door webQuakers | mei 22, 2022 | Geloven en werken
Tijdens de Algemene Vergadering 2006 met als thema ‘Vitalisering van ons Genootschap’ werd als een van de vernieuwende projecten geopperd een commissie in te stellen om het ons dierbare boekje Leven uit het Innerlijk Licht te actualiseren. Het boekje stamt immers uit de jaren dertig van de vorige eeuw; het was gebaseerd op de toenmalige versie van Quaker Faith and Practice en samengesteld door onze Vriend Rob Limburg.
Door de meeste Jaarvergaderingen worden hun versies van Quaker Faith and Practice eenmaal in één generatie geactualiseerd en opnieuw uitgegeven. Dus wat de Nederlandse Jaarvergadering betreft werd het tijd!
De toen ingestelde commissie kwam in de loop van inleidende gesprekken tot het inzicht, dat het bij dit karwei niet zozeer zou moeten gaan om het moderniseren van de teksten uit Leven of over het ‘hertalen’ van levensbeschrijvingen van Vrienden of uitspraken c.q. Minuten van (doorgaans de Britse) Jaarvergadering. Het leek de commissie vooral belangrijk om ook te putten uit de geschiedenis en de uitspraken van onze eigen (eerste en tweede) Nederlandse Jaarvergadering.
Daarom werd er niet voor gekozen om de inhoudsopgave van de nieuwe versie die van Leven te laten volgen, maar veeleer om de thema’s die daarin aan de orde komen op een eigentijdse manier te bespreken. En dus ook niet alle thema’s – zo hebben we gemeend niet uitdrukkelijk iets te moeten zeggen over bijvoorbeeld ‘gokken’ of ‘alcohol’, waarover vroegere Vrienden uitgesproken opvattingen hadden. Bovendien werd besloten eigentijdse thema’s als ‘duurzaamheid’ toe te voegen; zie de inhoudsopgave.
We stelden ons ten doel om – in de woorden van onze Vriend Tjeerd Dibbits – een ‘hedendaags Quaker devotieboekje’ samen te stellen om de bezinning en reflectie op ons dierbare erfgoed te bevorderen in eigen kring, persoonlijk en gezamenlijk, tijdens onze Stille Samenkomsten en in gespreksgroepen.
Een aantal teksten hebben we tussentijds voorgelegd aan een kleine groep ‘meelezende Vrienden’, verspreid over de verschillende Maandvergaderingen en leeftijdsgroepen. Dat heeft ons geholpen bij het kiezen van een woordgebruik en toonzetting van onze teksten die als eigentijds werd ervaren.
Wat betreft de levensbeschrijvingen van Vrienden in het boek hebben we ervoor gekozen met name die Vrienden erin op te nemen die een wezenlijke rol bij het ontstaan van de Quakers hebben gespeeld én die Vrienden die een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de Nederlandse Jaarvergadering hebben gespeeld. We hebben ons echter beperkt tot Vrienden die al overleden zijn. De huidige generatie Vrienden laten we dus bewust over aan (herziening door) een volgende generatie!
We hebben lang met elkaar gesproken of er wel of geen afbeeldingen van Vrienden bij die levensbeschrijvingen zouden moeten worden opgenomen. Uiteindelijk hebben we daarvan afgezien. Wat illustraties betreft heb we – ter verluchtiging – gekozen voor een aantal sobere , maar treffende pentekeningen .
We hebben zelfs geput uit een oud zeventiende-eeuws boek De Oude Waarheyd Ontdekt (1684) waarin vele (zend)brieven van de eerste Britse Vrienden in het Nederlands zijn vertaald.
We hebben uiteraard ook geschreven over de geschiedenis van de Quakers in het algemeen en de geschiedenis van de (eerste) Nederlandse Jaarvergadering in het bijzonder. Daarbij hebben we er echter voor gekozen om niet alle verschillende Quakerstromingen in de wereld te beschrijven. We beperken ons dus tot de in Europa meest gangbare Quaker traditie, die van de Stille Samenkomsten. Het boek is hier ook niet voor bedoeld, de geschiedenis van de verschillende splitsingen in de loop der tijd en de verspreiding van de Quakers wereldwijd komen ruimschoots aan de orde in andere boeken (bijvoorbeeld dat van Marianne IJspeert).
Wat de te bespreken thema’s betreft hebben we telkens gekozen voor een inleidende en toelichtende tekst, gevolgd door citaten van Vrienden en/of Jaarvergaderingen over het betrokken onderwerp. Net als in Quaker Faith and Practice zijn die citaten chronologisch gerangschikt. Zo kunnen we ook de ontwikkelingen in Quakerkring aan deze citaten aflezen.
We hebben ons veel moeite gegeven om over ieder van die thema’s vooral citaten van Nederlandse Vrienden en de Nederlandse Jaarvergadering bijeen te brengen. Daarvoor zijn onder meer alle jaargangen van De Vriendenkring en een voorloper daarvan doorgenomen!
Voorwaar een monnikenen nonnenwerk!
Wat de titel van het boek aangaat hebben we bewust gekozen voor aansluiting bij de internationale praktijk: Quaker Faith and Practice, Quaker Glauben und Wirken.
De titel Leven uit het Innerlijk Licht is in zekere zin namelijk problematisch. De vroege Vrienden spraken van ‘wandelen in het Licht’, ‘elkaar in het Licht houden’, dat wil zeggen dat zij het Licht (geassocieerd met Jezus – zie het Johannes-evangelie) terecht ervoeren als transcendent en niet als immanent. Het Licht woont niet in ons, maar omringt ons, als het ware. In beginsel hebben wij er in onze teksten dus voor gekozen te spreken over het Inwaartse Licht – net als onze Vriendin Dina van Dalfsen – dat van God uit tot ons komt en waar wij ja op mogen zeggen.
Uiteindelijk hebben we als titel voor ons boek gekozen Quaker Geloven en Werken. Dat zijn dus WERKWOORDEN. Er dient AAN geloof en VANUIT geloof GEWERKT te worden.
Net als dat bij andere Jaarvergaderingen gedaan wordt, hebben we hieraan de ondertitel ‘navolging van Jezus in de ervaring van de Nederlandse Jaarvergadering van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers)’ toegevoegd.
Overigens komt in onze teksten zowel Jezus als Christus voor, alhoewel wij meestal bij voorkeur over ‘Jezus’ spreken in plaats van de met dogmatiek samenhangende aanduiding ‘Christus’.
We hebben trouwens tevens dankbaar gebruik gemaakt van o.m. Quaker Faith and Practice van de Australische, Britse, Duitse, Franse, Ierse, Nieuw-Zeelandse, Zuidelijk Afrikaanse en Zwitserse Jaarvergaderingen.
Het is bijna niet te GELOVEN, maar na tien jaar van intensief en hard WERKEN en meestal eens in de veertien dagen bijeenkomend in het Quakercentrum te Amsterdam voor boeiende en diepe gesprekken – dus na veel schuren en schaven – bood de Commissie in 2016 de Algemene Vergadering een werkdocument aan getiteld: Quaker Geloven en Werken.
Voorgesteld werd eerst eens twee jaar lang dit werkdocument te gebruiken in onze kring om de bezinning en de reflectie op ons dierbare erfgoed te bevorderen, zowel persoonlijk als gemeenschappelijk, bijvoorbeeld in onze Stille Samenkomsten en gespreksgroepen. De uitnodiging was om daarna op ervaring gebaseerde opmerkingen, voorstellen voor aanvulling of verbetering in te sturen.
Zowel individuele Vrienden, als Maandvergaderingen hebben inmiddels dergelijke voorstellen aan de Commissie – die in de tussentijd de naam kreeg Commissie Quaker Geloven en Werken – gestuurd. Deze zijn in de afgelopen periode verwerkt in een nieuwe versie van het boek (2019).
Tijdens de Algemene Vergadering van 2019 werd volgende besluitminuut aangenomen:
AV 19 / 11 – Quaker Geloven en Werken
We hebben de afgelopen jaren een werkdocument Quaker Geloven en Werken tot onze beschikking gehad. Het komen tot een eerste publicatie van dit document, die gedragen wordt door onze Nederlandse Jaarvergadering is Sisyphus arbeid: “het betere is altijd vijand van het goede”, beseffen wij.
Het werkdocument, dat wij nu een aantal jaren ter evaluatie gebruiken, heeft een verscheidenheid aan reacties en emoties opgeleverd. De commissie heeft zich vorig jaar tot taak gesteld op basis hiervan dit jaar een versie klaar te hebben om te laten drukken.
Er komt een totaal andere (3e) versie van het werkdocument – wij hopen dat dit voor het eind van dit jaar overgaat in een levend document: gepubliceerd als gedrukte versie en op onze website.
Wij willen de gedrukte versie graag beschouwen als een momentopname van dit levend document. Uit de levende versie zal dan op het juiste moment weer een geheel herziene versie gedrukt worden.
COMMISSIE QUAKER GELOVEN EN WERKEN Tjeerd Dibbits (tot 2015)
Pieter Ketner (tot 2013)
Willem Furnée (tot 2015)
Thea Droog (eindredactie) Kees Nieuwerth (eindredactie)
door webQuakers | apr 20, 2022 | Geloven en werken
Avontuurlijk leven vraagt behalve moed, ook veel creativiteit. Vroeger keurde men echter in Quaker kringen uitingen van creativiteit af wanneer die niet op het eerste gezicht nuttig leken. De geschiedenis van de Vrienden laat een traditie zien waarin zich een geleidelijk toenemende diversiteit van opvattingen over de kunsten aftekent. De neerslag hiervan vinden we terug in de opeenvolgende versies van de zogenoemde ‘Raadgevingen en Vragen’ en de periodiek verschijnende uitgaven van de ‘Books of Christian Discipline’ ofwel ‘Quaker Faith and Practice’. Hoewel de uitspraken in al deze versies in de tijd verschilden vormen de Quaker getuigenissen steeds de rode draad.
Sommige aspecten van wat Quakers van persoon op persoon en van generatie op generatie overdroegen veranderden meer dan andere. Zo wijzigde zich de houding die de Quakers gedurende de eerste 200 jaar van het bestaan van het Genootschap innamen ten opzichte van de autonome schone kunsten. Zíj werden beschouwd als afleidende verstrooiing, die door hun meeslepend beroep op emoties de betrokkenheid op wat mensen op deze aarde ter harte moest gaan, aantastte. Het verpozen in de schijnwereld van het theater en de dans, met hun soms overdreven dramatiek en theatrale betoveríng, vonden de vroegere Quakers gevaarlijk dicht bij het gangbare patroon van triviaal vermaak liggen. Zo sloten Quakers zich oorspronkelijk af voor de muzikale traditie omdat zij die in de eerste plaats associeerden met de hofcultuur en de liturgische cultuur enerzijds, ofwel met de vulgaire cultuur van kermissen, dans, pret, zinnelijk vermaak anderzijds. Religieuze muziek werd beschouwd als iets wat de directe omgang tussen God en mens verstoorde. Daarbij kwam dat men er rekening mee hield dat gemeenschappelijke zang, als onderdeel van de samenkomst, gelovigen zou brengen tot het zingen van teksten die buiten de persoonlijke geloofservaring stonden. In de negentiende eeuw brachten de opwekkingsbewegingen in de Verenigde Staten de gemeentezang binnen de Quaker kring, en begonnen de Quakers te beseffen dat naast het ‘stille uur’ ook kunst een positieve waarde kan hebben. Elizabeth Fry pleitte in 1833 voor een plaats van kunst in de opvoeding.
In de loop van de negentiende eeuw veranderden deze opvattingen en allengs kreeg men in Quaker kring oog voor de positieve waarde die de kunsten in het menselijk leven kunnen hebben. Men begon ruimte te maken voor persoonlijke keuzen, voor de vorming van een moreel én een esthetisch oordeel op een terrein dat eerst door hen werd gemeden.
Het kiezen tussen mooi en lelijk, net zoals de keuze tussen goed en kwaad kon men nu ook zien als een onvervreemdbaar aspect van het menselijk leven. Het luisteren naar muziek, het met elkaar musiceren, het lezen, acteren, boetseren enzovoort, kortom het aanspreken van de creatieve mogelijkheden in onszelf, kunnen bijdragen tot het hervinden van ons evenwicht in een wereld die soms uit balans lijkt te zijn. Schoonheidsbeleving en het scheppend vermogen ging men zien als een door God gegeven kwaliteit van mensen.
Om een dans te maken moest ik het gevoel krijgen dat ik geleid was. Ik luisterde naar binnen door de lichamen, persoonlijkheden en capaciteiten van de dansers in een poging om naar
het diepste niveau te gaan en te ontdekken wat voor bewegingen daaruit wilden opkomen. Dan volgde ik de gouden bewegingsdraad waar en hoe die zich wilde ontwikkelen. Altijd probeerde ik goed te luisteren en te volgen. Het voelt hetzelfde als de leiding om een boodschap in de wijdingssamenkomst te delen. Van binnen naar buiten in beweging en gebaar, de bijna universele taal, van hart en ziel naar hart en ziel spreken, het toneel als wijdingssamenkomst. Dat was mijn roeping als choreograaf en mijn ervaring.
Christopher Beck, 2013.
De grond rondom mijn woning is vandaag totaal bedekt met mangogele en bruinleren bladeren. Hoezeer ik ook van ontluikend groen hou – er gaat niets boven de tinten van een vers herfsttapijt, zoals dat hier nu ligt uit te rusten na een grote storm, zich nog niet bewust van toekomstige regenpap.
Mijn ogen zwerven door alle tinten van het tapijt, van de bomen, van de ene te laat nog tot bloei gekomen zomerroos en de rode bottels. Straks is dat alles weg, er komt een lange winter van onthouding aan: kale takken, grijze luchten, donkere kleding. Alleen in huis krijgen mijn ogen dan nog voeding van Miró en van Hundertwasser. Ik ben een Quaker die leeft van kleuren en dat in deze eeuw gelukkig ook mag zeggen.
God schiep de kleuren en gaf ons de bijbehorende ogen, Deo gratias.
Thea Droog, 2013.
Wat ‘Kunst’ maken betekent, ach, dat is lastig te zeggen.
Ik weet dat ik er veel van leer. Bijvoorbeeld:
Tevreden zijn, misschien zelfs trots als iets vandaag gelukt is. Verbazing. En de volgende dag vele tekortkomingen zien en me daar nederig en bescheiden door voelen. Evalueren en relativeren dus. Wat anderen over mijn producten zeggen, zegt niet veel over die producten maar alles over de ander. Ik leer door te tekenen het belang van de grote lijn én de details, en de verhouding daartussen. Ik zie dat de schets soms mooier is dan het eindresultaat, ik merk dat een idee niet altijd gerealiseerd kan worden. Dat afstand nemen erg belangrijk is: als je ergens te lang bovenop zit, zie je het niet goed meer. Het zijn allemaal dingen die in mijn dagelijks leven doorklinken….
Ik kan er niets aan doen dat ik kan tekenen, het hoort bij me.
En ik heb beter leren kijken natuurlijk.
Als ik echt aan een langer durend werk bezig ben, is de stemming erg belangrijk. Er is geen denken tijdens het schilderen. Er is een stemming en het lichaam dat ‘gehoorzaamt’. En een geest die luistert.
Erik Dries, 2013.
Terug naar inhoudsopgave
<== 5.6 Natuur, milieu en duurzaamheid
5.8 Ouderdom als opgave ==>
door webQuakers | mrt 27, 2022 | Geloven en werken
Centraal in het leven van het Religieus Genootschap der Vrienden
staat het gemeenschappelijk zoeken naar de ervaring van het Inwaartse
Licht. De Vrienden komen regelmatig bij elkaar (meestal op
zondagochtend) om samen in stilte te wachten op die ontmoeting met God.
De samenkomsten kunnen een bepaalde orde van dienst volgen (een
geprogrammeerde samenkomst) of verlopen zonder enige vooraf bepaalde
inhoud (een ongeprogrammeerde samenkomst). Daarnaast is er onder Quakers
wereldwijd grote verscheidenheid in de mate waarin de stilte een rol
speelt. In Nederland worden op dit moment alleen ongeprogrammeerde
Quaker samenkomsten gehouden. Daarom beperken wij ons hier tot deze vorm
van samenkomst.
De samenkomst staat open voor iedereen, maar het is goed om erbij
stil te staan dat zij niet bedoeld is als een op zichzelf staande
activiteit: de stille samenkomst maakt deel uit van de weg die de
Vrienden willen gaan.
Vrienden hebben door de eeuwen heen ervaren dat
allen die zich in de Quaker samenkomst openstellen voor het Inwaartse
Licht, zich persoonlijk of als groep door God geleid kunnen voelen. God
kan alleen gekend worden door de manier waarop Hij zich in de mens
openbaart. Soms dringt deze openbaring tot ons door, soms niet. Maar ook
degene die niets van deze openbaring beleeft kan aan de samenkomst een
belangrijke bijdrage leveren door zijn/haar (stille) aanwezigheid en die
de samenkomst verdiept.
De vorm van de samenkomst
De vorm van de Quaker samenkomst is eenvoudig. Elke plek is geschikt.
De inrichting van de plek van samenkomst en de manier waarop de
samenkomst precies verloopt zijn afhankelijk van de afspraken die
daarover binnen de lokale groep zijn gemaakt. Bij binnenkomst word je
begroet door een verwelkomende Vriend. De samenkomst begint wanneer de
eerste deelnemer heeft plaatsgenomen. Het einde van de samenkomst wordt
aangegeven door een daartoe van tevoren bepaalde Vriend, die gaat staan
en zijn/haar buren een hand geeft, waarop iedereen dat doet. Gewoonlijk
duurt een stille Quaker samenkomst ongeveer een uur.
Gesproken of gezongen bijdragen
Eén van de aanwezigen kan de inspiratie die in de samenkomst wordt
ervaren onder woorden brengen en met de anderen delen. Deze persoon gaat
dan staan, verwoordt kort en bondig wat hij of zij te zeggen heeft en
gaat weer zitten. Vrienden geloven dat God door ieder mens kan spreken
en dat iedereen toegang heeft tot God. Vrienden hechten er waarde aan
dat ieder spreken een uitdrukking is van wat men zelf in het hart of
leven ervaart
of heeft ervaren. Na elke bijdrage zijn we weer een
tijdje stil om de woorden goed tot ons door te laten dringen. Omdat
iedereen probeert iets te vertolken van wat er diep in hem/ haar leeft
is het niet de bedoeling dat anderen daar in hun bijdragen, op wat voor
manier ook, commentaar op leveren.
Wat doet iedereen in die stilte?
George Fox raadt ons voor de Quaker-samenkomst het volgende aan: ‘Wees
rustig en kalm in hart en ziel. Laat je eigen gedachten los. Dan zul je
ervaren hoe de goddelijke levensbron in jou je geest tot God zal
richten. Daardoor zul je zijn kracht ontvangen en de vitaliteit om elke
zware storm, orkaan en tegenwind tot bedaren te brengen. Laat daarom een
moment je eigen gedachten, je eigen streven, zoeken, verlangen en
voorstellingen los. Rust in de goddelijke levensbron in jou om je geest
in God zelf tot rust te laten komen en hem nabij te komen. Dan zul je
kracht van hem ontvangen en ontdekken dat hij jou in moeilijke tijden,
in tijden van nood, tot hulp zal zijn; dat hij een God is die jou altijd
nabij blijft’.
Vrienden zoeken hierbij ieder hun eigen weg, in het vertrouwen dat het Inwaartse Licht hen hierbij te hulp komt.
Maar
het is wel een gemeenschappelijk zoeken, een “samen op weg”, zodat wij
elkaar en God ontmoeten in de Stilte. Als dit werkelijk plaatsvindt
spreken we van een ‘in de geest verenigde samenkomst’.
De in de geest ”verenigde” samenkomst
Het komt soms voor dat de stilte haast tastbaar wordt. Alle behoefte
aan woorden is verdwenen. Op die momenten kunnen de aanwezigen het
gevoel hebben dat ze wezenlijk in het Licht met elkaar verbonden zijn.
Een gevoel dat we met verwondering en dankbaarheid ervaren, een teken
van liefdevolle eenheid.
Die verbondenheid kan ook naar voren komen doordat iemand iets zegt,
soms een enkel zinnetje, waarvan een van de aanwezigen het gevoel heeft
dat deze bijdrage net het troostende, verlossende woord was waar hij of
zij behoefte aan had.
Voorbereiding op de Stille Samenkomst
Voorbereiding op de Quakersamenkomst betekent dat we zorgen dat we er
met de juiste geestesgesteldheid aan beginnen. Dat kan bereikt worden
door ook gedurende de week de stilte of de verdieping te zoeken. In de
ongeprogrammeerde traditie is het niet gebruikelijk dat iemand een
bijdrage thuis voorbereidt, maar het kan wel. Toch zal de beslissing om
deze bijdrage ook werkelijk te leveren pas genomen kunnen worden in de
Quaker samenkomst zelf, omdat alleen daar ervaren kan worden of die
bijdrage bij het gevoelen van de samenkomst past.
…Wanneer iemand toelaat dat hij van slaap in de samenkomst overwonnen wordt dan verliest hij het gevoel van de kracht Gods.
Stephen Crisp, 1669. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 629
Dit stille wachten wordt niet bereikt, noch begrepen, wanneer wij
niet bereid zijn onze eigen wijsheid en wil opzij te zetten en ons
volledig aan God te onderwerpen. De mens handelt zodoende niet zozeer
zelf, maar wordt tot handelen gebracht door het Licht. In onze stille
samenkomst heeft ieder zodoende deel aan de vernieuwing en versterking
van de gemeenschap en de ‘communie’ met allen. Dus zien wij het als een
plicht bijeen te komen, waarbij het de verantwoordelijkheid van ieder en
allen is te wachten op God. Geleidelijk terugkerend vanuit onze eigen
gedachten en beslommeringen ervaren wij dan dat het een bijeenkomst is
in zijn Naam, waar Hij temidden van ons is, zoals Hij heeft beloofd.
Robert Barclay, (1676 Proposition XI in Apology)
Wanneer gij tot uw Vergaderingen komt, zit dan in
stilzwijgendheid, rustend van uw eigen willen en lopen en wachtend op de
Heer, met uw gemoederen in het Licht bevestigd waarmee Christus u
verlicht heeft, totdat de Heer zijn leven op u ademt, u
verkwikt, u voorbereid en uw geesten en zielen opwekt om u bekwaam te
maken voor een zuivere en geestelijke offerande. William Penn, 1677. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 29
Om nu en dan met het volk des Heren op hem te wachten en om tot
stilheid te komen uit de vele bezigheden die in de wereld zijn en in
stilzwijgendheid te wachten om de ontspringing van het leven en de
kracht Gods in het innerlijk te voelen.
Elizabeth Hendriks, 1683. In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam , 1684, blz. 538.
Zij geloven, dat in de stille tijd, dat zij samen zijn, zij
gezamenlijk iets vinden, dat zij alleen niet gevonden zouden hebben. Dat
is ‘the seed’, het zaad van het goede, dat in ieder mens, zonder enig
onderscheid, is verborgen.. De moeilijkheid is dat het leven zo druk is,
zo lawaaiig!….Ook in het overdrachtelijke, in het geestelijke is dat
het geval. De Quakers zijn mensen, die gezamenlijk even stil staan in
dit drukke leven; die gezamenlijk stil zijn en zich rekenschap willen
geven van hun eigen stuk eeuwigheid; van hun gezamenlijk stuk
eeuwigheid.
Corry Laman Trip, 1935.
Datgene dat wellicht het diepste en het wezenlijkste is bij de
Quakers is de zwijgende samen- komst. Het is het sterkste en meest
broze, wij laten het leven van alledag in ons wegzinken om het eeuwige
deelachtig te worden en voelen dat deze werkelijkheid dieper, rijker,
waarachtiger wordt.. Zijn er nog woorden nodig om duidelijk te maken wat
de dragende gemeenschap der Vrienden in de zwijgende samenkomst
betekent? Waarom hier iets aanwezig is, dat ons ver boven het
individuele gebed uit heft?
Manfred Pollatz, 1936
Het woord Inwaarts duidt een beweging aan, evenals er in het
woord voorwaarts, opwaarts, neerwaarts, achterwaarts zit. Het is een
dynamisch woord.
Het Licht is inwaarts. Het zoekt ons, het vindt ons, het verlicht ons, het verwarmt ons. Het is
ook voorwaarts, naar de wereld toe. Het is ook achterwaarts: Terug als
je te ver verkeerd gelopen bent. En neerwaarts, als je je zelf op een te
hoog voetstuk hebt gezet, en denkt dat je het zelf wel allemaal alleen
kan doen, zonder het Licht, buiten het Licht om.
Dina van Dalfsen, In: Het inwaartse Licht bij de Quakers, 1940.
Een persoonlijke getuigenis, hoe aarzelend en onbeholpen geuit,
maar ontsproten aan ter plaatse gevonden contact met God, kan het niveau
van een wijdingssamenkomst onverwacht verhogen. Door zulk een verhoging
(die ook zonder een gesproken getuigenis tot stand kan komen) gaat de
verwachting over in beleving van eenheid. Het deelhebben aan deze
collec- tieve ervaring is niet de enige gave die de wijdingssamenkomst
in haar schoot bergt. Daarvan weten mensen mee te spreken die in de
wijdingssamenkomst een individuele zegen mochten ontvangen. Niet altijd,
slechts zelden dringt dit tot derden door. Deze individuele ervaring
wordt meestal, als een heilsgeheimenis in de stilte bewaard.
Piet A. Kappers, 1956 .
In iedere bijeenkomst, waar mensen samenkomen om God te zoeken,
is het goed zijn. De essentiële waarde van iedere samenkomst wordt
bepaald door de God- gerichtheid ervan. Daarom betreur ik in mijn
gescheidenheid van u allen vooral dit: dat ik vrijwel nooit een
wijdingssamenkomst meemaak. Daar immers zoeken wij, tezamen en als
Vrienden, God in de stilte.
Eg van Meer, 1957.
Het was deze stille meeting, in alle ongetrainde onvolkomenheid
soms, die ons hart bleef trekken. Want daarin vielen woordschermen weg,
die ons in ons traditionele milieu zochten te omhullen. Voor ons, en dit
is wellicht uitsluitend een karakteruitkomst en zeker geen verdien-
ste, sprak Gods stem onverhulder in deze stilte. Zodat we in een gewone
kerkdienst meestal het begin, een lied, een Bijbelwoord, een preekbegin,
konden opnemen en daarmee zelf een lijn volgden om met schrik aan ’t
eind te merken dat we zelf een preek gedacht hadden.
Rien en Rieke Buter, 1960
Het laatste punt, misschien het belangrijkste, is het feit, dat
het Quakerisme “moeilijk” is. Is het niet veel eenvoudiger om een
voorganger te hebben, die bemiddelaar is tussen God en de men- sen? De
voorganger kan zeggen wat hij mag en niet mag. De Quaker moet het voor
zichzelf uitmaken. Van leden zelf wordt veel meer geëist. Er is een
zekere “mental training” voor nodig. Ik denk hierbij in de eerste plaats
aan de ‘meeting’. De meeste mensen zullen hier in het begin veel moeite
mee hebben. Het zal een hele tijd duren eer dat de meeting werkelijk
iets voor hen betekent.
Frans Ketner, 1960.
Indien wij het voorbeeld van Jezus navolgen, zal dat
ons brengen tot een ijverig zoeken naar meer klaarheid, meer kennis en
meer beleving van onze verantwoordelijkheid ten opzichte van het leven.
Een dergelijk antwoord op het voorbeeld van Jezus vinden wij van meer
belang dan betuigingen van ons geloof in hem. Door in stilte naar God te
luisteren en door spontaan deel te nemen aan onze erediensten ontdekken
we de kracht om antwoord te geven aan God, die in ons en in
onze naaste en in de wereld is. Indien wij willen voorkomen dat ons
leven zo wordt ingenomen door andere dingen dat wij aan dat antwoord aan
God niet meer toeko- men, moeten wij soberheid gaan betrachten.
Groep jonge Quakers, 1960.
Wij moeten leren onderscheiden tussen onze eigen ideeën en de
innerlijke leiding. Wij moeten ontdekken wat het verschil is tussen: dit
doe ik, omdat ik zie dat het nuttig en nodig is, en: ik begrijp dit
niet, maar ik waag het er mee, omdat ik dit gevoel herken en ondervonden
heb dat God mijn weg effent als ik het volg.
Dina van Dalfsen, 1965
Er zijn naar mijn overtuiging vele wegen die kunnen leiden tot een ontmoeting tussen God
en
de mens. Een van deze wegen is het “stil-zijn” waarbij de mens zich,
alleen of samen met anderen, openstelt voor “dat van God ín hem”. En
waarbij hij bidt en God vraagt om inzicht en kracht bij zijn pogen Gods
opdracht in zijn levenswijze gestalte te geven. Zij die deze weg
bewandelen worden Quakers genoemd. Ik ben Quaker! Mijn ontmoetingen met
God waren nooit zo intiem, zo intens, dan de keren dat zij plaats
mochten vinden tijdens een meeting waarin ik bewust mijzelf openstelde
voor Hem in eerbiedig stil-zijn. Ik heb daarbij nooit Gods stem gehoord
noch zijn beeltenis voor ogen gehad, maar ik heb vaak Gods aanwezigheid
op een niet te beschrijven wijze ervaren. Zijn wil begrepen, Zijn kracht
ontvangen die me in staat stelde Zijn opdracht te aanvaarden. Ook heb
ik somtijds in de houding of in de uiting van vrienden, met wie ik in
een uur van stilte mocht samenzijn, hún ontmoeting met God herkend,
voelend hoe Gods liefde in hen was.
Ton Bosman, 1972
God is liefde, lezen we in de brief van Johannes, en wie in de
liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Indien er iets van
liefde in ons blijft kunnen wij niet helemaal verdwalen. De stilte en de
innerlijke eenzaamheid is voorwaarde voor het contact met dat van God.
Onze wijdingssamenkomsten kunnen ons helpen deel te hebben aan het leven
van de stilte. Onze houding moet een verwachtende houding zijn, op het
innerlijke gericht. Dit houdt in, dat ik eerder passief in het leven
sta, dan actief.
Adolf Woldendorp, 1972
Je bent een Quaker, je hebt gekozen, je weet dat je in een
Quakermeeting met anderen God kunt vinden. Dat samenzijn is een
scheppende bron, daar is meer aanwezig dan wat men met ogen kan zien.
Daaruit ontstaat de verantwoordelijkheid voor de ander, voor opdrachten
in de buitenwereld.
Miep Lieftinck, 1982
‘Mirembe’ – ‘ Ik kom tot je in Vrede’.
Met deze hier gebruikelijke groet willen wij alle Vrienden ter wereld
groeten vanuit Kaimosi, Kenia, waar wij samen luisteren naar de weg van
de vrede; waar wij samen wijdingsdiensten hebben gehouden met stilte,
Bijbelteksten, gesproken bijdragen en gezang. Wij hebben ingezien, dat
zelfkennis, eerlijkheid tegenover ons zelf en waarheid een onmiskenbaar
deel uitmaken van ons Quakergetuigenis. We hebben ervaren, dat de
vernieuwende kracht van Gods liefde altijd beschikbaar is, die zowel
onze zwakheden als de wanhoop van de wereld in beroering zal overwinnen.
Wij zijn onze verschillende manieren van Quakerzijn gaan begrijpen en
samen willen wij getuigen van de
gelijkwaardigheid van alle mensen, mannen en vrouwen, jongeren en
ouderen van alle rassen en volkeren. Deze gelijkwaardigheid vraagt om
een nieuwe en krachtige aanpak van sociale verhoudingen, waarbij
inbegrepen een zuiver reageren op de noden van zowel onderdrukten als
onderdruk- kers. Als wij zelf overheersend of angstig zijn, staan wij
het tot stand komen van vreedzame betrekkingen en het zoeken naar vrede
in de weg. Ons beschikbaar zijn voor God en ons in stilte open staan
voor inspiratie van het Innerlijk Licht zijn onze bronnen van kracht en
vrede. Laat ons Vrienden, ons leven en het Religieus Genootschap der
Vrienden in Gods handen leggen. Moge die vernieuwende geest in en door
ons werken, zodat wij de ons toebedachte rol mogen spelen met moed, hoop
en vreugde.
Zendbrief van de 15e driejaarlijkse bijeenkomst van FWCC, Kaimosi, Kenia, 1982.
Het begin van de geloofsgemeenschap ligt niet
bij de sacramenten als heils instellingen of symbolen, maar bij het
diepe verlangen naar en de ervaring van de gemeenschap, de ver- borgen
omgang, met God. Dit wordt voor Quakers het meest volledig uitgedrukt in
de stille samenkomst waarin het spontaan gesproken woord, de
(Bijbel)lezing, getuigenis en gebed een uitdrukking zijn van dat
verlangen, die hoop en die geloofservaring. Onlosmakelijk daarmee
verbonden is het handelend in de wereld staan en de bewustwording van
onze verantwoorde- lijkheid voor onze medemensen en de schepping.
Uit: Reactie Nederlandse JV op het rapport ‘Doop, Avondmaal en Ambt’ van de Wereld- raad van Kerken, 1985.
Gezamenlijk staan we open voor Gods geest, dat is heel iets
anders dan opgaan in de volheid van het Niets. Een toestand die ik niet
verlang te kennen. Wij zoeken toch niet in de wijdings- samenkomst de
grote Leegte?
Anton Kalff, 1995.
Quakergeloof heeft alles te maken met ervaring. Want dit geloof
is de ervaring van Gods na- bijheid, van eenheid met God/het goddelijke.
Al moeten we daar tegelijk aan toevoegen: het is ook de ervaring van
het ontberen van deze nabijheid, van deze eenheid. Daarom is er sprake
van zoeken, verlangen, openstellen. Quakergeloof is dus vervulling, en
verlangen. Deze kern heeft zich aan de Vrienden onthuld als levensbron..
Henk Ubas, 1998.
Vrienden kunnen helpen door zich bij het binnenkomen niet te
laten afleiden door oppervlak- kige gesprekken voor de meeting,
voortdurend geblader in boeken enz. De Vrienden hebben in het verleden
steeds weer gewezen op de centrale plaats van de meeting. Het is het
centrum van ons dagelijks leven, de tijd waarin we samen de bron van ons
leven en de kracht ontdekken – de levende Christus. Iets zo belangrijks vraagt onze constante aandacht. Ook gedurende de voorafgaande week.
Henk Ubas, 1999.
Misschien houden we ons te vaak stil. Of zouden onze daden voor
ons moeten spreken? Is dat genoeg (gebleken)? Ik weet het niet. Wel weet
ik, dat we onze rijkdom zouden moeten delen; de rijkdom van de kracht,
die we ervaren in onze stilte, en die onze menselijke begrippen te boven
gaat.
Irene Visser, 2002.
Door mijn stil zijn probeer ik de nabijheid van God te voelen.
Die nabijheid is voor mij een alledaagse werkelijkheid, maar ik leef er
aan voorbij. Door met anderen stil te zijn voel ik mij met hen verbonden
omdat we allen hetzelfde verlangen. In de stilte plaats ik ook mijn
zwijgen, dat is als een vaartuig dat leeg blijft door mijn onwetendheid, maar mijn enige antwoord omvat aan het onkenbare Goddelijke mysterie. Het bootje heeft geen
ballast, het dobbert rond op de zee van stilte. Soms blaast ineens de
wind mijn kleine zeil bol en hoef ik het roer alleen maar vast te
houden, niet te sturen.
Thea Droog, 2013
Terug naar inhoudsopgave
<== Vorige: 3 – Geloven
Volgende: 3.2 Bijzondere stille samenkomst ==>