8. Verantwoording werkwijze Commissie Herziening

Tijdens de Algemene Vergadering 2006 met als thema ‘Vitalisering van ons Genootschap’ werd als een van de vernieuwende projecten geopperd een commissie in te stellen om het ons dierbare boekje Leven uit het Innerlijk Licht te actualiseren. Het boekje stamt immers uit de jaren dertig van de vorige eeuw; het was gebaseerd op de toenmalige versie van Quaker Faith and Practice en samengesteld door onze Vriend Rob Limburg.

Door de meeste Jaarvergaderingen worden hun versies van Quaker Faith and Practice eenmaal in één generatie geactualiseerd en opnieuw uitgegeven. Dus wat de Nederlandse Jaarvergadering betreft werd het tijd!

De toen ingestelde commissie kwam in de loop van inleidende gesprekken tot het inzicht, dat het bij dit karwei niet zozeer zou moeten gaan om het moderniseren van de teksten uit Leven of over het ‘hertalen’ van levensbeschrijvingen van Vrienden of uitspraken c.q. Minuten van (doorgaans de Britse) Jaarvergadering. Het leek de commissie vooral belangrijk om ook te putten uit de geschiedenis en de uitspraken van onze eigen (eerste en tweede) Nederlandse Jaarvergadering.

Daarom werd er niet voor gekozen om de inhoudsopgave van de nieuwe versie die van Leven te laten volgen, maar veeleer om de thema’s die daarin aan de orde komen op een eigentijdse manier te bespreken. En dus ook niet alle thema’s – zo hebben we gemeend niet uitdrukkelijk iets te moeten zeggen over bijvoorbeeld ‘gokken’ of ‘alcohol’, waarover vroegere Vrienden uitgesproken opvattingen hadden. Bovendien werd besloten eigentijdse thema’s als ‘duurzaamheid’ toe te voegen; zie de inhoudsopgave.

We stelden ons ten doel om – in de woorden van onze Vriend Tjeerd Dibbits – een ‘hedendaags Quaker devotieboekje’ samen te stellen om de bezinning en reflectie op ons dierbare erfgoed te bevorderen in eigen kring, persoonlijk en gezamenlijk, tijdens onze Stille Samenkomsten en in gespreksgroepen.

Een aantal teksten hebben we tussentijds voorgelegd aan een kleine groep ‘meelezende Vrienden’, verspreid over de verschillende Maandvergaderingen en leeftijdsgroepen. Dat heeft ons geholpen bij het kiezen van een woordgebruik en toonzetting van onze teksten die als eigentijds werd ervaren.

Wat betreft de levensbeschrijvingen van Vrienden in het boek hebben we ervoor gekozen met name die Vrienden erin op te nemen die een wezenlijke rol bij het ontstaan van de Quakers hebben gespeeld én die Vrienden die een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de Nederlandse Jaarvergadering hebben gespeeld. We hebben ons echter beperkt tot Vrienden die al overleden zijn. De huidige generatie Vrienden laten we dus bewust over aan (herziening door) een volgende generatie!

We hebben lang met elkaar gesproken of er wel of geen afbeeldingen van Vrienden bij die levensbeschrijvingen zouden moeten worden opgenomen. Uiteindelijk hebben we daarvan afgezien. Wat illustraties betreft heb we – ter verluchtiging – gekozen voor een aantal sobere , maar treffende pentekeningen .

We hebben zelfs geput uit een oud zeventiende-eeuws boek De Oude Waarheyd Ontdekt (1684) waarin vele (zend)brieven van de eerste Britse Vrienden in het Nederlands zijn vertaald.

We hebben uiteraard ook geschreven over de geschiedenis van de Quakers in het algemeen en de geschiedenis van de (eerste) Nederlandse Jaarvergadering in het bijzonder. Daarbij hebben we er echter voor gekozen om niet alle verschillende Quakerstromingen in de wereld te beschrijven. We beperken ons dus tot de in Europa meest gangbare Quaker traditie, die van de Stille Samenkomsten. Het boek is hier ook niet voor bedoeld, de geschiedenis van de verschillende splitsingen in de loop der tijd en de verspreiding van de Quakers wereldwijd komen ruimschoots aan de orde in andere boeken (bijvoorbeeld dat van Marianne IJspeert).

Wat de te bespreken thema’s betreft hebben we telkens gekozen voor een inleidende en toelichtende tekst, gevolgd door citaten van Vrienden en/of Jaarvergaderingen over het betrokken onderwerp. Net als in Quaker Faith and Practice zijn die citaten chronologisch gerangschikt. Zo kunnen we ook de ontwikkelingen in Quakerkring aan deze citaten aflezen.

We hebben ons veel moeite gegeven om over ieder van die thema’s vooral citaten van Nederlandse Vrienden en de Nederlandse Jaarvergadering bijeen te brengen. Daarvoor zijn onder meer alle jaargangen van De Vriendenkring en een voorloper daarvan doorgenomen!

Voorwaar een monnikenen nonnenwerk!
Wat de titel van het boek aangaat hebben we bewust gekozen voor aansluiting bij de internationale praktijk: Quaker Faith and Practice, Quaker Glauben und Wirken.

De titel Leven uit het Innerlijk Licht is in zekere zin namelijk problematisch. De vroege Vrienden spraken van ‘wandelen in het Licht’, ‘elkaar in het Licht houden’, dat wil zeggen dat zij het Licht (geassocieerd met Jezus – zie het Johannes-evangelie) terecht ervoeren als transcendent en niet als immanent. Het Licht woont niet in ons, maar omringt ons, als het ware. In beginsel hebben wij er in onze teksten dus voor gekozen te spreken over het Inwaartse Licht – net als onze Vriendin Dina van Dalfsen – dat van God uit tot ons komt en waar wij ja op mogen zeggen.

Uiteindelijk hebben we als titel voor ons boek gekozen Quaker Geloven en Werken. Dat zijn dus WERKWOORDEN. Er dient AAN geloof en VANUIT geloof GEWERKT te worden.

Net als dat bij andere Jaarvergaderingen gedaan wordt, hebben we hieraan de ondertitel ‘navolging van Jezus in de ervaring van de Nederlandse Jaarvergadering van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers)’ toegevoegd.

Overigens komt in onze teksten zowel Jezus als Christus voor, alhoewel wij meestal bij voorkeur over ‘Jezus’ spreken in plaats van de met dogmatiek samenhangende aanduiding ‘Christus’.

We hebben trouwens tevens dankbaar gebruik gemaakt van o.m. Quaker Faith and Practice van de Australische, Britse, Duitse, Franse, Ierse, Nieuw-Zeelandse, Zuidelijk Afrikaanse en Zwitserse Jaarvergaderingen.

Het is bijna niet te GELOVEN, maar na tien jaar van intensief en hard WERKEN en meestal eens in de veertien dagen bijeenkomend in het Quakercentrum te Amsterdam voor boeiende en diepe gesprekken – dus na veel schuren en schaven – bood de Commissie in 2016 de Algemene Vergadering een werkdocument aan getiteld: Quaker Geloven en Werken.
Voorgesteld werd eerst eens twee jaar lang dit werkdocument te gebruiken in onze kring om de bezinning en de reflectie op ons dierbare erfgoed te bevorderen, zowel persoonlijk als gemeenschappelijk, bijvoorbeeld in onze Stille Samenkomsten en gespreksgroepen. De uitnodiging was om daarna op ervaring gebaseerde opmerkingen, voorstellen voor aanvulling of verbetering in te sturen.
Zowel individuele Vrienden, als Maandvergaderingen hebben inmiddels dergelijke voorstellen aan de Commissie – die in de tussentijd de naam kreeg Commissie Quaker Geloven en Werken – gestuurd. Deze zijn in de afgelopen periode verwerkt in een nieuwe versie van het boek (2019).

Tijdens de Algemene Vergadering van 2019 werd volgende besluitminuut aangenomen:

AV 19 / 11 – Quaker Geloven en Werken

We hebben de afgelopen jaren een werkdocument Quaker Geloven en Werken tot onze beschikking gehad. Het komen tot een eerste publicatie van dit document, die gedragen wordt door onze Nederlandse Jaarvergadering is Sisyphus arbeid: “het betere is altijd vijand van het goede”, beseffen wij.

Het werkdocument, dat wij nu een aantal jaren ter evaluatie gebruiken, heeft een verscheidenheid aan reacties en emoties opgeleverd. De commissie heeft zich vorig jaar tot taak gesteld op basis hiervan dit jaar een versie klaar te hebben om te laten drukken.
Er komt een totaal andere (3e) versie van het werkdocument – wij hopen dat dit voor het eind van dit jaar overgaat in een levend document: gepubliceerd als gedrukte versie en op onze website.

Wij willen de gedrukte versie graag beschouwen als een momentopname van dit levend document. Uit de levende versie zal dan op het juiste moment weer een geheel herziene versie gedrukt worden.

COMMISSIE QUAKER GELOVEN EN WERKEN Tjeerd Dibbits (tot 2015)
Pieter Ketner (tot 2013)
Willem Furnée (tot 2015)

Thea Droog (eindredactie) Kees Nieuwerth (eindredactie)

stilte en persoonlijke verhalen

Stilte en persoonlijke verhalen Quakers en ik   (Vivian Barty-Taylor)   In Schotland ben ik geboren in een gezin waar de Quakers al een rol speelden. Mijn moeder was Bezoeker (Attender) bij Edinburgh Central Meeting en ik ben als kind mee geweest samen met haar....

3.5 Wat Quakers verstaan onder een roeping (‘concern’)

Ons Genootschap is meer dan een willekeurige groep mensen die regelmatig bij elkaar komt. We komen samen omdat we geloven dat, wanneer we in de Stille Samenkomst in de Geest verenigd zijn, we in staat zijn tot meer helderheid van visie dan mogelijk is voor ons als individuen.
Gedurende de geschiedenis van het Religieus Genootschap der Vrienden hebben we ervaren dat het voor ieder van ons mogelijk is op wat voor tijdstip in het leven dan ook, een sterke, innerlijke roeping te voelen om een bepaalde taak of dienst uit te voeren. Deze roeping wordt gekenmerkt door een gevoel door God geroepen te zijn en dat het geboden is om op grond daarvan te handelen.
Al heel vroeg in het leven van ons Genootschap werd duidelijk dat een minimale vorm van structuur en gezag nodig zijn om de authenticiteit van een roeping te testen. Uit de wereldgeschiedenis kennen we maar al te goed het gevaar dat er in naam van God wordt gehandeld zonder dat die roeping wordt getoetst.
Vrienden die zich geroepen voelen om iets onder de morele of financiële verantwoorde- lijkheid van ons Genootschap te doen, wordt gevraagd dit ter beoordeling voor te leggen aan hun lokale groep. Dit is een uitdrukking van wederzijdse verplichtingen: die van de Vriend om de roeping te toetsen aan de plaatselijke groep en die van de groep om samen Gods leiding te zoeken en tot een besluit te komen. Een echte roeping is een gave Gods. De Vriend die geroepen is weet door een innerlijke ervaring dat er iets is dat de Geest van hem of haar verlangt, hoe vreemd en hoe onzeker dat vanuit onze menselijke waarneming eerst mag lijken. Wanneer de roeping aan de plaatselijke groep wordt voorgelegd is er gelegenheid tot het stellen van vragen en voor verdere verheldering. Terwijl de roeping door de groep overwogen wordt, is het de gewoonte dat de Vriend die zich geroepen voelt zich terugtrekt uit de beraadslaging.
Als de roeping erkend wordt door de groep, krijgt de Vriend die zich geroepen voelt een bevestiging in de vorm van een ‘Minuut’, waarmee de roeping voorgelegd kan worden aan andere Quaker organisaties waar dat nodig is. Acties, getuigenissen of projecten mogen immers alleen uitgevoerd worden in naam van de Quakers met toestemming van de plaat- selijke groep of Jaarvergadering waarvan de Vriend lid is.

Want mijn waarde Vrienden, wij zijn niet geroepen om onszelf te dienen en onze eigen zin en wil te volgen, maar om de Heer te dienen, zijn wil onderworpen te zijn en hem in zijn Licht na te volgen. Elizabeth Hendriks, 1683.
In: De Oude Waarheyd Ontdekt, Rotterdam, 1684, blz. 535

Toen besefte ik opnieuw de betekenis van de drie woorden ‘Uw wil geschiede’, die me laatst op een meeting als een voor mij nieuwe goddelijke waarheid werd geopenbaard; niet passief gedacht, maar actief; niet het fatalistische “ja, ik moet het leven aanvaarden zoals het is, ik kan er tóch niets aan doen’, maar bereid zijn om alles te doen wat God van je vraagt, in ruil voor alles, wat Hij je schenkt.

Laura van der Hoek, 1936

Ook wie bereid is het Licht in alle opzichten te volgen, kan tastend zijn weg moeten gaan. Niet omdat het Licht zelf onzeker is, maar omdat diegene nog niet voldoende geoefend is in het ontvangen van het Licht.
Dina van Dalfsen, 1936.

Het laboratorium waarin de Quaker experimenteert is het leven van alledag. In driehonderd jaar hebben Vrienden hun geloof in het innerlijk Licht getest en bewezen gezien.
Quaker zijn betekent niet alleen mystiek opgaan in God, maar betekent in het dagelijks leven verantwoordelijkheid voelen voor alle eisen die de Bergrede ons stelt.

Manfred Pollatz, 1936, overgenomen uit Der Quaeker, mei 1975.

Het Quakerisme is een vorm, een uiting van Christelijk geloofsleven, die het verstaan van gees- telijke opdrachten haast onbelemmerd mogelijk maakt. Ik zeg ‘haast’ omdat wij toch altijd tot op zekere hoogte onszelf in de weg staan, er zelden in slagen ons geheel over te geven.
Als dat eens het geval was dan zouden wij werkelijk de bergen der onoverkomelijkheden kunnen verzetten.

Wij schijnen een enkele keer daarin te kunnen slagen en dan beseffen wij hoezeer overgave en gehoorzaamheid, stil zijn en luisterend vermogen onmisbaar zijn om God in ons te laten werken.
Jim Lieftinck, 1938.

Het komt voor dat mensen zich verbeelden iets te horen wat achteraf niet de stem van God blijkt geweest te zijn. Het gevaar van dit subjectivisme is het grootst bij de enkeling. Daarom hebben wij Vrienden dan ook de mooie controle van het groepsleven. Daardoor blijft er geen plaats voor individuele eigenwil.

Karl Heinz Pollatz, 1939.

In onze wijdingssamenkomst leren we begrijpen dat een leven dat waarlijk onder Gods leiding staat een leven moet zijn, eenvoudig en geordend. Geordend van binnenuit.
Het leven van een Quaker groep komt voort uit het gemeenschappelijke ervaren van Gods aanwezigheid in de wijdingssamenkomst. Wij geloven dat die ervaringen van dezelfde aard zijn als die welke in de Bijbel beschreven zijn. Dat betekent ook dat net als toen ook aan ons een opdracht gegeven wordt die we moeten uitvoeren in de wereld.

In de loop van de geschiedenis zijn er enkele sprekende voorbeelden geweest van Quakers die door hun roeping te volgen bijgedragen hebben tot veranderingen in het gehele maatschappe- lijke leven. Een daarvan is de strijd tegen de slavernij, die weer nauw verband hield met het vredesgetuigenis.

Alles tezamen genomen geloof ik dat wij vooral nuchter moeten blijven en beseffen dat het werk dat ons te doen staat niet noodzakelijkerwijs spectaculair hoeft te zijn. Het hoeft even- min altijd juist in of samen met onze (kleine) Quaker groep gedaan te worden om een teken te zijn van het leven van die groep.
Mien Schreuder, 1960.

Als we naar elkaar luisteren en in stilte kunnen horen waar de woorden vandaan komen,

weten we dat we hoe zeer onze wegen uiteen lopen, samen voort kunnen gaan in een enkele richting terwijl we in onze woorden en in ons leven de liefde van Christus verkondigen die uit gaat naar en aan het werk is in het hart van ieder levend mens.
Piet Engelsman, geciteerd door Marianne Boelsma en Pieter Ketner, 1992

Ik realiseer me, al mijmerend in de trein naar huis, hoe traditie en organisatie altijd een geweldig gevaar voor ons ‘geloven en handelen uit ervaring’ vormen. Ook in ons Genootschap misbruiken we soms onze traditie en organisatorische beperktheid om elkaars bevlogenheid de kop in te drukken. Zijn we misschien bang om door bevlogenheid van anderen geconfronteerd te worden met onze eigen geestelijke zelfgenoegzaamheid?…..
Ik blijf hopen dat we samen als Vrienden in een geloofsgemeenschap meer kunnen betekenen voor die wereld dan we elk voor onszelf kunnen.
Hans Weening, 1993.

Terug naar inhoudsopgave

<== Vorige:3.4 – Getuigenissen
Volgende: 3.6  Quakers en hun visie op de Bijbel ==>