Gedachten over de oorlog
Door Irene Visser
Toen Sytse me vroeg om mijn gedachten en wellicht worsteling over de oor- log in Oekraïne op papier te zetten voor het volgende nummer van de Vriendenkring, was dit zijn inleiding: De oorlog in Oekraïne roept veel afschuw en verdriet maar ook solidariteit op. De eerste reactie is: verdediging en hoop dat de vijand tegengehouden wordt. Toch hebben wij als Quakers ook andere gedachten en een belangrijk concern: geweldloosheid, tegengaan van de wapenwedloop, de spiraal van oorlog en grof geweld doorbreken om een duurzame vrede te bereiken: Ons Vredesgetuigenis. Daarmee gaf hij precies de twee perspectieven weer waar wij, Quakers, en waarschijnlijk ook veel andere mensen mee worstelen. Hebt uw vijanden lief…hoe ver staat dat af van de afschuw die Poetin oproept.
Het is niet gemakkelijk om over het dilemma dat Sytse schetst te schrijven. Ik heb heel wat pogingen gedaan en ook weer weggegooid. Het is geen worsteling om te beschrijven hoe ik over de oorlog in Oekraïne denk, omdat die net als alle oorlogen wreed, vernietigend, en nietsontziend is. Ik kan de agressor in het Kremlin veroordelen en hem een Oorlogsmisdadiger noemen. Mijn hart krimpt samen als ik lees over het leed dat mensen wordt aangedaan. Hoe verleidelijk is het dan om het perspectief van kritiek, afschuw, maar ook van angst en retributie, dus gewelddadigheid, te kiezen. Dat lijkt de enige ‘normale’ reactie, en het is zeker mijn eerste opwelling geweest. Die reactie werpt een donkere schaduw over deze weken van voortgaande oorlogvoering, waarvan het einde nog ver lijkt te zijn. Daarbij is het ten tijde dat ik dit schrijf ook nog eens de veertigdagentijd, of lijdenstijd, waarin we stilstaan bij de veroordeling, marteling en executie van een onschuldige.
Boven mijn bureau hangt de bekende spreuk van George Fox: “Walk cheer- fully over the world, answering that of God in everyone.” Dat lijkt een spreuk voor betere tijden, zeker niet voor nu. Want opgewekt je gang gaan en het goede zien in iedereen, ook als je weet dat Oekraïense ziekenhuizen en scholen worden gebombardeerd? Een calvinistisch stemmetje in mijn hoofd houdt me voor dat zo’n houding toch echt niet kan: “vrolijk zijn ter- wijl anderen het zo moeilijk hebben! hoe kun je dat maken als er zoveel leed gaande is, wat kortzichtig! (enzovoort).” Is het inderdaad kortzichtig, of zelfs egoïstisch, om vast te houden aan opgewektheid en naastenliefde?
Die vraag werd voor mij luid en duidelijk beantwoord toen ik een interview las met Robert Muller.
Robert Muller (1923-2010) studeerde rechten en economie en was bijna veertig jaar werkzaam bij de VN. Hij zette zich in voor het milieu, onderwijs, een rechtvaardige economie, en vooral voor vrede in de wereld. Hij was medeoprichter van de VN Universiteit voor de Vrede en werd meermalen voorgedragen voor de Nobel-prijs voor de Vrede. In het interview dat ik las, vertelt Muller over ‘gelukkig zijn’ als kernwaarde in zijn leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij gevangene van de Duitsers, opgesloten met anderen in een krappe cel, waarin de zuurstof schaars was. Een emmer deed dienst als toilet en de stank was vreselijk. In die wanhopige situatie dacht Muller aan wat hij had gelezen bij Emile Coué, een filosoof die hij erg bewonderde. Hij herinnerde zich dat Coué van mening is dat geluk niet iets is wat van buitenaf komt, maar dat het een innerlijk kracht is, waaruit je kunt putten. Coués opmerkelijke les was om die kracht op te zoeken en altijd ‘de gelukkigste mens’ op aarde te zijn, ongeacht je omstandigheden. Het lukte Muller om in zichzelf te keren en daar vreugde en kracht te vinden, waardoor het leven in de cel draaglijk werd. Tijdens die momenten gebeurde er iets mysterieus, vertelt hij; een sprong tussen negativiteit en positiviteit, een onbegrijpelijke maar wel alles- doordringende ervaring, die hij de rest van zijn leven bleef opzoeken. Soortgelijke wonderlijke ervaringen zijn ook beschreven door Viktor Frankl, Václav Havel en Nelson Mandela over hun perioden van gevangenschap. Hoe wonderlijk, om in de moeilijkste perioden van het leven zo’n grote innerlijke kracht te ontdekken. Muller noemt het een mysterie. Als er zich problemen voordeden bij zijn werk voor de VN nam Muller de tijd om zich te concentreren op de positieve innerlijke kracht, waardoor optimisme en energie weer terugkeerden.
Mullers laatste uitspraak in het interview maakt duidelijk hoe belangrijk opgewektheid voor ons is, hoe somber de situatie ook is: “het is een enorm dwaze en kortzichtige houding om ongelukkig te zijn, ondankbaar te zijn en geen ontzag en waardering te ervaren voor het grootse geschenk van dit leven.” Daarmee legt hij mijn calvinistische stoorzendertje effectief het zwijgen op. Het is nooit kortzichtig, hoe de omstandigheden ook mogen zijn, om opgewekt door het leven te gaan.
Ik laat de spreuk boven mijn bureau hangen:
Walk cheerfully over the world, answering that of God in everyone.
3.7 Quakers en Jezus
Omdat Quakers een ondogmatische geloofsgemeenschap vormen, is de
verwoording van de betekenis die Jezus in het persoonlijk leven van
Quakers inneemt zeer verscheiden.
De betekenis van Jezus van Nazareth
wordt in Quakerkringen aangegeven met uiteenlopende theologische
noties. George Fox zei: “Christus zegt dit en de apostelen zeggen dit,
maar wat kan jij zeggen? Ben jij een kind van het Licht en heb jij in
het Licht gewandeld? En wat je zegt is dat een ingeving van God?” [1]
Daarmee wil hij zeggen dat geloven niet gegrondvest is op het nazeggen
van woorden of godsdienstige teksten, maar dat het Bijbelse verhaal over
Jezus pas tot zijn recht komt als wij daarover kunnen spreken vanuit
het inwaartse Licht. In de Quakertraditie streven wij ernaar de
aanmaning “Wees spaarzaam met je woorden”[2]
ter harte te nemen. Als onze woordenstroom tot staan komt zwijgt de
oude wereld en kan de nieuwe wereld geboren worden. De Quaker traditie
maakt ons<\p>
duidelijk dat de mystieke ervaring in de stilte ons niet alleen tot hoorders van het woord gaat maken maar ons ook er toe kan brengen ons ernaar te gedragen [3]. Of met de woorden van William Penn: ‘Ware heiligheid keert mensen niet van de wereld af, maar stelt ze in staat daarin een beter leven te leiden en wekt hen op pogingen te ondernemen deze te verbeteren.’[4]
Het verhaal van Jezus’ leven wijst een weg hoe wij God in ons leven kunnen verstaan en antwoorden. Wij proberen zijn voorbeeld steeds voor ogen te houden. Zijn leer wordt voor ons het kernachtigst samengevat in Mattheüs 5 en 6 – de Bergrede.
In Mattheüs 18:20 lezen we:
‘Want daar waar twee of drie mensen in mijn naam bij elkaar zijn, ben ik zelf in hun midden’ (Statenvertaling).
En in Johannes 15:13-17:
‘Mijn opdracht aan jullie is: heb elkaar
lief, zoals ik jullie heb liefgehad. Je kunt je vrienden niet méér
liefhebben dan wanneer je je leven voor hen geeft. En jullie zijn mijn
vrienden, als je doet wat ik je opdraag. Ik noem jullie niet langer
knechten, want een knecht weet niet wat zijn heer doet. Nee, ik noem
jullie vrienden, omdat ik jullie alles heb bekend gemaakt wat ik van
mijn Vader gehoord heb. Jullie hebben niet mij, maar ik heb jullie
uitgekozen, en ik heb jullie opgedragen erop uit te gaan.
Jullie moeten vrucht dragen en je opbrengst aan vruchten niet verloren laten gaan.’
Ik heb jullie mijn Vrienden genoemd. Van wie zijn wij dus eigenlijk als Vrienden vrienden? Zijn wij altijd Zijn Vrienden? Nee, kennelijk alleen zolang wij vanuit dat medeweten (ik heb jullie alles bekend gemaakt, weet dus wat je doet) proberen te doen wat Hij ons opdraagt en voorleeft: God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf.
Kees Nieuwerth, 1986
Want de geboorte van Jezus is geen nuchter feit.
Laten wij toch beseffen
dat de Schrijvers van de kerstverhalen zo overtuigd waren van het
wonderbare, het eenmalige van Jezus, dat zij zijn geboorte niet anders
konden zien dan als een wonder en dat zij in hun eenvoud het Wonder dat
Jezus heet in stoffelijke en zichtbare beelden
beschreven en zich ermee omringden omdat zij voor de geestelijke
werkelijkheid van God in Jezus geen woorden wisten.
Anton Kalff, 1988
Kerstfeest is en blijft een ingewikkeld feest. Het roept bij veel mensen tegenstrijdige gevoelens op….Misschien symboliseert het kerstverhaal een oerdroom van mensen. In gedachten zien we de kerststal.
In de stal wordt een kind geboren. De meeste kinderen die in deze
nacht ter wereld komen, zullen neergelegd worden in een voerbak, een
sinaasappelkistje of op wat bananenbladeren in een hut. Dat merkt het
kind niet, het slaapt en droomt toch wel. Maar ieder mensenkind dat
geboren wordt vervult onze ziel met hoop. En het herinnert ons aan het
kind dat wij waren, dat wij zijn.
…Dromen maken ons weerbaar tegen het kwaad in de wereld. Zo reëel en nuchter is de droom van kerstmis.
Henk Ubas, 1992
Dat de Schepping nochtans niet af is, komt omdat God de mens mede zelf de voltooiing in handen heeft gegeven, zoals uit het door Jezus gegeven voorbeeld is af te leiden. Jezus is in dit opzicht als een baken in zee en als een wijzer op je weg, de weg naar Gods Koninkrijk, een koninkrijk waarin de ander anders is.
Henk Ubas, 1996
Wat mij inspireert en sterk vasthoudt, is de kracht van de
levende Geest, de universele Christus, die in alle mensen aanwezig is,
en die alle verschillen tussen religies overstijgt. Die kracht was
overduidelijk de inspiratie van de historische Jezus, en in die zin is
Jezus’ leer voor mij persoonlijk enorm belangrijk
Irene Visser, 2002.
<== Vorige: 3.6 Quakers en hun visie op de Bijbel
Volgende: 3.8 Houding ten aanzien van geloofsbelijdenissen ==>
3.1 Stille samenkomst
Centraal in het leven van het Religieus Genootschap der Vrienden staat het gemeenschappelijk zoeken naar de ervaring van het Inwaartse Licht. De Vrienden komen regelmatig bij elkaar (meestal op zondagochtend) om samen in stilte te wachten op die ontmoeting met God. De samenkomsten kunnen een bepaalde orde van dienst volgen (een geprogrammeerde samenkomst) of verlopen zonder enige vooraf bepaalde inhoud (een ongeprogrammeerde samenkomst). Daarnaast is er onder Quakers wereldwijd grote verscheidenheid in de mate waarin de stilte een rol speelt. In Nederland worden op dit moment alleen ongeprogrammeerde Quaker samenkomsten gehouden. Daarom beperken wij ons hier tot deze vorm van samenkomst.
De samenkomst staat open voor iedereen, maar het is goed om erbij
stil te staan dat zij niet bedoeld is als een op zichzelf staande
activiteit: de stille samenkomst maakt deel uit van de weg die de
Vrienden willen gaan.
Vrienden hebben door de eeuwen heen ervaren dat
allen die zich in de Quaker samenkomst openstellen voor het Inwaartse
Licht, zich persoonlijk of als groep door God geleid kunnen voelen. God
kan alleen gekend worden door de manier waarop Hij zich in de mens
openbaart. Soms dringt deze openbaring tot ons door, soms niet. Maar ook
degene die niets van deze openbaring beleeft kan aan de samenkomst een
belangrijke bijdrage leveren door zijn/haar (stille) aanwezigheid en die
de samenkomst verdiept.
De vorm van de samenkomst
De vorm van de Quaker samenkomst is eenvoudig. Elke plek is geschikt. De inrichting van de plek van samenkomst en de manier waarop de samenkomst precies verloopt zijn afhankelijk van de afspraken die daarover binnen de lokale groep zijn gemaakt. Bij binnenkomst word je begroet door een verwelkomende Vriend. De samenkomst begint wanneer de eerste deelnemer heeft plaatsgenomen. Het einde van de samenkomst wordt aangegeven door een daartoe van tevoren bepaalde Vriend, die gaat staan en zijn/haar buren een hand geeft, waarop iedereen dat doet. Gewoonlijk duurt een stille Quaker samenkomst ongeveer een uur.
Gesproken of gezongen bijdragen
Eén van de aanwezigen kan de inspiratie die in de samenkomst wordt
ervaren onder woorden brengen en met de anderen delen. Deze persoon gaat
dan staan, verwoordt kort en bondig wat hij of zij te zeggen heeft en
gaat weer zitten. Vrienden geloven dat God door ieder mens kan spreken
en dat iedereen toegang heeft tot God. Vrienden hechten er waarde aan
dat ieder spreken een uitdrukking is van wat men zelf in het hart of
leven ervaart
of heeft ervaren. Na elke bijdrage zijn we weer een
tijdje stil om de woorden goed tot ons door te laten dringen. Omdat
iedereen probeert iets te vertolken van wat er diep in hem/ haar leeft
is het niet de bedoeling dat anderen daar in hun bijdragen, op wat voor
manier ook, commentaar op leveren.
Wat doet iedereen in die stilte?
George Fox raadt ons voor de Quaker-samenkomst het volgende aan: ‘Wees rustig en kalm in hart en ziel. Laat je eigen gedachten los. Dan zul je ervaren hoe de goddelijke levensbron in jou je geest tot God zal richten. Daardoor zul je zijn kracht ontvangen en de vitaliteit om elke zware storm, orkaan en tegenwind tot bedaren te brengen. Laat daarom een moment je eigen gedachten, je eigen streven, zoeken, verlangen en voorstellingen los. Rust in de goddelijke levensbron in jou om je geest in God zelf tot rust te laten komen en hem nabij te komen. Dan zul je kracht van hem ontvangen en ontdekken dat hij jou in moeilijke tijden, in tijden van nood, tot hulp zal zijn; dat hij een God is die jou altijd nabij blijft’.
Vrienden zoeken hierbij ieder hun eigen weg, in het vertrouwen dat het Inwaartse Licht hen hierbij te hulp komt.
Maar
het is wel een gemeenschappelijk zoeken, een “samen op weg”, zodat wij
elkaar en God ontmoeten in de Stilte. Als dit werkelijk plaatsvindt
spreken we van een ‘in de geest verenigde samenkomst’.
De in de geest ”verenigde” samenkomst
Het komt soms voor dat de stilte haast tastbaar wordt. Alle behoefte aan woorden is verdwenen. Op die momenten kunnen de aanwezigen het gevoel hebben dat ze wezenlijk in het Licht met elkaar verbonden zijn. Een gevoel dat we met verwondering en dankbaarheid ervaren, een teken van liefdevolle eenheid.
Die verbondenheid kan ook naar voren komen doordat iemand iets zegt, soms een enkel zinnetje, waarvan een van de aanwezigen het gevoel heeft dat deze bijdrage net het troostende, verlossende woord was waar hij of zij behoefte aan had.
Voorbereiding op de Stille Samenkomst
Voorbereiding op de Quakersamenkomst betekent dat we zorgen dat we er met de juiste geestesgesteldheid aan beginnen. Dat kan bereikt worden door ook gedurende de week de stilte of de verdieping te zoeken. In de ongeprogrammeerde traditie is het niet gebruikelijk dat iemand een bijdrage thuis voorbereidt, maar het kan wel. Toch zal de beslissing om deze bijdrage ook werkelijk te leveren pas genomen kunnen worden in de Quaker samenkomst zelf, omdat alleen daar ervaren kan worden of die bijdrage bij het gevoelen van de samenkomst past.
…Wanneer iemand toelaat dat hij van slaap in de samenkomst overwonnen wordt dan verliest hij het gevoel van de kracht Gods.
Stephen Crisp, 1669. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 629
Dit stille wachten wordt niet bereikt, noch begrepen, wanneer wij
niet bereid zijn onze eigen wijsheid en wil opzij te zetten en ons
volledig aan God te onderwerpen. De mens handelt zodoende niet zozeer
zelf, maar wordt tot handelen gebracht door het Licht. In onze stille
samenkomst heeft ieder zodoende deel aan de vernieuwing en versterking
van de gemeenschap en de ‘communie’ met allen. Dus zien wij het als een
plicht bijeen te komen, waarbij het de verantwoordelijkheid van ieder en
allen is te wachten op God. Geleidelijk terugkerend vanuit onze eigen
gedachten en beslommeringen ervaren wij dan dat het een bijeenkomst is
in zijn Naam, waar Hij temidden van ons is, zoals Hij heeft beloofd.
Robert Barclay, (1676 Proposition XI in Apology)
Wanneer gij tot uw Vergaderingen komt, zit dan in stilzwijgendheid, rustend van uw eigen willen en lopen en wachtend op de Heer, met uw gemoederen in het Licht bevestigd waarmee Christus u verlicht heeft, totdat de Heer zijn leven op u ademt, u verkwikt, u voorbereid en uw geesten en zielen opwekt om u bekwaam te maken voor een zuivere en geestelijke offerande. William Penn, 1677. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 29
Om nu en dan met het volk des Heren op hem te wachten en om tot
stilheid te komen uit de vele bezigheden die in de wereld zijn en in
stilzwijgendheid te wachten om de ontspringing van het leven en de
kracht Gods in het innerlijk te voelen.
Elizabeth Hendriks, 1683. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam , 1684, blz. 538.
Zij geloven, dat in de stille tijd, dat zij samen zijn, zij
gezamenlijk iets vinden, dat zij alleen niet gevonden zouden hebben. Dat
is ‘the seed’, het zaad van het goede, dat in ieder mens, zonder enig
onderscheid, is verborgen.. De moeilijkheid is dat het leven zo druk is,
zo lawaaiig!….Ook in het overdrachtelijke, in het geestelijke is dat
het geval. De Quakers zijn mensen, die gezamenlijk even stil staan in
dit drukke leven; die gezamenlijk stil zijn en zich rekenschap willen
geven van hun eigen stuk eeuwigheid; van hun gezamenlijk stuk
eeuwigheid.
Corry Laman Trip, 1935.
Datgene dat wellicht het diepste en het wezenlijkste is bij de
Quakers is de zwijgende samen- komst. Het is het sterkste en meest
broze, wij laten het leven van alledag in ons wegzinken om het eeuwige
deelachtig te worden en voelen dat deze werkelijkheid dieper, rijker,
waarachtiger wordt.. Zijn er nog woorden nodig om duidelijk te maken wat
de dragende gemeenschap der Vrienden in de zwijgende samenkomst
betekent? Waarom hier iets aanwezig is, dat ons ver boven het
individuele gebed uit heft?
Manfred Pollatz, 1936
Het woord Inwaarts duidt een beweging aan, evenals er in het
woord voorwaarts, opwaarts, neerwaarts, achterwaarts zit. Het is een
dynamisch woord.
Het Licht is inwaarts. Het zoekt ons, het vindt ons, het verlicht ons, het verwarmt ons. Het is
ook voorwaarts, naar de wereld toe. Het is ook achterwaarts: Terug als
je te ver verkeerd gelopen bent. En neerwaarts, als je je zelf op een te
hoog voetstuk hebt gezet, en denkt dat je het zelf wel allemaal alleen
kan doen, zonder het Licht, buiten het Licht om.
Dina van Dalfsen, In: Het inwaartse Licht bij de Quakers, 1940.
Een persoonlijke getuigenis, hoe aarzelend en onbeholpen geuit,
maar ontsproten aan ter plaatse gevonden contact met God, kan het niveau
van een wijdingssamenkomst onverwacht verhogen. Door zulk een verhoging
(die ook zonder een gesproken getuigenis tot stand kan komen) gaat de
verwachting over in beleving van eenheid. Het deelhebben aan deze
collec- tieve ervaring is niet de enige gave die de wijdingssamenkomst
in haar schoot bergt. Daarvan weten mensen mee te spreken die in de
wijdingssamenkomst een individuele zegen mochten ontvangen. Niet altijd,
slechts zelden dringt dit tot derden door. Deze individuele ervaring
wordt meestal, als een heilsgeheimenis in de stilte bewaard.
Piet A. Kappers, 1956 .
In iedere bijeenkomst, waar mensen samenkomen om God te zoeken,
is het goed zijn. De essentiële waarde van iedere samenkomst wordt
bepaald door de God- gerichtheid ervan. Daarom betreur ik in mijn
gescheidenheid van u allen vooral dit: dat ik vrijwel nooit een
wijdingssamenkomst meemaak. Daar immers zoeken wij, tezamen en als
Vrienden, God in de stilte.
Eg van Meer, 1957.
Het was deze stille meeting, in alle ongetrainde onvolkomenheid
soms, die ons hart bleef trekken. Want daarin vielen woordschermen weg,
die ons in ons traditionele milieu zochten te omhullen. Voor ons, en dit
is wellicht uitsluitend een karakteruitkomst en zeker geen verdien-
ste, sprak Gods stem onverhulder in deze stilte. Zodat we in een gewone
kerkdienst meestal het begin, een lied, een Bijbelwoord, een preekbegin,
konden opnemen en daarmee zelf een lijn volgden om met schrik aan ’t
eind te merken dat we zelf een preek gedacht hadden.
Rien en Rieke Buter, 1960
Het laatste punt, misschien het belangrijkste, is het feit, dat
het Quakerisme “moeilijk” is. Is het niet veel eenvoudiger om een
voorganger te hebben, die bemiddelaar is tussen God en de men- sen? De
voorganger kan zeggen wat hij mag en niet mag. De Quaker moet het voor
zichzelf uitmaken. Van leden zelf wordt veel meer geëist. Er is een
zekere “mental training” voor nodig. Ik denk hierbij in de eerste plaats
aan de ‘meeting’. De meeste mensen zullen hier in het begin veel moeite
mee hebben. Het zal een hele tijd duren eer dat de meeting werkelijk
iets voor hen betekent.
Frans Ketner, 1960.
Indien wij het voorbeeld van Jezus navolgen, zal dat
ons brengen tot een ijverig zoeken naar meer klaarheid, meer kennis en
meer beleving van onze verantwoordelijkheid ten opzichte van het leven.
Een dergelijk antwoord op het voorbeeld van Jezus vinden wij van meer
belang dan betuigingen van ons geloof in hem. Door in stilte naar God te
luisteren en door spontaan deel te nemen aan onze erediensten ontdekken
we de kracht om antwoord te geven aan God, die in ons en in
onze naaste en in de wereld is. Indien wij willen voorkomen dat ons
leven zo wordt ingenomen door andere dingen dat wij aan dat antwoord aan
God niet meer toeko- men, moeten wij soberheid gaan betrachten.
Groep jonge Quakers, 1960.
Wij moeten leren onderscheiden tussen onze eigen ideeën en de
innerlijke leiding. Wij moeten ontdekken wat het verschil is tussen: dit
doe ik, omdat ik zie dat het nuttig en nodig is, en: ik begrijp dit
niet, maar ik waag het er mee, omdat ik dit gevoel herken en ondervonden
heb dat God mijn weg effent als ik het volg.
Dina van Dalfsen, 1965
Er zijn naar mijn overtuiging vele wegen die kunnen leiden tot een ontmoeting tussen God
en
de mens. Een van deze wegen is het “stil-zijn” waarbij de mens zich,
alleen of samen met anderen, openstelt voor “dat van God ín hem”. En
waarbij hij bidt en God vraagt om inzicht en kracht bij zijn pogen Gods
opdracht in zijn levenswijze gestalte te geven. Zij die deze weg
bewandelen worden Quakers genoemd. Ik ben Quaker! Mijn ontmoetingen met
God waren nooit zo intiem, zo intens, dan de keren dat zij plaats
mochten vinden tijdens een meeting waarin ik bewust mijzelf openstelde
voor Hem in eerbiedig stil-zijn. Ik heb daarbij nooit Gods stem gehoord
noch zijn beeltenis voor ogen gehad, maar ik heb vaak Gods aanwezigheid
op een niet te beschrijven wijze ervaren. Zijn wil begrepen, Zijn kracht
ontvangen die me in staat stelde Zijn opdracht te aanvaarden. Ook heb
ik somtijds in de houding of in de uiting van vrienden, met wie ik in
een uur van stilte mocht samenzijn, hún ontmoeting met God herkend,
voelend hoe Gods liefde in hen was.
Ton Bosman, 1972
God is liefde, lezen we in de brief van Johannes, en wie in de
liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Indien er iets van
liefde in ons blijft kunnen wij niet helemaal verdwalen. De stilte en de
innerlijke eenzaamheid is voorwaarde voor het contact met dat van God.
Onze wijdingssamenkomsten kunnen ons helpen deel te hebben aan het leven
van de stilte. Onze houding moet een verwachtende houding zijn, op het
innerlijke gericht. Dit houdt in, dat ik eerder passief in het leven
sta, dan actief.
Adolf Woldendorp, 1972
Je bent een Quaker, je hebt gekozen, je weet dat je in een
Quakermeeting met anderen God kunt vinden. Dat samenzijn is een
scheppende bron, daar is meer aanwezig dan wat men met ogen kan zien.
Daaruit ontstaat de verantwoordelijkheid voor de ander, voor opdrachten
in de buitenwereld.
Miep Lieftinck, 1982
‘Mirembe’ – ‘ Ik kom tot je in Vrede’.
Met deze hier gebruikelijke groet willen wij alle Vrienden ter wereld
groeten vanuit Kaimosi, Kenia, waar wij samen luisteren naar de weg van
de vrede; waar wij samen wijdingsdiensten hebben gehouden met stilte,
Bijbelteksten, gesproken bijdragen en gezang. Wij hebben ingezien, dat
zelfkennis, eerlijkheid tegenover ons zelf en waarheid een onmiskenbaar
deel uitmaken van ons Quakergetuigenis. We hebben ervaren, dat de
vernieuwende kracht van Gods liefde altijd beschikbaar is, die zowel
onze zwakheden als de wanhoop van de wereld in beroering zal overwinnen.
Wij zijn onze verschillende manieren van Quakerzijn gaan begrijpen en
samen willen wij getuigen van de
gelijkwaardigheid van alle mensen, mannen en vrouwen, jongeren en
ouderen van alle rassen en volkeren. Deze gelijkwaardigheid vraagt om
een nieuwe en krachtige aanpak van sociale verhoudingen, waarbij
inbegrepen een zuiver reageren op de noden van zowel onderdrukten als
onderdruk- kers. Als wij zelf overheersend of angstig zijn, staan wij
het tot stand komen van vreedzame betrekkingen en het zoeken naar vrede
in de weg. Ons beschikbaar zijn voor God en ons in stilte open staan
voor inspiratie van het Innerlijk Licht zijn onze bronnen van kracht en
vrede. Laat ons Vrienden, ons leven en het Religieus Genootschap der
Vrienden in Gods handen leggen. Moge die vernieuwende geest in en door
ons werken, zodat wij de ons toebedachte rol mogen spelen met moed, hoop
en vreugde.
Zendbrief van de 15e driejaarlijkse bijeenkomst van FWCC, Kaimosi, Kenia, 1982.
Het begin van de geloofsgemeenschap ligt niet bij de sacramenten als heils instellingen of symbolen, maar bij het diepe verlangen naar en de ervaring van de gemeenschap, de ver- borgen omgang, met God. Dit wordt voor Quakers het meest volledig uitgedrukt in de stille samenkomst waarin het spontaan gesproken woord, de (Bijbel)lezing, getuigenis en gebed een uitdrukking zijn van dat verlangen, die hoop en die geloofservaring. Onlosmakelijk daarmee verbonden is het handelend in de wereld staan en de bewustwording van onze verantwoorde- lijkheid voor onze medemensen en de schepping.
Uit: Reactie Nederlandse JV op het rapport ‘Doop, Avondmaal en Ambt’ van de Wereld- raad van Kerken, 1985.
Gezamenlijk staan we open voor Gods geest, dat is heel iets
anders dan opgaan in de volheid van het Niets. Een toestand die ik niet
verlang te kennen. Wij zoeken toch niet in de wijdings- samenkomst de
grote Leegte?
Anton Kalff, 1995.
Quakergeloof heeft alles te maken met ervaring. Want dit geloof
is de ervaring van Gods na- bijheid, van eenheid met God/het goddelijke.
Al moeten we daar tegelijk aan toevoegen: het is ook de ervaring van
het ontberen van deze nabijheid, van deze eenheid. Daarom is er sprake
van zoeken, verlangen, openstellen. Quakergeloof is dus vervulling, en
verlangen. Deze kern heeft zich aan de Vrienden onthuld als levensbron..
Henk Ubas, 1998.
Vrienden kunnen helpen door zich bij het binnenkomen niet te
laten afleiden door oppervlak- kige gesprekken voor de meeting,
voortdurend geblader in boeken enz. De Vrienden hebben in het verleden
steeds weer gewezen op de centrale plaats van de meeting. Het is het
centrum van ons dagelijks leven, de tijd waarin we samen de bron van ons
leven en de kracht ontdekken – de levende Christus. Iets zo belangrijks vraagt onze constante aandacht. Ook gedurende de voorafgaande week.
Henk Ubas, 1999.
Misschien houden we ons te vaak stil. Of zouden onze daden voor ons moeten spreken? Is dat genoeg (gebleken)? Ik weet het niet. Wel weet ik, dat we onze rijkdom zouden moeten delen; de rijkdom van de kracht, die we ervaren in onze stilte, en die onze menselijke begrippen te boven gaat.
Irene Visser, 2002.
Door mijn stil zijn probeer ik de nabijheid van God te voelen. Die nabijheid is voor mij een alledaagse werkelijkheid, maar ik leef er aan voorbij. Door met anderen stil te zijn voel ik mij met hen verbonden omdat we allen hetzelfde verlangen. In de stilte plaats ik ook mijn zwijgen, dat is als een vaartuig dat leeg blijft door mijn onwetendheid, maar mijn enige antwoord omvat aan het onkenbare Goddelijke mysterie. Het bootje heeft geen ballast, het dobbert rond op de zee van stilte. Soms blaast ineens de wind mijn kleine zeil bol en hoef ik het roer alleen maar vast te houden, niet te sturen.
Thea Droog, 2013
<== Vorige: 3 – Geloven
Volgende: 3.2 Bijzondere stille samenkomst ==>