger actief voor de vereniging. Er is een onkostenvergoeding beschikbaar voor reiskosten, kantoorbenodigdheden en computer.

Actueel verslag van de activiteiten: Dit is te vinden in: Jaarverslag VVQREA 2023

Beleidsplan: Zie hiervoor: Financieel Jaarverslag 2023 en beleidsplan 2024 VVQREA

Balans: Zie hiervoor: VVQREA Balans 31-12-2023 ANBI

Staat van Baten en Lasten: Zie hiervoor: VVQREA Resultaten rekening 2022 ANBI

Inkomsten: via leden, donateurs en beleggingen.
Uitgaven: QCEA als eindbegunstigde, verenigingsactiviteiten, beheers- en bankkosten.

Voorgenomen bestedingen: Zie hiervoor: VVQREA begroting 2023 ANBI

Informatie voor nieuwe bezoeker

uit ‘Gewoon Quakers’ van Erik Dries

Informatie voor nieuwe bezoekers van een stille samenkomst (wijdingssamenkomst) van Quakers in Nederland.

Welkom!
Mogelijk overweeg je een Quaker-samenkomst een keer bij te wonen. In dat geval willen wij je graag iets vertellen over onze vorm van bijeenkomen.

Een Quakerdienst begint zodra de eerste aanwezige in stilte heeft plaatsgenomen. De stilte is een belangrijk element in een Quakersamenkomst.

De Vrienden (Quakers) vormen een gemeenschap die gebaseerd is op vertrouwen. Vertrouwen op ‘dat van God’ in ieder mens (meestal aangeduid met‘ Innerlijk Licht) en vertrouwen in de ander. Onze stille samenkomsten bieden iedereen de gelegenheid zich samen met anderen open te stellen voor dit Licht en mogelijk een spiritueel’ thuis te vinden waarin iedereen, ongeacht geloofsovertuiging welkom is.

De stilte kan verbroken worden doordat één van de aanwezigen zich geroepen voelt om een bepaalde gedachte met de anderen te delen. In dat geval staat die persoon op voor gesproken woorden of een gebed. We streven ernaar om daarvoor korte, duidelijke en eenvoudige bewoordingen te kiezen. Als de persoon uitgesproken is, gaat deze weer zitten. Mocht het gesprokene je niet aanspreken, probeer dan toch de bewogenheid achter de woorden te verstaan. Het is niet de bedoeling dat anderen direct reageren op de gegeven bijdrage.

Aan het eind van de bijeenkomst geven we elkaar een hand en worden de aanwezigen verwelkomd. Meestal wordt gevraagd of er nog een gedachte in de stilte opkwam die iemand zou willen delen. Ook worden er soms mededelingen gedaan. Hierna is er gelegenheid om bij een kopje koffie of thee nader kennis te maken.

Voor actuele informatie zie onze website:
www.quakers.nu
Postadres: Stadhouderslaan 8, 2517 HW Den Haag
Tel: 070-3600621. e-mail: info@quakers.nu

7.1 Historische achtergrond

De Raadgevingen en Vragen – zoals ze van oudsher werden genoemd – zijn bedoeld om te gebruiken in de Stille Samenkomsten, bij stille inkeer en reflectie, als een uitdaging en inspiratie in ons persoonlijk leven en ons leven als geloofsgemeenschap. Zij geven in beknopte vorm een indruk van ons geloven en werken. Ze zijn al in de zeventiende eeuw ontstaan toen de Britse Jaarvergadering in 1682 besloot de Maandvergaderingen de volgende drie vragen te stellen.

De eerste vraag was welke Vrienden sinds de laatste Algemene Vergadering overleden waren. De tweede vraag was welke Vrienden omwille van hun getuigenis in de gevangenis beland waren sinds de laatste Algemene Vergadering. De derde vraag luidde: Hoe is de Waarheid gegroeid onder jullie sinds de laatste Algemene Vergadering en hoe staat het met de vrede en eenheid onder de Vrienden? Deze eerste vragen waren bedoeld om feitelijke informatie over de Vrienden te verzamelen, inzicht in de ontwikkeling van het Genootschap te krijgen en vast te stellen of er ergens ondersteuning nodig was.

De drie vragen werden later uitgebreid naar zes. Vanaf 1700 werd een formele schriftelijke reactie gevraagd aan de Maandvergaderingen. Daardoor begon ook het karakter van de vragen te veranderen. Toen de Britse Jaarvergadering midden achttiende eeuw leden verloor en kleiner werd, bezocht een soort visitatiecommissie alle Maandvergaderingen. Deze commissie vroeg om – wat toen heette – de Raadgevingen en Vragen regelmatig te lezen en te beantwoorden.

Periodiek werden de raadgevingen en vragen herzien in de daaropvolgende eeuw. De Vrienden werden beïnvloed door de evangelische beweging en dit kwam tot uiting in de herziening van 1833. De Raadgevingen en Vragen werden toen geheel herschreven en uitgebreid. Begin negentiende eeuw begonnen de Vrienden kritische vragen te stellen rond de traditionele praktijken van het Genootschap, met inbegrip van het periodieke lezen en beantwoorden van de Raadgevingen en Vragen. De waarde ervan voor reflectie als individuele Vrienden én als Maandvergaderingen werd vanaf het begin benadrukt en als belangrijker gezien dan de formele beantwoording, die dan ook werd afgeschaft. Veel Maandvergaderingen namen de gewoonte aan om een van de Raadgevingen en Vragen te lezen aan het begin of het slot van een Stille Samenkomst.

Pas in 1928 werden de Raadgevingen en Vragen opnieuw herzien. Tegen die tijd stonden de Vrienden onwennig tegenover het enigszins evangelische taalgebruik en wensten zij ook meer nadruk op de maatschappelijk inzet van Quakers. De raadgevingen over gesproken bijdragen in de Stille Samenkomsten werden toen zo herschreven dat Vrienden die aarzelen te spreken in de Stille Samenkomst worden aangemoedigd dit wel te doen.

In 1949 werd het taalgebruik opnieuw aan de tijd aangepast. Bij een herziening in 1964 werd een aantal verwijzingen naar nieuwe maatschappelijk verschijnselen in de Raadgevingen en Vragen opgenomen. Weer twintig jaar later ontstond opnieuw een vraag naar herziening. Er was kritiek op de masculiene en soms ook theologische formuleringen. Toen de Britse Jaarvergadering in 1986 een commissie benoemde om het gehele Quaker Faith and Practice te herzien werden ook de Raadgevingen en Vragen weer herschreven. Dit resulteerde in een conceptversie van de Raadgevingen en Vragen die eerst een tijdlang beproefd werd door de Maandvergaderingen. Op basis van de reacties bood de commissie een bijgewerkte versie aan in 1994, die door de Britse Jaarvergadering werd goedgekeurd. De huidige Nederlandse hertaling van de Raadgevingen en Vragen is op die laatste, door de Britse Jaarvergadering in 1994 goedgekeurde versie gebaseerd, maar grondig hertaald en bij de tijd gebracht.
In de loop der tijd meenden sommigen onder ons dat de Raadgevingen en Vragen soms wat bevoogdend zijn, alleen de naamgeving Raadgevingen al!
Daarom is hier gekozen voor de bewoordingen Overwegingen en Vragen.

<– Vorige: 6.5 Lidmaatschap
Volgende:7.2  Inleiding en verantwoording bij de Overwegingen en Vragen –>

Inhoud

Ubuntu

Een half jaar na mijn bezoek aan Lungi en haar familie in Khayelitsha, (zie kader).
Lungi neemt ons mee op pad.
“Now I am the boss” zegt ze fier met haar hoofd rechtop en een knipoog naar mij. We slenteren door de hitte en lopen de ruim drie kwartier durende ontmoetingstour door Khayelitsha (een wijk van Kaapstad, Zuid Afrika): the walking tour through Makhaze.

Ongemerkt lopen we een beetje heupwiegend, Lungi voorop, op de aanstekelijk swingende muziek die uit één van de shacks klinkt. Het blijkt een kerk.

Thuis komen in Khayelitsha


We gaan naar binnen en worden overvallen.

Overvallen door de muziek, het voelbare welkom, de saamhorigheid, de beleving, het geloof. Een oergevoel raakt diep en huilen is de onverklaarbaar onmiddellijke reactie. Ik kijk om me heen en bij werkelijk iedereen van de Nederlandse groep stromen tranen over de wangen. We zijn meer dan ontroerd, meer dan verbaasd. Wat gebeurt hier? Dat in deze kerk, een eenvoudige hut van vijf bij vijf, zelfs de hoogstopgeleide rationele nuchtere Nederlanders staan te huilen….. Of zijn we júíst die zogenaamde hoogopgeleide, nuchtere rationele Nederlanders en wordt hier iets in ons aangeboord wat we met zijn allen zijn kwijtgeraakt of wat onderontwikkeld is?
Ik wil het niet verklaren, voor je het weet verklaar je elkaar de oorlog,” zingt Stef Bos.
De aanwezigen bidden, ze dansen en ze heten ons welkom. We worden naar voren gehaald en gevraagd of we allemaal willen vertellen wie we zijn, waar we vandaan komen. Ze geven mij het woord en ik zeg: “Molwenig, enkosi kakhulu, (dag allemaal, enorm bedankt dat we hier mogen zijn)”. En dan val ik stil, weet niet wat ik verder zeggen moet.
“Ik zie de rode aarde en ik voel zwart bloed….De muziek en tekst van Stef Bos’ nummer ‘Een zondag in Soweto’ zal voor altijd in mijn geheugen gegrift staan, want elke zin, elk woord en elke toon is letterlijk wat ik hier zie en voel. Het is alleen geen zondag in Soweto, maar een zondag in Khayelitha.

Khayelitsha is een township bij Kaapstad,Zuid-Afrika.

Khayelitsha betekent ‘nieuw thuis’ in het Xhosa. De Kaapse
Vlakte (‘Cape Flats’) is een gebied ten oosten van de stad. Khaye- litsha strekt zich uit tot aan de kust en is omgeven door zandduinen. Er zijn er die geloven dat dit bewust gedaan is door de apartheids- planners om politieke onlusten te onderdrukken. Volgens dit model heeft Khayelitsha slechts drie uitgangen en was dus eenvoudig af te sluiten in tijden van onlusten.

Khayelitsha is de grootste township van de Kaapse Vlakte en strekt zich uit langs de snelweg N2. Er wonen ongeveer 400.000 mensen[1]. De werkloosheid wordt geschat op 70%. Degenen die wel werk hebben vertrekken ’s ochtends vroeg massaal vanaf het trein- station in Khayalitsha met de trein naar Kaapstad. De situatie in Khayelitsha is de laatste jaren verbeterd. Er zijn vele bouwprojecten waarin shacks (woninkjes van golfplaat en hout) worden vervangen door stenen woningen. Tevens wordt er hard gewerkt aan stromend water en de elektriciteitsvoorziening.

Khayelitsha (met een geschat aantal van 2,4 miljoen inwoners)

Gedachten over de oorlog

Door Irene Visser

Toen Sytse me vroeg om mijn gedachten en wellicht worsteling over de oor- log in Oekraïne op papier te zetten voor het volgende nummer van de Vriendenkring, was dit zijn inleiding: De oorlog in Oekraïne roept veel afschuw en verdriet maar ook solidariteit op. De eerste reactie is: verdediging en hoop dat de vijand tegengehouden wordt. Toch hebben wij als Quakers ook andere gedachten en een belangrijk concern: geweldloosheid, tegengaan van de wapenwedloop, de spiraal van oorlog en grof geweld doorbreken om een duurzame vrede te bereiken: Ons Vredesgetuigenis. Daarmee gaf hij precies de twee perspectieven weer waar wij, Quakers, en waarschijnlijk ook veel andere mensen mee worstelen. Hebt uw vijanden lief…hoe ver staat dat af van de afschuw die Poetin oproept.

Het is niet gemakkelijk om over het dilemma dat Sytse schetst te schrijven. Ik heb heel wat pogingen gedaan en ook weer weggegooid. Het is geen worsteling om te beschrijven hoe ik over de oorlog in Oekraïne denk, omdat die net als alle oorlogen wreed, vernietigend, en nietsontziend is. Ik kan de agressor in het Kremlin veroordelen en hem een Oorlogsmisdadiger noemen. Mijn hart krimpt samen als ik lees over het leed dat mensen wordt aangedaan. Hoe verleidelijk is het dan om het perspectief van kritiek, afschuw, maar ook van angst en retributie, dus gewelddadigheid, te kiezen. Dat lijkt de enige ‘normale’ reactie, en het is zeker mijn eerste opwelling geweest. Die reactie werpt een donkere schaduw over deze weken van voortgaande oorlogvoering, waarvan het einde nog ver lijkt te zijn. Daarbij is het ten tijde dat ik dit schrijf ook nog eens de veertigdagentijd, of lijdenstijd, waarin we stilstaan bij de veroordeling, marteling en executie van een onschuldige.

Boven mijn bureau hangt de bekende spreuk van George Fox: “Walk cheer- fully over the world, answering that of God in everyone.” Dat lijkt een spreuk voor betere tijden, zeker niet voor nu. Want opgewekt je gang gaan en het goede zien in iedereen, ook als je weet dat Oekraïense ziekenhuizen en scholen worden gebombardeerd? Een calvinistisch stemmetje in mijn hoofd houdt me voor dat zo’n houding toch echt niet kan: “vrolijk zijn ter- wijl anderen het zo moeilijk hebben! hoe kun je dat maken als er zoveel leed gaande is, wat kortzichtig! (enzovoort).” Is het inderdaad kortzichtig, of zelfs egoïstisch, om vast te houden aan opgewektheid en naastenliefde?

Die vraag werd voor mij luid en duidelijk beantwoord toen ik een interview las met Robert Muller.
Robert Muller (1923-2010) studeerde rechten en economie en was bijna veertig jaar werkzaam bij de VN. Hij zette zich in voor het milieu, onderwijs, een rechtvaardige economie, en vooral voor vrede in de wereld. Hij was medeoprichter van de VN Universiteit voor de Vrede en werd meermalen voorgedragen voor de Nobel-prijs voor de Vrede. In het interview dat ik las, vertelt Muller over ‘gelukkig zijn’ als kernwaarde in zijn leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij gevangene van de Duitsers, opgesloten met anderen in een krappe cel, waarin de zuurstof schaars was. Een emmer deed dienst als toilet en de stank was vreselijk. In die wanhopige situatie dacht Muller aan wat hij had gelezen bij Emile Coué, een filosoof die hij erg bewonderde. Hij herinnerde zich dat Coué van mening is dat geluk niet iets is wat van buitenaf komt, maar dat het een innerlijk kracht is, waaruit je kunt putten. Coués opmerkelijke les was om die kracht op te zoeken en altijd ‘de gelukkigste mens’ op aarde te zijn, ongeacht je omstandigheden. Het lukte Muller om in zichzelf te keren en daar vreugde en kracht te vinden, waardoor het leven in de cel draaglijk werd. Tijdens die momenten gebeurde er iets mysterieus, vertelt hij; een sprong tussen negativiteit en positiviteit, een onbegrijpelijke maar wel alles- doordringende ervaring, die hij de rest van zijn leven bleef opzoeken. Soortgelijke wonderlijke ervaringen zijn ook beschreven door Viktor Frankl, Václav Havel en Nelson Mandela over hun perioden van gevangenschap. Hoe wonderlijk, om in de moeilijkste perioden van het leven zo’n grote innerlijke kracht te ontdekken. Muller noemt het een mysterie. Als er zich problemen voordeden bij zijn werk voor de VN nam Muller de tijd om zich te concentreren op de positieve innerlijke kracht, waardoor optimisme en energie weer terugkeerden.
Mullers laatste uitspraak in het interview maakt duidelijk hoe belangrijk opgewektheid voor ons is, hoe somber de situatie ook is: “het is een enorm dwaze en kortzichtige houding om ongelukkig te zijn, ondankbaar te zijn en geen ontzag en waardering te ervaren voor het grootse geschenk van dit leven.” Daarmee legt hij mijn calvinistische stoorzendertje effectief het zwijgen op. Het is nooit kortzichtig, hoe de omstandigheden ook mogen zijn, om opgewekt door het leven te gaan.

Ik laat de spreuk boven mijn bureau hangen:

Walk cheerfully over the world, answering that of God in everyone.