George Fox en consorten

George Fox en consorten George Fox en consorten Geschiedenis De quakers werden in 1649 door George Fox (1624 – 1691) gesticht. Quakers geloven dat er iets van God in ieder mens is, wat door ieder mens ervaren kan worden. Zij herkennen zich in de gedachte dat allen...

“Four Doors to Meeting for Worship”   

Van William Tabor

Pendle Hill pamphlet nr 306

Vertaald door Frieda Oudakker

Inleiding.

“Sommige mensen ’vinden het’ bijna meteen als ze hun eerste ‘Samenkomst met God’ van de Vrienden bijwonen. Zodra zij in stilte gaan zitten voelen zij zich bijeen in een Levende Tegenwoordigheid. Zij weten dat zij tenslotte Thuis zijn gekomen. Anderen kunnen die eerste Quaker eredienst ervaren als moeilijk en vreemd, maar iéts blijft hen aantrekken, totdat ze geleidelijk komen tot een rijkere en rijkere ervaring van dit samenzijn. En sommige mensen – óók gebóren Quakers – lijken het helemaal nooit te vinden. Soms gaan ze over tot andere vormen van eredienst of soms houden ze het plichtsgetrouw en hoopvol bij deze traditionele Quaker vorm.

Het woord ‘worship’ zoals we het kennen vanuit het Angel-Saksisch, is een samenvoeging van de twee woorden worth (waarde) en ship (schip – als vorm van transport /zending). Het betekent waarde geven aan dát wat het verdient. Een synoniem ervoor is aanbidding – een intense en liefdevolle focus op dat wat het meest geliefd en belangrijk voor ons is.

In schijnbare tegenstelling tot de gebruikelijke stilte in een Quaker samenkomst is ‘worship’ een actief werkwoord. In de loop van bijna tweeduizend jaar heeft de eredienst van de meeste Christelijke kerken veel actieve vormen omvat:

-een uitgesproken gebed,

– gelegenheid

– preken,

– het zingen van liederen, de communie,

– zowel als knielen, opstaan, buigen en andere fysieke activiteiten.

Een sleutel om de Quaker bijeenkomst het best te begrijpen is je te realiseren dat de uiteindelijke focus van de Christelijke eredienst bijna altijd het gebruik van de communie / het avondmaal is geweest.

De geschriften van George Fox en veel andere Vrienden wijzen op communie als centraal in ‘Quaker eredienst’. Hoewel er veel gepreekt werd in de vroege Quaker bijeenkomsten, was het allemaal met één doel: “de toehoorders naar Christus brengen en ze daar láten”.

Als we eenmaal die ervaring van gemeenschap zijn binnen gegaan, realiseren we ons dat we het niet creëerden door onze eigen actie van aanbidding. Alles wat we deden was binnengaan in een werkelijkheid die er altijd geweest is, vanaf het begin der tijden, wachtend op ons om ons daarbij te voegen , want: “In den beginne  was het Woord”. Devote zielen hebben door de geschiedenis heen deze realiteit ervaren, deze Logos. Het is er altijd, binnenin ons en om ons heen, voor ons beschikbaar als een onzichtbare stroom waar we iedere moment in kunnen stappen.

Het hart van de stille samenkomst is gemeenschap met deze onzichtbare maar eeuwige stroom van werkelijkheid, waarin de levende en eeuwige Christus is. Die gemeenschap kan ieder moment van de dag of nacht betreden worden als we klaar zijn om in die stroom te stappen, óf door de genade van God, óf door ons eigen grote verlangen (waarin ook sprake is van de genade van God).

Eén manier om die stroom in te gaan is je voor te stellen dat je door een serie van 4 stadia of deuren gaat, die leiden naar die ontmoeting.

In de volgende hoofdstukken worden de vier ingangen besproken: de deur ervóór, de deur naar binnen, de innerlijke deur en de deur erna.

Vier deuren naar de Stille Samenkomst

Door William Taber, Pendle Hill Pamphlet 306; Vertaling Frieda Oudakker

De eerste deur

De eerste van de vier deuren is ‘de deur ervoor’, oftewel die momenten gedurende de week dat we onszelf in een staat van Stilte en contact met het Hogere bevinden, of dat nou overdag is of ’s nachts. Als we onze spirituele reis, het zoeken naar God, serieus nemen, ontdekken we vroeger of later dat het één-keer-per-week Stille Uur op zondag niet genoeg is om ons te voeden. Dat is bijna een vaststaand gegeven. We ontdekken dus het belang van ‘de deur ervoor’.

Het is geen toeval dat het door de traditionele Quakers belangrijk wordt gevonden om ook midden in de week een keer samen te komen. Zo is het ook geen toeval dat in de Quaker geschiedenis werd aanbevolen om dagelijks tijd te nemen voor persoonlijk gebed, bijbel lezen, geïnspireerd schrijven of reflectie, dus tijd voor God.

Quakergeschriften vertellen ons dat vroegere Vrienden vaak verschillende keren per week door ‘de deur ervoor’ gingen. Als ze hun plaats innamen voor de zondagse of doordeweekse bijeenkomsten, waren ze al voorbereid om de bekende en levende stroom binnen te gaan.

We denken vaak dat het moderne leven veel meer gefragmenteerd is en stressvoller is dan het leven van de vroegere Vrienden. Dan is het des te belangrijker dat wij, net als zij, wegen vinden om gedurende de week vaker door ‘de deur ervoor’ te gaan. Zo kunnen ook wij met hoofd, hart en geest voorbereid de ruimte van onze zondagse bijeenkomst binnen gaan, om de diepe gemeenschap te

ervaren die daar mogelijk is.

Er zijn hele praktische redenen om door die deur te gaan:

Iemand die gedurende de week tijd voor spirituele voeding neemt, heeft minder tijd nodig om afstand nemen van dagelijkse beslommeringen en gewoontes. We leren makkelijker en sneller in diepe aandacht te gaan voor de levende Tegenwoordigheid, die Stroom die altijd aanwezig is.

Als de zondagse Stille Bijeenkomst onze enige haven van vrede en rust is gedurende de week, dan kan de luxe van die stille privéruimte zo kostbaar worden, dat we zelfs weerstand hebben tegen gesproken Leiding – vooral als de woorden ons ongeschikt lijken – zodat we onvervuld en gefrustreerd uit de bijeenkomst komen. Mensen die week na week door ‘de deur ervoor’ zijn gegaan vinden het makkelijker om zelfs midden in grote onrust in contact te blijven met de levende Bron, die hen kan vernieuwen en leiden.

En tenslotte, zelfs een paar deelnemers in een bijeenkomst die regelmatig door de week de Stilte hebben gezocht maken dat de hele groep zich makkelijker lijkt te voegen in de diepe levende Stilte, die Vrienden de ‘Verenigde Bijeenkomst’ noemen.

Laten we nog even terugkeren naar het concept van samen zijn met God als een stroom. De Stilte binnen gaan kun je ervaren als in een stroom stappen. Voor mij voelt het, hoewel onzichtbaar, als echt in een waterstroom stappen. Voor iedereen die het ervaren heeft is een bad nemen in puur stromend water onmiskenbaar geweldig door de vitaliteit die het geeft. Net zo onmiskenbaar is voor iedereen die het ervaren heeft de heling, de vrede, de vernieuwing, het gevoel van eenwording waarvan deze veranderde staat van bewustzijn vergezeld gaat.

Vroeger dacht ik dat die stroom ingaan iets is dat ik doe. Het is steeds meer gaan voelen alsof de Stilte een bewustzijnsstaat is die ik binnenga. Ik word opgenomen in een levende onzichtbare stroom van werkelijkheid, die door de hele geschiedenis heen aanwezig is geweest. Op een mysterieuze manier verenigt die stroom mij met de gemeenschap der heiligen door de eeuwen heen.

Hij brengt me in de tegenwoordigheid van de Levende Christus, het Woord, de Logos, beschreven in het Evangelie van Johannes.

Binnengaan door ‘de deur ervoor’ kunnen we zien als je steeds weer onderdompelen in die levende stroom. Zo kunnen we op zondag in de Stille Wijdingssamenkomst terugkeren in een vertrouwde werkelijkheid.

Zo kan de stilte ons de hele week voeden en vernieuwen. Iedere dag biedt hier talloze mogelijkheden voor.

Een dagelijks moment van je terugtrekken kan een waardevolle gewoonte worden. Daaraan beginnen én het doorzetten, in welke vorm van discipline dan ook, lijkt één van de waardevolste stappen te zijn naar echte spirituele groei en het ervaren van een meer gedegen en betekenisvolle Stille Samenkomst.

Natuurlijk, zoals de uiterlijke omstandigheden in ons leven altijd weer veranderen, zo zal de bijzondere vorm en inhoud van de dagelijkse inkeer van mens tot mens enorm verschillen en veranderen naarmate we zelf verder groeien.

Het moment van gaan slapen, of wakker worden kan een waardevol moment zijn om ons te herinneren wie we zijn en hoe we door het stromende Levende Centrum van ons leven geraakt worden en hoe wij eraan kunnen raken. Voor anderen kan wakker worden in de nacht een moment zijn om te rusten in de eeuwige armen voor een stil gebed. Of ’s nachts wakker wordend kan de Stroom ons verbinden met andere Vrienden van onze groep, met de hele schepping.

Ook tijdens het reizen naar je werk in de trein, auto of op de fiets zijn er mogelijkheden om geraakt te worden en tenminste voor enkele momenten die veranderde staat van bewustzijn – die altijd op ons ligt te wachten – te ervaren.

Voor iedereen die bewust de schoonheid van de talloze aardse vormen ervaart is het een kleine stap om door ‘de deur ervoor’ te gaan. Omdat “beauty is in the eye of the beholder” kan dat zelfs in een ‘lelijke’ omgeving. Zo kunnen we ‘kijken’ gebruiken om onze gevoeligheid te verhogen. Op die manier kunnen we honderden keren per dag schoonheid zien. Zoals je in de biofeedback kan leren te midden van spanning je fysieke staat van zijn veranderen, kunnen we zelfs pijn en frustratie omzetten in een kort gebed of om zegen vragen op een probleem.

Ik hoor je zeggen: “Wacht even, je laat het zo makkelijk klinken, maar dat is het voor mij niet. Ik heb van alles geprobeerd, maar ik voel geen verschil.”

Ja, het vraagt tijd en geduld!

Ik wil vier suggesties doen uit mijn eigen ervaring, die mij geholpen hebben:

Voor veel Vrienden is het genoeg om te ontspannen en je het Goddelijke Mysterie te herinneren, om door ‘de deur ervoor’ te gaan.

De tweede deur – de deur naar binnen

Misschien ben je wel eens als eerste in de ruimte van de bijeenkomst gekomen. En heb je, hoewel het nog geen tijd was, ervaren dat er al een Tegenwoordigheid in de kamer was.

Wanneer begint de Wijdingssamenkomst feitelijk?

Een hint in die richting kreeg ik toen ik in een Trappisten klooster met een monnik naar de kapel liep.

Terwijl we gezellig liepen te praten zag ik ineens in zijn ogen dat een deel van hem al in de kapel was, bezig met de eredienst die nog niet eens begonnen was.

Hierna beschrijft William Taber dat de meeting feitelijk begint als we door ‘de deur ervoor‘ gaan, waarover we in de vorige Vriendenkring konden lezen. Bijvoorbeeld: als we de bijeenkomst voor ons zien, als we in de Stroom stappen, als we Vrienden in gedachten nemen, of in welke vorm dan ook. Geëigende momenten daarvoor kunnen de avond ervoor zijn, of bij het wakker worden op zondagochtend.

Door de hele Quaker geschiedenis heen werd vaak aan Vrienden gevraagd tijd te nemen om hier van tevoren bewust aandacht aan te besteden.

Het letterlijk door de deur naar binnen stappen voor de wijdingssamenkomst kan een fysiek gebed worden als lichaam, geest en spirituele zintuigen afstemming zoeken op de Stroom terwijl we naar onze plaats lopen. We installeren ons op onze stoel, ontspannen maar niet onderuitgezakt. We zijn klaar om naar binnen te gaan – inkeren en centreren.

Op dit punt hebben vrijwel alle religieuze tradities openingsrituelen ontwikkeld. Zij helpen deelnemers de overgang te maken van de gewone bewustzijnstoestand naar het ruimere bewustzijn van de eredienst. De eerste minuten van onze wijdingssamenkomst kunnen erg gewoontjes en kleurloos lijken. Totdat we ons realiseren dat wij de inzet van iedere deelnemer nodig hebben om te komen tot een gezamenlijke liefdevolle gerichte aandacht. Die ons van het ene bewustzijns niveau naar het andere leidt. Er is geen dominee of priester die het werk voor ons doet.

Er zijn veel verschillen in hoe ieder van ons dat pleegt te doen.

Er zijn 3 duidelijke kwaliteiten voor nodig:

  • Een diep verlangen naar het ervaren van Gods Tegenwoordigheid
  • Focus. Met welke techniek dan ook – of het ontbreken daarvan. De opening van de bijeenkomst vraagt een alert gerichte aandacht op die Tegenwoordigheid.
  • Vertrouwen, een synoniem voor geloof. Het vertrouwen om alles los te laten en ons moedig over te geven aan de diepe Stroom van het Levende Water.

Hier volgen enkele benaderingen van dit moment van naar binnengaan en centreren. Niemand gebruikt ze allemaal en misschien zijn er nog wel meer dan deze:

  • Herinner je dat je altijd al in die Tegenwoordigheid bént. Nu zoek je een manier om met je hele zijn te komen tot bewustzijn ván en harmonie mét die eeuwige, liefdevolle en transformerende Tegenwoordigheid.
  • Veel mensen beginnen met hun lichaam in een rustgevende positie te brengen. In een houding die langere tijd volgehouden kan worden en waarin een goede ademhaling mogelijk is. Voor de meeste mensen betekent dit voeten plat op de grond, handen in de schoot, een rechte rug en de ogen gesloten of ontspannen open. Sommigen bereiken dit door als-in-gebed ieder deel van hun lichaam beurtelings te ontspannen. Van beneden naar boven, of andersom.
  • Sommigen herhalen langzaam het onze vader een aantal keer. Iedere zin ervarend en doorvorsend, als een manier om dieper in contact met de Tegenwoordigheid te komen.

Je kunt ook andere inspirerende teksten herhalen, zoals psalm 23 ‘De Heer is mijn Herder’.

  • Een mantra zeggen , d.w.z. één of meer betekenisvolle woorden voor je zelf herhalen. Op iedere ademhaling in gedachten een paar woorden zeggen die je herinneren aan de Tegenwoordigheid.
  • Een spontaan vrij gebed kan helpen.
  • Bidden voor de personen die aanwezig zijn
  • Het gebruik van mentale beelden zoals

  • jezelf zien in de Stroom die al vanaf het begin van de schepping aanwezig is en ons allemaal omvat.
  • jezelf doordrenkt zien van de transformerende liefde van God.
  • visualiseer hoe de liefde stroomt naar iedereen in de kring. Daarna verbind je alle deelnemers met elkaar en met God.
  • Jezus Christus of een ander aspect van het Goddelijke zien, misschien als een licht dat de hele ruimte vult, of dat zich richt op iemand met een speciale behoefte.
  • zie jezelf als de centrale figuur in een bijbel verhaal. Doorleef het hele verhaal. Welke nieuwe blik krijg je hierdoor op de boodschap van Jezus voor jouw leven?
  •  
  • Andere Vrienden worden zich eenvoudig bewust van de Stille Aanwezigheid in de ruimte en gaan daar woordeloos in op.

Samenvattend: voor sommigen zijn focus en concentratie de ingang en voor anderen een ontspannen toelaten van contact met de Geest. Toch lijkt het de combinatie van ontspannen én gefocust zijn, die de weg wijst naar het veranderde bewustzijn van ‘de deur naar binnen’.

NB. 1   Al deze suggesties laten het klinken alsof we iets moeten dóen. Alsof het allemaal van óns af hangt. Maar de meeste mensen merken dat het verlangen volledig aanwezig te zijn én de les om te ontspannen in plaats van krampachtig het juiste te willen doen, veel belangrijker zijn dan al deze technieken.

Voor sommige ervaren Vrienden wordt het passeren van de deur naar binnen relatief simpel. Ze gaan eenvoudig zitten, staan lichaam en geest toe om tegelijk ontspannen én alert te zijn en sluiten of ontspannen hun ogen. Dan zijn ze al gauw daar, gewoon omdat ze er al zo vaak geweest zijn. En omdat hun verlangen daar wéér te zijn zo groot is.

NB.2    Soms hebben we een aantal moeilijke samenkomsten, omdat het hoofd zo vol afleiding is geweest dat we de Levende Aanwezigheid totaal niet op de gebruikelijke manier gevoeld hebben. Dan kunnen we ons afvragen of we ooit nog wel daar zullen komen. Spirituele leraren vertellen dat dit momenten kunnen zijn dat God heel dichtbij is. Als we, iedere keer dat we merken dat we afgeleid zijn, weer zachtmoedig terugkeren naar God, kunnen we juist een grote spirituele groei doormaken. Na in vertrouwen door veel van zulke bijeenkomsten heen gegaan te zijn, realiseren we ons geleidelijk dat de werkelijkheid van Gods doorgaande transformerende werk binnen in ons steeds duidelijker wordt. We kunnen ons bewust worden van een nieuwe stevigheid, kalmte en gecenterd zijn, als een soort grondtoon in ons dagelijks leven.

De derde deur: De deur van binnen

Voor sommige Vrienden vraagt het tijd om in de wijdingssamenkomst ‘de deur van binnen’ te passeren. Anderen kunnen bij de overgang naar binnen heel snel de drempel overgaan. Gewoonlijk kan een ervaren Vriend het verschil voelen als de Vrienden zijn ‘gesetteld’, of ‘gathered’, of zelfs ‘covered’. *

Toch is er geen uiterlijk signaal of plotselinge uitbarsting van licht die deze verdieping van kwaliteit van de Stilte vergezeld. Als we er al aan denken realiseren we ons soms in rustige verwondering dat we er al een paar minuten zijn.

Deze ervaring, van verenigd te zijn met een groep, die wacht op de Geest, kan op veel manieren beschreven worden. Niet één daarvan is op zichzelf allesomvattend en geen enkel persoon zal ze allemaal ervaren, tenminste niet in één bijeenkomst. Het voelt voor veel mensen als opgetild worden of uitdijen naar een staat van bewustzijn met een vreugdevolle, innerlijke en moeiteloze rust.

Tegelijkertijd komt de geest in een toestand als bij dromen. Het lijkt op het zitten bij de zee of een bergbeekje, als de tijd wegvalt of onbelangrijk wordt.

Sommigen ervaren een moeiteloze stroom van beelden die door de geest gaan, met nu en dan een pauze. Soms rijst een beeld helderder op, schijnbaar met een speciale betekenis. Anderen ervaren een ontspannen stroom van logische gedachten rond een probleem dat in hun geest oprijst. Misschien komt er een terugblik op de afgelopen week, met mogelijk een pauze voor een episode waar we moeite mee hebben of waarover God ons iets te zeggen heeft. Of we worden in een vanzelfsprekende stoom van gebed getrokken.

Het is alsof we in een levende stroom vol vernieuwende helende energie staan. Een stroom die vooruit en terug reikt in de tijd. We hebben een mysterieuze ontmoeting met de transformerende Tegenwoordigheid van de Levende God en de eeuwige Christus.

In die stroom voelen we, zoals George Fox zei, onze potentie om in een levende eenheid te zijn met dezelfde kracht die er in de profeten en apostelen was, waaruit de geschriften ontstonden. (Maar de meesten van ons zijn nog niet zoals de apostelen en profeten. de Stroom heeft nog veel werk te doen met ons reinigen en transformeren!)


Deze ervaring is vergelijkbaar met in stromend water staan. Net zoals in het water, hebben we nooit enige twijfel of we erin zijn. Een ervaren Vriend leert gewoonlijk te herkennen hoe het voelt in de Levende Stroom. Net als een aardse rivier lijkt deze speciale realiteit geen begin en geen einde te hebben, zelfs al weten we dat dit water stroomt van zijn Bron naar de eeuwige Oceaan. Zoals een aardse rivier is het altijd dezelfde rivier, terwijl hij altijd leeft en stroomt en verandert. En zoals een aardse rivier stroomt hij tussen herkenbare grenzen die, hoewel ze soms wat veranderen, door de jaren heen steeds fundamenteel dezelfde zijn. Daardoor kunnen de tradities en de geschriften ons helpen om te weten hoe we die Stroom kunnen vinden. In deze Levende Tegenwoordigheid wordt het veilig voor het ego om te ontspannen. De scherpe grenzen van het zelf vervagen. Er kan iets nieuws binnen komen als we onszelf meer en meer verenigd voelen met de andere Vrienden en met de Geest van God.

Dit gevoel van een gezamenlijke realiteit kan zo sterk worden dat we het bijna kunnen aanraken. Het herinnert ons aan de verwijzing naar de samenkomst als ‘het lichaam’ in de geschiedenis de Vrienden. Zo krijgt de taal van het Nieuwe Testament over verbinding door de wijn bij het avondmaal een nieuwe betekenis. We worden ons gewaar van de diepere waarheid achter deze metafoor bij de herinnering aan het oudchristelijke concept van een geloofsgemeenschap als het lichaam van Christus.

In deze staat van bewustzijn realiseren we ons ook de waarheid van een andere metafoor: ‘in de Geest van Christus’. We gaan ervaren dat onze rationele geest eerder een gereedschap is dan een meester. Onze geest is ingebed in een grotere Geest met toegang tot andere wegen van weten. We voelen ons hierbij geroerd. Dan kunnen we deze fase van de bijeenkomst beschrijven als een tijd van verbazingwekkende genade en nieuwe waarnemingen in het Licht. Hoewel die beschrijving op zich accuraat is moeten we er aan toevoegen dat het ook pijnlijk kan zijn. De vroege Vrienden spraken van ‘Het innerlijk werk van Christus’. Dat brengt ons een getransformeerd leven. Een leven dat vraagt om trouwe aandacht voor de Goddelijke Tegenwoordigheid en ook trouwe gehoorzaamheid aan de Goddelijke wil, zoals we die kennen door de geschriften en de Heilige Geest. Dus we hoeven niet verbaasd te zijn als te midden van de vrede van een bijeenkomst in een eenheid van deelnemers en God, wij onszelf geconfronteerd zien met onplezierige situaties in ons leven, of we zien ineens iets van onszelf dat ons zorgen baart of pijn doet. Dat kan ontmoedigend zijn in de context van de vrede die we net beginnen te voelen. Totdat we ons George Fox ’s indringende boodschap herinneren dat een belangrijk deel van het werk van het Licht is het bloot leggen van hoe verward en van het pad geraakt– of zondig – onze levens werkelijk zijn. 

Op dat punt zegt Fox, en veel andere spirituele Quaker gidsen, kunnen we ons verheugen in de zekere wetenschap dat hetzelfde Licht ons de weg toont om het te veranderen. Dus als zo’n onprettig bewustzijn van iets dat in ons leven niet goed loopt in ons blijft opkomen, in de vrede van de stille bijeenkomst, kan het een teken zijn dat we hier aandacht aan moeten gaan besteden. Op dat moment vraagt het een paar minuten van ons in de stille expanderende aandacht die zo karakteristiek is voor de verzamelde bijeenkomst. We kunnen ons ervan losmaken en het langzaam rond laten gaan in onze geest, ongeveer zoals een kind het licht op een glimmende kiezelsteen kan laten weerkaatsen. In deze minder veroordelende staat van bewustzijn kunnen geleidelijk nieuwe mogelijkheden, of oorzaken, of uitkomsten van het probleem opkomen, als we doorgaan het in het Licht te houden. Soms is er geen onmiddellijke oplossing, hoewel we voelen dat er een proces begonnen is. In andere tijden kunnen we een helder beeld krijgen van de veranderingen in ons leven die gevraagd worden. Het helende Licht helpt op de een of andere manier om op een diep niveau onze wilskracht te ondersteunen bij deze veranderingen. Het is het beste om ons niet te lang te bekommeren om zo’n probleem tijdens een bijeenkomst. We kunnen het de ritmes van de gemeenschappelijke stilte toevertrouwen ons verder te dragen op de Levende Stroom.

Voor sommigen kan het innerlijke werk van Christus een sterk gevoel van innerlijke genezing geven, vergezeld van vreugde, vrede, dankbaarheid voor de wonderen van de schepping. Ook kan er een geruststellend gevoel van grote innerlijke ruimte en leegte voor God zijn.

Vrienden hebben woorden gebruikt als eenheid, gemeenschap of doop, om zulke momenten te beschrijven waarin een hele groep verzameld lijkt te zijn in een woordeloze eenheid met God.

Als ‘verzamelde’ groep – als we ons als groep één voelen in de Geest – krijgen sommigen van ons nieuwe waarnemingen. We kunnen ons bijvoorbeeld geleidelijk gaan realiseren dat we een bekende Vriend in onze bijeenkomst op een nieuwe manier zien. We zouden over die persoon gedacht kunnen hebben als een ‘agressieve beer’, maar nu zien we ineens het angstige of eenzame kind achter die façade. Bij iemand anders, die we ervoeren als trots en eigenwijs, zien we nu het lijden en de pijn onder de oppervlakte. Als we ons bewust worden van een gebogen hoofd aan de andere kant van de kamer, kunnen we ons geroepen voelen om te bidden voor die persoon. Of het komt ineens bij ons op dat we nodig een bezoek of een gesprek moeten organiseren met die persoon. Gevoelige Vrienden kunnen een signaal krijgen dat iemand een gesproken boodschap nodig heeft in deze bijeenkomst.  Ze kunnen geleid worden om in stilte te bidden voor zulke mensen, als een soort spirituele vroedvrouw.

Op een radicaal nieuwe manier naar oude herinneringen kijken, is een ander soort nieuwe waarneming in het Licht. In wat eerst een onsamenhangende keten van omstandigheden, teleurstellingen, rampen, relaties en kleine successen leek te zijn, kan de beschermende en leidende hand van God herkend worden. Zo kan deze speciale staat van zijn soms een nieuw begrip van oorzaak en gevolg doen opkomen. Het ontwikkelt en bekrachtigt een nieuw spiritueel ‘gezond verstand’ zou je kunnen zeggen.

Het opeenstapelende effect van de nieuwe waarnemingen, voortgebracht door het innerlijke Werk van Christus, brengt subtiele en diepgaande veranderingen in de manier waarop we ons verhouden tot onszelf, andere mensen, dieren en de hele schepping.

De ultieme test van ons antwoord op het innerlijk Werk van Christus ligt niet in wat we vóelen tijdens de Stille Samenkomst, maar in hoe we ons daarna verhouden tot onze medemens en alles in Gods Schepping. Deze nieuwe logica van spiritueel oorzaak en gevolg kan uiteindelijk het zaad van een ‘roeping’ doen ontkiemen. Terwijl de bijeenkomst gewoon doorgaat, voelen we ons geleid om betekenisvol verschil te gaan maken in persoonlijk gedrag, of we voelen een roeping om tijd en energie te steken in de gemeenschap, het land, of in de wereld.

Als de bijeenkomst doorgaat in deze gezamenlijke ontvankelijke staat, kan iemand opstaan en een paar woorden spreken, of een gebed aanbieden. Als we de magie van de verenigde bijeenkomst toestaan zijn werk in ons te doen, kan zelfs ons luisteren een kwaliteit aannemen alsof we de woorden meer absorberen, dan dat we er alleen maar naar luisteren en erop reageren. Ook is het niet ongebruikelijk dat de boodschap parallel loopt aan onze eigen stroom van gedachten, of dat die direct betrekking heeft op een probleem of vraag in onszelf. Misschien kan de boodschap helpen onszelf bij elkaar te rapen en ons te focussen, zodat we dieper worden opgenomen in de ons omringende transformerende krachten.

Soms is de boodschap moeilijk om aan te horen. Misschien zegt de spreker iets waar we ons liever niet in willen verdiepen. Toch, als we de woorden eerder absorberen dan wegen, kunnen we ontdekken dat God deze woorden gebruikt om ons te openen voor een blinde vlek, een vooroordeel of gebrek aan vertrouwen – en dat kan pijnlijk zijn. Zelfs als de boodschap lang en vervelend is, of in onze ogen zelfs ongepast, kunnen we nóg in die speciale toestand van bewustzijn blijven, die het mogelijk maakt om op God gericht te blijven en tegelijkertijd de spreker en de rest van de aanwezigen te omringen met licht en liefde.

‘Ministry’ – ‘evangeliebediening’ – getuigenis – geroepen zijn.

Hoe kan een Vriend die zich uitspreekt, de bijeenkomst in de weg zitten of helpen?

Omdat het Quaker systeem van geroepen worden om te getuigen zo uniek is, is het belangrijk om iets te zeggen over de historische ontwikkeling. Gedurende de geschiedenis werd het grootste deel van de gesproken getuigenissen gedaan door de weinige vrouwen of mannen die zich speciaal door God geroepen voelden. Meer dan 200 jaar werden door groepen Quakers dergelijke uitspraken ‘erkend’ of beschreven. Het waren uitspraken waarin zij zowel een oproep als een gift aan de gemeenschap onderscheidden. De getuigende Vrienden spraken zich alleen uit als zij een onmiddellijke inspiratie of innerlijke aandrang voelden van de Heilige Geest. Als ze zich geroepen voelden op reis te gaan met hun boodschap, wachtten ze normaal gesproken totdat hun Quakergroep zich boog over dat dringende verlangen. De groep ondersteunde hen dan door een ‘reisbrief’ mee te geven als referentie. Zo werd de weg voor hen geopend, waarheen ze ook reisden onder de Vrienden. Deze ‘beschreven getuigenden’ waren verantwoording verschuldigd aan elkaar, de Ouderen, en uiteindelijk aan hun eigen Quakergroep. Quakerdiensten en gebeden waren in die tijd vaak veel langer dan nu. Ze neigden ernaar onderwijzend en vermanend te zijn. De Vrienden van nu, met hun ongeprogrammeerde bijeenkomsten, zouden zich er niet prettig bij voelen.

De gewoonte van het beschrijven, of verantwoording afleggen is er niet meer. Hoe weten we of we niet te veel vanuit onze eigen ideeën spreken? Hoe kan het kleine aantal getuigende Vrienden in de Wijdingsbijeenkomsten in deze tijd, of iedereen die zich geleid voelt om iets te zeggen, er zeker van zijn dat ze niet te vaak spreken, te lang, of te veel vanuit persoonlijke ideeën?  Het meest zeker zijn we, als we alleen spreken vanuit de speciale bewustzijnsstaat van eenheid met de mede Vrienden en met het Goddelijke: we zijn de deur naar binnen gepasseerd. Als we meer ervaren worden met die staat van zijn wordt het geleidelijk makkelijker. We leren de vele subtiele, persoonlijke impulsen om te spreken te onderscheiden van de authentieke Goddelijke aandrang om het kanaal voor een boodschap te zijn.

De traditionele tekenen, die de impuls vaak vergezelden, waren een snelle ademhaling en heftig kloppen van het hart, soms zelfs trillen en beven – we zijn niet voor niets Quakers genoemd. Maar de innerlijke aandrang en de vrede die volgt op het door de Geest geleid zijn, zijn meer accurate tekenen dan die fysieke signalen. Evenals het feit dat die innerlijke drang niet alleen tot spreken kan leiden, maar ook tot vele andere door God ingegeven activiteiten. Slechts weinig mensen kunnen verwachten geleid te worden tot spreken in een wijdingssamenkomst. Maar iedere trouwe Vriend kan verwachten mettertijd het verschil te leren kennen tussen de ware aandrang om te spreken vanuit contact met de Geest, of andere motivaties om in actie te komen. We leren onderscheiden wat voor ons eigen persoonlijke dagelijks leven bedoeld is en wat voor de groep.

Soms kunnen mensen die tamelijk vaak spreken in de groep het nodig hebben om dat een tijdje niet te doen. De Geest zal wel wegen vinden om ons dat te laten weten, als we erop letten. Iemand waarschuwt ons bijvoorbeeld, of er komt commentaar van groepsleden. Als we gevoelig zijn kunnen we een onzichtbare weerst
and voelen in de groep.

Nadat mij jarenlang door Vrienden was verteld, soms met tranen in de ogen, dat wat ik had gezegd hen direct en intens aansprak, overkwam mij dat. Ik was verbaasd toen ik andere signalen kreeg en onthield mij een tijdje van spreken in de wijdingssamenkomsten. Dat was eerst frustrerend, want ik wist vaak wat de aanwezige groep moest horen. Maar de ervaring leerde mij dat, als ik sprak zonder dat heldere, innerlijk bewogen-worden om te spreken, mijn woorden weinig effect hadden, maar feitelijk de voortgang van de groep verstoorden.Geleidelijk aan leerde ik en ervoer ik andere manieren van getuigen, die belangrijker waren dan gesproken getuigenissen. De gesproken leiding is altijd beperkt tot een paar mensen in de stille samenkomst. De meer belangrijke, stille getuigenis is open voor iedereen. Ik ontdekte, in mijn vernieuwde leerperiode, dat de onopvallende, onzichtbare boodschap van mensen die nooit spraken in de bijeenkomst, vaak belangrijker was dan de uitgesproken woorden! Deze onzichtbare leiding helpt de groep dié staat van bewustzijn te bereiken waarin hoofd, hart en wil open en verenigd zijn, zodat het werk van God onder ons kan gebeuren. Het helpt de groep ontvankelijk te zijn voor de levens veranderende Leiding als die komt. Daarnaast inspireert en voedt het de Vrienden met het vermogen om een  gesproken getuigenis af te leggen.

Stil gebed rijst op, voor anderen, de groep, de gemeenschap, landen en wereldleiders. We leren onze woorden te gebruiken voor in stilte uitgesproken gebed. Deze stille woorden kunnen rechtsreeks werkelijkheid worden in de harten en levens van Vrienden, en zichtbaar in echte vriendschap in de groep. We ontdekken het woordeloos ophouden van de hele groep in het Licht. Soms vergeten we wie, wie ophoudt, zodat we woordeloos rusten in de Tegenwoordigheid.

Veel meer dan ik me gerealiseerd had, berust het effect van mijn getuigenissen op de onzichtbare, verborgen betrouwbaarheid van mensen die zelden spreken in een bijeenkomst. Deze stille, onopvallende mensen zijn geoefend en bekwaam  (hoewel ze waarschijnlijk een tegenzin zouden hebben in deze ‘overdreven’ termen) in totaal tegenwoordig zijn voor God, bezig met het woordeloze gebed van liefdevol de hele groep opdragen aan God.

*Gesetteld – je plaats ingenomen hebben in de kring van Vrienden, letterlijk en figuurlijk.

Gathered – verzameld, we zijn geen losse individuen meer. De groep heeft een gezamenlijke gerichtheid op de Geest / God – er kan een gevoel ontstaan één lichaam te zijn.

Covered – de deelnemers voelen dat de Goddelijke Geest krachtig aan het werk is onder hen, door gesproken getuigenis en gebed, of door het onzichtbare energie-gevende, transformerende en verbindende werk van de Heilige Geest,

De derde deur: De deur van binnen

Deel 2

Vervolg van hoofdstuk drie, de deur van binnen.

Als ‘verzamelde’ groep – als we ons als groep één voelen in de Geest – krijgen sommigen van ons nieuwe waarnemingen. We kunnen ons bijvoorbeeld geleidelijk gaan realiseren dat we een bekende Vriend in onze bijeenkomst op een nieuwe manier zien. We zouden over die persoon gedacht kunnen hebben als een ‘agressieve beer’, maar nu zien we ineens het angstige of eenzame kind achter die façade. Bij iemand anders, die we ervoeren als trots en eigenwijs, zien we nu het lijden en de pijn onder de oppervlakte. Als we ons bewust worden van een gebogen hoofd aan de andere kant van de kamer, kunnen we ons geroepen voelen om te bidden voor die persoon. Of het komt ineens bij ons op dat we nodig een bezoek of een gesprek moeten organiseren met die persoon. Gevoelige Vrienden kunnen een signaal krijgen dat iemand een gesproken boodschap nodig heeft in deze bijeenkomst.  Ze kunnen geleid worden om in stilte te bidden voor zulke mensen, als een soort spirituele vroedvrouw.

Op een radicaal nieuwe manier naar oude herinneringen kijken, is een ander soort nieuwe waarneming in het Licht. In wat eerst een onsamenhangende keten van omstandigheden, teleurstellingen, rampen, relaties en kleine successen leek te zijn, kan de beschermende en leidende hand van God herkend worden. Zo kan deze speciale staat van zijn soms een nieuw begrip van oorzaak en gevolg doen opkomen. Het ontwikkelt en bekrachtigt een nieuw spiritueel ‘gezond verstand’ zou je kunnen zeggen.

Het opeenstapelende effect van de nieuwe waarnemingen, voortgebracht door het innerlijke Werk van Christus, brengt subtiele en diepgaande veranderingen in de manier waarop we ons verhouden tot onszelf, andere mensen, dieren en de hele schepping.

De ultieme test van ons antwoord op het innerlijk Werk van Christus ligt niet in wat we vóelen tijdens de Stille Samenkomst, maar in hoe we ons daarna verhouden tot onze medemens en alles in Gods Schepping. Deze nieuwe logica van spiritueel oorzaak en gevolg kan uiteindelijk het zaad van een ‘roeping’ doen ontkiemen. Terwijl de bijeenkomst gewoon doorgaat, voelen we ons geleid om betekenisvol verschil te gaan maken in persoonlijk gedrag, of we voelen een roeping om tijd en energie te steken in de gemeenschap, het land, of in de wereld.

Als de bijeenkomst doorgaat in deze gezamenlijke ontvankelijke staat, kan iemand opstaan en een paar woorden spreken, of een gebed aanbieden. Als we de magie van de verenigde bijeenkomst toestaan zijn werk in ons te doen, kan zelfs ons luisteren een kwaliteit aannemen alsof we de woorden meer absorberen, dan dat we er alleen maar naar luisteren en erop reageren. Ook is het niet ongebruikelijk dat de boodschap parallel loopt aan onze eigen stroom van gedachten, of dat die direct betrekking heeft op een probleem of vraag in onszelf. Misschien kan de boodschap helpen onszelf bij elkaar te rapen en ons te focussen, zodat we dieper worden opgenomen in de ons omringende transformerende krachten.

Soms is de boodschap moeilijk om aan te horen. Misschien zegt de spreker iets waar we ons liever niet in willen verdiepen. Toch, als we de woorden eerder absorberen dan wegen, kunnen we ontdekken dat God deze woorden gebruikt om ons te openen voor een blinde vlek, een vooroordeel of gebrek aan vertrouwen – en dat kan pijnlijk zijn. Zelfs als de boodschap lang en vervelend is, of in onze ogen zelfs ongepast, kunnen we nóg in die speciale toestand van bewustzijn blijven, die het mogelijk maakt om op God gericht te blijven en tegelijkertijd de spreker en de rest van de aanwezigen te omringen met licht en liefde.

‘Ministry’ – ‘evangeliebediening’ – getuigenis – geroepen zijn.

Hoe kan een Vriend die zich uitspreekt, de bijeenkomst in de weg zitten of helpen?

Omdat het Quaker systeem van geroepen worden om te getuigen zo uniek is, is het belangrijk om iets te zeggen over de historische ontwikkeling. Gedurende de geschiedenis werd het grootste deel van de gesproken getuigenissen gedaan door de weinige vrouwen of mannen die zich speciaal door God geroepen voelden. Meer dan 200 jaar werden door groepen Quakers dergelijke uitspraken ‘erkend’ of beschreven. Het waren uitspraken waarin zij zowel een oproep als een gift aan de gemeenschap onderscheidden. De getuigende Vrienden spraken zich alleen uit als zij een onmiddellijke inspiratie of innerlijke aandrang voelden van de Heilige Geest. Als ze zich geroepen voelden op reis te gaan met hun boodschap, wachtten ze normaal gesproken totdat hun Quakergroep zich boog over dat dringende verlangen. De groep ondersteunde hen dan door een ‘reisbrief’ mee te geven als referentie. Zo werd de weg voor hen geopend, waarheen ze ook reisden onder de Vrienden. Deze ‘beschreven getuigenden’ waren verantwoording verschuldigd aan elkaar, de Ouderen, en uiteindelijk aan hun eigen Quakergroep. Quakerdiensten en gebeden waren in die tijd vaak veel langer dan nu. Ze neigden ernaar onderwijzend en vermanend te zijn. De Vrienden van nu, met hun ongeprogrammeerde bijeenkomsten, zouden zich er niet prettig bij voelen.


De gewoonte van het beschrijven, of verantwoording afleggen is er niet meer. Hoe weten we of we niet te veel vanuit onze eigen ideeën spreken? Hoe kan het kleine aantal getuigende Vrienden in de Wijdingsbijeenkomsten in deze tijd, of iedereen die zich geleid voelt om iets te zeggen, er zeker van zijn dat ze niet te vaak spreken, te lang, of te veel vanuit persoonlijke ideeën?  Het meest zeker zijn we, als we alleen spreken vanuit de speciale bewustzijnsstaat van eenheid met de mede Vrienden en met het Goddelijke: we zijn de deur naar binnen gepasseerd. Als we meer ervaren worden met die staat van zijn wordt het geleidelijk makkelijker. We leren de vele subtiele, persoonlijke impulsen om te spreken te onderscheiden van de authentieke Goddelijke aandrang om het kanaal voor een boodschap te zijn.

De traditionele tekenen, die de impuls vaak vergezelden, waren een snelle ademhaling en heftig kloppen van het hart, soms zelfs trillen en beven – we zijn niet voor niets Quakers genoemd. Maar de innerlijke aandrang en de vrede die volgt op het door de Geest geleid zijn, zijn meer accurate tekenen dan die fysieke signalen. Evenals het feit dat die innerlijke drang niet alleen tot spreken kan leiden, maar ook tot vele andere door God ingegeven activiteiten. Slechts weinig mensen kunnen verwachten geleid te worden tot spreken in een wijdingssamenkomst. Maar iedere trouwe Vriend kan verwachten mettertijd het verschil te leren kennen tussen de ware aandrang om te spreken vanuit contact met de Geest, of andere motivaties om in actie te komen. We leren onderscheiden wat voor ons eigen persoonlijke dagelijks leven bedoeld is en wat voor de groep.

Soms kunnen mensen die tamelijk vaak spreken in de groep het nodig hebben om dat een tijdje niet te doen. De Geest zal wel wegen vinden om ons dat te laten weten, als we erop letten. Iemand waarschuwt ons bijvoorbeeld, of er komt commentaar van groepsleden. Als we gevoelig zijn kunnen we een onzichtbare weerstand voelen in de groep.

Nadat mij jarenlang door Vrienden was verteld, soms met tranen in de ogen, dat wat ik had gezegd hen direct en intens aansprak, overkwam mij dat. Ik was verbaasd toen ik andere signalen kreeg en onthield mij een tijdje van spreken in de wijdingssamenkomsten. Dat was eerst frustrerend, want ik wist vaak wat de aanwezige groep moest horen. Maar de ervaring leerde mij dat, als ik sprak zonder dat heldere, innerlijk bewogen-worden om te spreken, mijn woorden weinig effect hadden, maar feitelijk de voortgang van de groep verstoorden.

Geleidelijk aan leerde ik en ervoer ik andere manieren van getuigen, die belangrijker waren dan gesproken getuigenissen. De gesproken leiding is altijd beperkt tot een paar mensen in de stille samenkomst. De meer belangrijke, stille getuigenis is open voor iedereen. Ik ontdekte, in mijn vernieuwde leerperiode, dat de onopvallende, onzichtbare boodschap van mensen die nooit spraken in de bijeenkomst, vaak belangrijker was dan de uitgesproken woorden! Deze onzichtbare leiding helpt de groep dié staat van bewustzijn te bereiken waarin hoofd, hart en wil open en verenigd zijn, zodat het werk van God onder ons kan gebeuren. Het helpt de groep ontvankelijk te zijn voor de levens veranderende Leiding als die komt. Daarnaast inspireert en voedt het de Vrienden met het vermogen om een  gesproken getuigenis af te leggen.

Stil gebed rijst op, voor anderen, de groep, de gemeenschap, landen en wereldleiders. We leren onze woorden te gebruiken voor in stilte uitgesproken gebed. Deze stille woorden kunnen rechtsreeks werkelijkheid worden in de harten en levens van Vrienden, en zichtbaar in echte vriendschap in de groep. We ontdekken het woordeloos ophouden van de hele groep in het Licht. Soms vergeten we wie, wie ophoudt, zodat we woordeloos rusten in de Tegenwoordigheid.

Veel meer dan ik me gerealiseerd had, berust het effect van mijn getuigenissen op de onzichtbare, verborgen betrouwbaarheid van mensen die zelden spreken in een bijeenkomst. Deze stille, onopvallende mensen zijn geoefend en bekwaam  (hoewel ze waarschijnlijk een tegenzin zouden hebben in deze ‘overdreven’ termen) in totaal tegenwoordig zijn voor God, bezig met het woordeloze gebed van liefdevol de hele groep opdragen aan God.

De vierde deur: De Deur Erna

Als een wijdingssamenkomst een diepe verbinding brengt met de levende Eenheid willen we niet dat het eindigt. De Ouderen die het overzicht houden wachten soms tot ver na het gebruikelijke uur. Pas dan schudden zij handen en breken het samenzijn op. Toch moet die voedende ervaring van die eenheid een keer eindigen. We moeten verder door de deur erná. We keren terug naar de gewone staat van ons dagelijkse bewustzijn.

Zelfs als de niveaus van bewustzijn aan het veranderen zijn, weten we al dat het consequenties heeft dat we ‘daar’ geweest zijn. Misschien merken we dat we flexibeler zijn als we na de wijdingssamenkomst terugkeren in de buitenwereld. Die gewone wereld kan mooier lijken. Ze lijkt voller van nieuwe keuzemogelijkheden. We hebben een meer heldere en alerte focus. We zijn preciezer in het waarnemen van wat daar echt is.

Het is niet toevallig dat veel Quakers toenemende capaciteiten in wetenschap, zaken en dienstverlening ontwikkelen. Zij gaan beter zien wat er werkelijk aan de hand is. Hun ervaringen in de stille samenkomsten heeft hen geholpen zich de spirituele wetten van oorzaak en gevolg dieper eigen te maken.

Die wetten waarover Jezus zo krachtig sprak.

We verlaten de stilte van de bijeenkomst met een grotere gevoeligheid voor onrecht, geweld en de pijn om ons heen. De Quaker geschiedenis lijkt uit te wijzen dat dezelfde Kracht die ons gevoeliger maakt voor sociaal kwaad, ons ook de kracht geeft om creatieve oplossingen te vinden voor genezing in levens en situaties om ons heen. We ontwikkelen het vermogen om te werken aan sociale veranderingen.

Dezelfde Kracht die onze gevoeligheid voor kwaad en onrecht vergroot opent ons bewustzijn gelukkig ook voor toenemende schoonheid en spirituele hulpbronnen. Zo wordt het ons mogelijk gemaakt toegewijde volgelingen te zijn van de Weg waarover Jezus sprak.

Zoals de meeste religieuze tradities zorgvuldig de opening van de spirituele bijeenkomst samenstellen, zo hebben ze ook veel aandacht voor de afsluiting. Ze ondersteunen de gemeenschap niet alleen op weg naar de veranderende fases van bewustzijn. Ze bereiden de deelnemers er ook op voor om, met vernieuwde energie en visie, de overgang terug naar het dagelijkse leven te maken.

Die korte momenten, waarop we wisselen van staat van bewustzijn aan het einde van de bijeenkomst, zijn even belangrijk als alle daaraan voorafgaande stadia. De bijeenkomst zou van weinig waarde zijn, als we die ervaring van Eenheid, die ruimere waarneming, niet met ons meenemen de wereld in. Hoe uitzonderlijk onze ervaring in de bijeenkomst ook is geweest, het is nooit bedoeld als een ‘trip’. Het is de bedoeling dat het gevolgen heeft voor ons dagelijks leven, nu.

Nadat de handen geschut zijn, hebben die paar momenten van passeren door de deur erna een grote potentie. De glans van de verbinding in de bijeenkomst kunnen we omzetten in de rijkdom van een getransformeerd leven. Het zijn maar een paar minuten, maar zowel Einstein als de mystici hebben ons laten zien hoe betrekkelijk tijd in werkelijkheid is. Het wonder van het goddelijke bewustzijn geeft ons alle ruimte en tijd die we nodig hebben voor een krachtige bewuste keus tijdens deze overgang. Een Episcopaalse priester leert zijn mensen stille meditatie te gebruiken. Hij doet de suggestie om een ‘beeld’ (een nieuwe kijk) uit de stilte mee te nemen naar het leven in de wereld. Met andere woorden: welk nieuw inzicht, welk nieuw begrip heeft de tijd met God mij gegeven om mee te nemen in mijn dagelijks leven? Als onze ademhaling en hartslag weer normaal worden, als onze ogen de schoonheid indrinken van de mensen en dingen om ons heen, dan weten we dat we nooit meer dezelfde zullen zijn. Als het niveau van bewustzijn verandert, besluiten we tot een nieuwe belofte aan God in ons dagelijks leven. Misschien de belofte om de roeping die in de bijeenkomst tot ons kwam werkelijk op te volgen. Het kan zo simpel zijn als het bellen of schrijven van een bekende, of een bezoek  aan een overheidsambtenaar of een gevangene. Of misschien is de belofte, het beeld dat ons voor onze nieuw geopende ogen staat, eenvoudig om God vaker een plaats te geven in ons dagelijks leven.

Als we de handen pakken van de mensen om ons heen, weten we dat iedere hand een teken, een belofte, een ‘symbool en zegel’ is van ons vernieuwd open staan voor God. Van onze inzet om de wereld in te gaan met nieuwe ogen en een grotere trouw in alles wat we doen.

7.3 Overwegingen en Vragen

1.
Vrienden, wees alert op de ingevingen van liefde en waarheid in je hart. Ze kunnen een vingerwijzing zijn van het Licht van God dat ons onze duisternis toont en ons tot nieuw leven brengt.

2.
Orden je hele leven naar Jezus’ voorbeeld.
Ben je ontvankelijk voor de helende kracht van Gods liefde?
Koester dat van God in je, opdat die liefde in je mag groeien en je zal leiden. Laten je eerbied voor God en je dagelijks leven elkaar wederzijds verrijken.
Waardeer de manier waarop je zelf God ervaart, hoe deze ervaring ook tot je komt. Besef dat de navolging van Jezus een levensweg is en niet slechts een begrip of een verzameling opvattingen.

3.
Probeer je tijd vrij te houden om stil te zijn en je zo open te stellen voor de Geest?
Dit is nodig om onze weg te vinden naar en in de stilte. Streef ernaar diep van binnen innerlijk stil te zijn, zelfs midden in je dagelijkse beslommeringen. Daardoor worden we ons steeds dieper bewust van ‘dat van God’ en vinden we de bron van onze innerlijke kracht. Moedig je jezelf aan om je elke dag te richten naar Gods leidende Licht?
Houd jezelf en anderen in het Licht, je ervan bewust dat God iedereen liefheeft.

4.
Het Religieus Genootschap der Vrienden heeft altijd inspiratie geput uit het leven en de lessen van Jezus. Hoe zie jij jouw geloof in het licht van deze erfenis? Hoe spreekt Jezus tot jou vandaag? Volg je Jezus’ voorbeeld van liefde-in-de-praktijk? Kom je door zijn leven tot inzicht wat het werkelijk betekent God te volgen en wat dat kost? Hoe word jij geïnspireerd door Jezus’ relatie met God?

5.
Neem de tijd om te leren van de ervaring die anderen hebben met het Licht. Vergeet het belang van de Bijbel niet, de geschriften van Vrienden en alle andere geschriften die Gods wegen zichtbaar maken.
Besef dat ook twijfel en het stellen van vragen kunnen leiden tot spirituele groei en tot een dieper bewustzijn van het Licht dat in ons allen aanwezig is.
Kun jij op jouw beurt vrijmoedig doorgeven wat je zelf hebt geleerd?
Respecteer de ervaringen en meningen van anderen maar wees niet bang te spreken over wat je zelf hebt ontdekt.

6.
Zoek je van harte samenwerking met andere levensbeschouwelijke groeperingen om gemeenschappelijke doelen te realiseren?
Probeer om met behulp van je inlevingsvermogen en loyaal aan de Quaker getuigenissen het leven en de getuigenissen van andere geloofsgemeenschappen en groeperingen te begrijpen en op deze wijze vriendschapsbanden aan te gaan.

7.
Probeer je ervan bewust te worden dat de Geest van God in jou aan het werk is. Onze geestelijke ontwikkeling gaat ons hele leven door, vaak op onverwachte manieren. In alles om ons heen kunnen we inspiratie vinden: in de natuur, in kunst en wetenschappen, in ons werk en onze vriendschappen, in ons verdriet en in onze vreugde.
Sta je open voor nieuw licht, uit welke bron dan ook?
Overweeg je nieuwe ideeën met onderscheidingsvermogen?

8.
Eerbied is ons antwoord op de betekenis van God in ons leven. Dat kunnen we voelen
als we alleen zijn, maar ook als we ons samen met anderen verlangend openstellen. Dan ontdekken we wellicht een diepere ervaring van Gods aanwezigheid. In de Quaker samenkomsten zoeken we stilte in verbondenheid, zodat we allen voelen hoe de kracht van Gods Liefde ons bij elkaar brengt en ons leven richting geeft.

9.
In de samenkomst zoeken we contact met en geven wij gehoor aan God. Bereid je met hart en hoofd voor op de samenkomst. Geef jezelf en al je beslommeringen over aan God en je zult merken dat het kwade in jou zal verzwakken en het goede in kracht zal toenemen[1].

10.
Kom regelmatig naar de samenkomst, ook al ben je boos, gedeprimeerd, moe of voel je je geestelijk leeg. Sta open voor de ondersteuning van anderen die met jou in de stilte God zoeken. Probeer een spirituele heelheid te zoeken waarin ruimte is voor lijden, dankbaarheid en vreugde. Gebed dat vanuit de diepte van het hart opwelt kan genezing en heelheid bewerken. Laat de stilte van de samenkomst doorwerken in je hele leven.

11.

Wees eerlijk tegen jezelf. Zijn er voor jou ongemakkelijke waarheden die je uit de weg gaat? Laat je niet ontmoedigen als jij je eigen tekortkomingen onderkent. In de gemeenschappelijke stilte en aandacht kunnen we de zekerheid vinden van Gods liefde en zijn kracht zodat we met nieuwe moed verder kunnen gaan.

12.

Wanneer je in de samenkomst door andere dingen in beslag genomen wordt laat de gedachten die je afleiden en hinderen dan rusten en keer terug naar het besef van Gods tegenwoordigheid onder ons en in de wereld. Ontvang het getuigenis van anderen in een geest van zachtmoedigheid en creativiteit. Probeer de woorden te doorgronden, je ervan bewust dat zelfs als het voor jou niet Gods woord is, dat misschien wel zo is voor anderen. Vergeet niet dat wij allen in gelijke mate verantwoordelijk zijn voor de samenkomst, of wij onze bijdrage leveren in woorden of in stilte.

13.

Ga er niet vanuit dat het nooit op jouw weg ligt een gesproken getuigenis bij te dragen. Als jij je geroepen voelt te spreken, wacht dan rustig af om te kunnen onderscheiden of je bijdrage op zijn plaats is. Laat je niet weerhouden door een te grote bescheidenheid. Wacht tot je er zeker van bent dat wat je zegt werkelijk uit je eigen diepe ervaring komt, en vertrouw er op dat de juiste woorden zullen komen terwijl je spreekt. Probeer duidelijk en verstaanbaar te spreken, met aandacht voor de anderen. Hoed je ervoor te voorspelbaar of te vaak te spreken en laat toevoegingen tegen het eind van de samenkomst, als alles al gezegd is, achterwege.

14.

Houden jullie je Zakenvergadering in een sfeer van eerbied en vertrouwen op Gods leidend Licht? Bedenk dat we niet uit zijn op een meerderheid van stemmen en zelfs niet op consensus. We weten uit ervaring dat, als we geduldig wachten op het Licht, de juiste weg zich voor ons zal openen, zodat we tot eenheid komen.

15.

Neem je zo vaak je kunt deel aan de zakenvergaderingen? Ben je voldoende op de hoogte van onze gedisciplineerde manier van vergaderen om er aan bij te dragen? Neem je de tijd om je met hoofd en hart over moeilijke kwesties te beraden?
Ben je bereid je eigen inzichten en verlangens naast die van de anderen, of zelfs opzij te leggen, wanneer de weg die de vergadering gaat daarom vraagt? Als je zelf niet naar op de vergadering kunt komen, wees er dan in gedachten bij.

16.

Sta je positief tegenover de verscheidenheid aan culturen, talen en geloofsuitingen in onze Jaarvergadering en in de wereldgemeenschap van Vrienden?
Werk eraan om vanuit dit rijke erfgoed en brede scala aan geestelijke inzichten je eigen begrip te verruimen.

17.

Respecteer je ‘dat van God’ in iedereen, ook al wordt het misschien op een ongewone manier geuit of is dat moeilijk te ontwaren?
Ieder van ons ervaart God op een eigen specifieke wijze, en we moeten allemaal onze eigen weg vinden om daar trouw aan te zijn. Als woorden vreemd of verontrustend klinken probeer dan aan te voelen waar ze vandaan komen en wat het leven van de ander heeft gevoed. Luister geduldig en zoek de waarheid die de mening van anderen voor jou kan bevatten. Vermijd kwetsende kritiek en aanstootgevende taal. Zorg ervoor dat de kracht van jouw overtuiging je er niet toe brengt over zaken of mensen uitspraken te doen die onjuist of onrechtvaardig zijn of dingen te zeggen die geen recht doen aan de ander. Houd de mogelijkheid in gedachten dat jij je vergist.

18.

Hoe kunnen we van onze Maandvergadering een gemeenschap maken waarin een ieder zich opgenomen voelt en waarin bezoekers zich welkom voelen?
Tracht elkaar te leren kennen in de dingen, die eeuwig zijn, verdraag elkaars onvolkomenheden en houd elkaar in het Licht.

Als we zachtmoedig de vreugde en het verdriet van elkaars leven durven te delen, we hulp durven te geven en te ontvangen kan onze Maandvergadering een kanaal worden van Gods liefde en vergeving.

19.

Verheug je in de aanwezigheid van kinderen en jongeren in ons midden en waardeer de bijdragen die van hun kant komen. Bedenk dat de Maandvergadering als geheel verantwoordelijkheid draagt voor ieder kind onder onze hoede. Zoek voor hen, net als voor jezelf, de volle ontplooiing van Gods gaven en de volheid van leven, die, zoals Jezus ons leerde, ons deel kan zijn.

Hoe laat je kinderen delen in jouw diepste geloofsovertuiging, terwijl je hen toch vrij laat om zich te ontwikkelen zoals Gods geest dat met hen voorheeft?
Geef je hen de ruimte om hun diepste gevoelens en belevenissen met jou te delen? Ben je bereid van hen te leren, maar ook jouw verantwoordelijkheid jegens hen te aanvaarden?

20.

Laten we aandacht hebben voor allen die met onze Maandvergadering verbonden zijn. Neem je de tijd jouw opvattingen wat betreft het geloofsleven, de wijdingssamenkomsten, dienstbetoon en jouw betrokkenheid bij de getuigenissen van het Genootschap te delen met anderen die naar de samenkomst komen, zowel nieuwkomers, als degenen die al lang lid zijn?

Geef je naar vermogen een deel van je inkomsten aan Quaker werk? 156

21.

Krijgen jullie vriendschappen aandacht en zorg, zodat ze zich verder kunnen ontwikkelen in begrip en wederzijds respect? In diepgaande relaties lopen we de kans gekwetst te worden, maar we kunnen er ook grote vreugde in vinden. Wanneer we groot geluk voelen of veel pijn beleven, zouden we meer open kunnen staan voor het werken van de Geest.

22.

Respecteer de rijke verscheidenheid onder ons, in ons leven en onze relaties. Onthoud je van oordelen over de levenswandel van anderen.
Koester je de geest van wederzijds begrip en vergiffenis die de navolging van ons vraagt? Onthoud dat ieder van ons uniek, kostbaar en een kind van God is.

23.

Het huwelijk is door Vrienden nooit enkel beschouwd als een burgerlijk contract, maar als een religieuze verbintenis. Daarbij verklaren beide partners de intentie om elkaar, met Gods hulp, levenslang lief te hebben en te steunen. Bedenk wel, dat echt geluk afhankelijk is van wederzijds begrip en standvastige liefde. Denk in moeilijke tijden aan de waarde van het gebed, aan doorzettingsvermogen en een goed gevoel voor humor.

24.

Kinderen en jongeren hebben liefde en stabiliteit nodig. Doen wij er alles aan om ouders en anderen die voor deze zorg verantwoordelijk zijn te steunen?

25.

Een langdurige relatie brengt naast vervulling ook spanningen met zich mee. Als de relatie met je partner onder veel druk staat, zoek dan iemand die je kan helpen om het standpunt van de ander te begrijpen en je eigen gevoelens te verkennen, omdat die heftig en destructief kunnen zijn.

Als er kinderen bij betrokken zijn, houd dan rekening met hun wensen en gevoelens en bedenk dat zij steeds liefde en geborgenheid nodig hebben. Zoek in de stilte naar leiding. Als een stukgelopen relatie tot grote verslagenheid en pijn leidt, probeer dan toch zoveel mogelijk op een meelevende manier enig contact met elkaar te onderhouden. Zo kunnen zaken geregeld worden met een minimum aan verbittering.

26.

Zie je en onderken je de behoeften, maar vooral ook de gaven van ieder gezinslid, jezelf niet uitgezonderd?
Probeer van je huis een thuis te maken. Een plek van liefde, vriendschap en vreugde, waar ieder die er woont of komt vrede en verkwikking mag vinden.

27.

Leef avontuurlijk!
Als er keuzes gemaakt moeten worden, kies je dan de weg die de meeste mogelijkheden biedt om je gaven in dienst te stellen van God en de gemeenschap?

Laat je leven spreken.
Als er beslissingen genomen moeten worden, ben je dan bereid samen met anderen naar helderheid te zoeken, om Gods leiding te vragen en elkaar met raad en daad bij te staan?

28.

Iedere fase van ons leven biedt nieuwe mogelijkheden. Geef aandacht aan wat de liefde van je vraagt, ook als het geen gewichtige zaken betreft. Probeer in overeenstemming met die liefde het juiste moment te vinden om verantwoordelijkheden op je te nemen of los te laten, zonder onnodige trots of schuldgevoel. Wees attent op wat in liefde van je verlangd wordt, maar laat het geen last worden.

29.

Ben je in staat het ouder worden moedig en hoopvol te benaderen? Tref, indien mogelijk, tijdig maatregelen voor je verzorging, opdat je anderen niet onnodig belast. Ouderdom kan in toenemende mate gebreken en vereenzaming met zich meebrengen, maar de oude dag kan ook rust, onthechting en wijsheid brengen. Bid dat je ook in je laatste levensjaren in staat mag zijn nieuwe wegen te ontdekken om Gods liefde te ontvangen en uit te stralen.

30.

Kun je nadenken over je eigen dood en de dood van hen die je het meest naast staan? Pas als we de dood aanvaarden, zijn we vrij ten volle te leven. Wanneer je een zwaar verlies geleden hebt, geef jezelf dan de tijd voor verdriet. Als anderen rouwen, omring hen dan met je liefde.

31.

We zijn geroepen om te leven in overeenstemming met “dat leven en die macht, die de oorzaak van alle oorlogen wegneemt”. Blijf je trouw aan ons getuigenis dat oorlog en elke voorbereiding voor oorlog onverenigbaar zijn met de boodschap van Jezus?
Onderzoek wat in jouw leefstijl kiemen van oorlog zouden kunnen zijn. Blijf standvastig in ons Vredesgetuigenis, zelfs als anderen gewelddadig handelen of op conflicten aansturen, maar vergeet daarbij nooit dat ook zij kinderen van God zijn.

32.

Laat het Licht schijnen op al die gevoelens, opvattingen en vooroordelen van je, die zouden kunnen leiden tot agressie en conflicten, en erken dat ook jij vergiffenis en genade nodig hebt.
Hoe ben jij betrokken bij verzoening tussen individuen, groeperingen en volkeren?

33.

Blijf je alert op praktijken in je eigen omgeving en elders in de wereld, die mensen discrimineren op grond van wie of wat ze zijn of op grond van hun overtuiging? Getuig van “dat van God in ieder mens”, ook in degenen die de conventies en wetten van de samenleving schenden. Blijf zoeken naar nieuwe aanzetten tot groei en vernieuwing van het sociale

en economische leven. Probeer te begrijpen, wat de oorzaken zijn van onrecht, sociale spanningen en angst.
Ben je actief betrokken bij het tot stand komen van een rechtvaardige en barmhartige samenleving die alle mensen in staat stelt hun individuele mogelijkheden te ontwikkelen en die mensen aanmoedigt hun gaven in dienst van de gemeenschap in te zetten?

34.

Denk aan de verantwoordelijkheid die je als burger draagt voor de uitvoering van zaken van plaatselijk, nationaal en internationaal belang. Trek je niet terug wanneer dat tijd en inspanning van je vraagt.

35.

Eerbiedig de wetten van de staat, maar laat je hoogste loyaliteit bij God liggen. Als je je vanuit een diepe overtuiging gedwongen voelt de wet te overtreden, ga dan eerst uitvoerig bij je geweten te rade, en vraag je Quakergroep om je in het Licht te houden. Dat zal je kracht geven als de juiste weg duidelijk wordt.

36.

Steun je degenen die vanuit een sterke betrokkenheid of roeping handelen, zelfs als hun weg niet de jouwe is? Kun je je eigen verlangens en vooroordelen opzij zetten als je samen met anderen zoekt naar de goede weg voor hen?

37.

Ben je eerlijk en oprecht in al wat je zegt en doet?
Ben je onkreukbaar in je manier van zaken doen en je omgang met personen en organisaties? Ga je zorgvuldig om met geld en informatie die aan jou zijn toevertrouwd? Het afleggen van een eed houdt in dat je zonder eed misschien wel niet de waarheid zou spreken. Daarom is een eenvoudige belofte voldoende, mits je beseft dat je daarmee zegt integer te zijn.

38.

Wanneer er druk op je wordt uitgeoefend om concessies te doen aan je integriteit, ben je dan bereid die druk te weerstaan?
Onze verantwoordelijkheid tegenover God en onze naaste zou kunnen betekenen dat we impopulaire standpunten innemen. Laat de wens geaccepteerd te worden, of de vrees eigenaardig gevonden te worden, je beslissingen niet bepalen.

39.

Denk na over welke wegen naar het geluk, die de maatschappij ons biedt, echte voldoening geven en welke leiden tot verderf en vernietiging. Wees scherpzinnig in het kiezen van vormen van ontspanning en het verkrijgen van informatie. Bied weerstand aan het verlangen bezit of inkomen te verwerven door onethische investeringen, speculatie of kansspelen.

40.

Ga na of het, met het oog op de schade die alcohol, tabak en andere verslavende middelen aanrichten, niet verstandiger is het gebruik ervan te minderen, of er helemaal mee te stoppen. Vergeet niet dat het gebruik van alcohol of drugs het oordeelsvermogen aantast en zowel de gebruiker als anderen in gevaar kan brengen.

41.

Probeer sober te leven. Een vrijwillig gekozen eenvoudige levensstijl kan een bron van kracht zijn. Laat je niet ompraten om te kopen wat je niet nodig hebt, en zeker niet wat je je niet kunt veroorloven.
Houd je je op de hoogte van de gevolgen die jouw levensstijl kan hebben voor de economie en het milieu wereldwijd?

42.

De wereld behoort niet aan ons en de schatten van deze aarde zijn niet de onze om er naar willekeur over te beschikken. Behandel alle schepselen met liefdevolle eerbied. Probeer de schoonheid en verscheidenheid in de wereld te behouden. Werk eraan dat onze toenemende macht over de natuur op een verantwoorde manier en met eerbied voor het leven wordt uitgeoefend. Verheug je in de glorie van Gods voortgaande schepping.

Wees een toonbeeld, wees een voorbeeld in alle landen, op alle plaatsen en eilanden, voor alle volkeren, waarheen je ook gaat, opdat jij, te midden van en aan alle soorten mensen, door jouw levenshouding een boodschap kunt brengen. Dan zul je met vreugde over deze aarde wandelen en ‘dat van God’ in ieder mens herkennen en aanspreken.

George Fox, 1656

References

↑1R. Barclay (1648-1690), Apology, Propositie 11,sectie 7.

Gedachten over de oorlog

Door Irene Visser

Toen Sytse me vroeg om mijn gedachten en wellicht worsteling over de oor- log in Oekraïne op papier te zetten voor het volgende nummer van de Vriendenkring, was dit zijn inleiding: De oorlog in Oekraïne roept veel afschuw en verdriet maar ook solidariteit op. De eerste reactie is: verdediging en hoop dat de vijand tegengehouden wordt. Toch hebben wij als Quakers ook andere gedachten en een belangrijk concern: geweldloosheid, tegengaan van de wapenwedloop, de spiraal van oorlog en grof geweld doorbreken om een duurzame vrede te bereiken: Ons Vredesgetuigenis. Daarmee gaf hij precies de twee perspectieven weer waar wij, Quakers, en waarschijnlijk ook veel andere mensen mee worstelen. Hebt uw vijanden lief…hoe ver staat dat af van de afschuw die Poetin oproept.

Het is niet gemakkelijk om over het dilemma dat Sytse schetst te schrijven. Ik heb heel wat pogingen gedaan en ook weer weggegooid. Het is geen worsteling om te beschrijven hoe ik over de oorlog in Oekraïne denk, omdat die net als alle oorlogen wreed, vernietigend, en nietsontziend is. Ik kan de agressor in het Kremlin veroordelen en hem een Oorlogsmisdadiger noemen. Mijn hart krimpt samen als ik lees over het leed dat mensen wordt aangedaan. Hoe verleidelijk is het dan om het perspectief van kritiek, afschuw, maar ook van angst en retributie, dus gewelddadigheid, te kiezen. Dat lijkt de enige ‘normale’ reactie, en het is zeker mijn eerste opwelling geweest. Die reactie werpt een donkere schaduw over deze weken van voortgaande oorlogvoering, waarvan het einde nog ver lijkt te zijn. Daarbij is het ten tijde dat ik dit schrijf ook nog eens de veertigdagentijd, of lijdenstijd, waarin we stilstaan bij de veroordeling, marteling en executie van een onschuldige.

Boven mijn bureau hangt de bekende spreuk van George Fox: “Walk cheer- fully over the world, answering that of God in everyone.” Dat lijkt een spreuk voor betere tijden, zeker niet voor nu. Want opgewekt je gang gaan en het goede zien in iedereen, ook als je weet dat Oekraïense ziekenhuizen en scholen worden gebombardeerd? Een calvinistisch stemmetje in mijn hoofd houdt me voor dat zo’n houding toch echt niet kan: “vrolijk zijn ter- wijl anderen het zo moeilijk hebben! hoe kun je dat maken als er zoveel leed gaande is, wat kortzichtig! (enzovoort).” Is het inderdaad kortzichtig, of zelfs egoïstisch, om vast te houden aan opgewektheid en naastenliefde?

Die vraag werd voor mij luid en duidelijk beantwoord toen ik een interview las met Robert Muller.
Robert Muller (1923-2010) studeerde rechten en economie en was bijna veertig jaar werkzaam bij de VN. Hij zette zich in voor het milieu, onderwijs, een rechtvaardige economie, en vooral voor vrede in de wereld. Hij was medeoprichter van de VN Universiteit voor de Vrede en werd meermalen voorgedragen voor de Nobel-prijs voor de Vrede. In het interview dat ik las, vertelt Muller over ‘gelukkig zijn’ als kernwaarde in zijn leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij gevangene van de Duitsers, opgesloten met anderen in een krappe cel, waarin de zuurstof schaars was. Een emmer deed dienst als toilet en de stank was vreselijk. In die wanhopige situatie dacht Muller aan wat hij had gelezen bij Emile Coué, een filosoof die hij erg bewonderde. Hij herinnerde zich dat Coué van mening is dat geluk niet iets is wat van buitenaf komt, maar dat het een innerlijk kracht is, waaruit je kunt putten. Coués opmerkelijke les was om die kracht op te zoeken en altijd ‘de gelukkigste mens’ op aarde te zijn, ongeacht je omstandigheden. Het lukte Muller om in zichzelf te keren en daar vreugde en kracht te vinden, waardoor het leven in de cel draaglijk werd. Tijdens die momenten gebeurde er iets mysterieus, vertelt hij; een sprong tussen negativiteit en positiviteit, een onbegrijpelijke maar wel alles- doordringende ervaring, die hij de rest van zijn leven bleef opzoeken. Soortgelijke wonderlijke ervaringen zijn ook beschreven door Viktor Frankl, Václav Havel en Nelson Mandela over hun perioden van gevangenschap. Hoe wonderlijk, om in de moeilijkste perioden van het leven zo’n grote innerlijke kracht te ontdekken. Muller noemt het een mysterie. Als er zich problemen voordeden bij zijn werk voor de VN nam Muller de tijd om zich te concentreren op de positieve innerlijke kracht, waardoor optimisme en energie weer terugkeerden.
Mullers laatste uitspraak in het interview maakt duidelijk hoe belangrijk opgewektheid voor ons is, hoe somber de situatie ook is: “het is een enorm dwaze en kortzichtige houding om ongelukkig te zijn, ondankbaar te zijn en geen ontzag en waardering te ervaren voor het grootse geschenk van dit leven.” Daarmee legt hij mijn calvinistische stoorzendertje effectief het zwijgen op. Het is nooit kortzichtig, hoe de omstandigheden ook mogen zijn, om opgewekt door het leven te gaan.

Ik laat de spreuk boven mijn bureau hangen:

Walk cheerfully over the world, answering that of God in everyone.

6.4 Quaker organisatie

De organisatiestructuur van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) hangt nauw samen met de ‘kerkorde volgens het evangelie’, waarin het priesterschap van alle gelovigen een belangrijke rol speelt. George Fox zei hierover: Christus is aanwezig te midden van zijn gemeente als regeerder, voogd en regelgever. Het gezamenlijke priesterschap brengt gedeelde verantwoordelijkheden met zich mee.

Quakers zijn wereldwijd georganiseerd in groepen die Maanden Jaarvergaderingen worden genoemd omdat ze traditioneel maandelijks respectievelijk jaarlijks bij elkaar komen om zaken af te handelen in zogenoemde Zakenvergaderingen.
De meeste Jaarvergaderingen zijn aangesloten bij het Quaker Wereldcomité – Friends World Committee for Consultation. Wereldwijd zijn er om en nabij één miljoen Quakers.

De Jaarvergadering is het hoogste besluitvormende orgaan van het Genootschap. De jaarlijkse bijeenkomst van de Jaarvergadering wordt in Nederland de Algemene Vergadering genoemd. Om dringende zaken ook af te kunnen wikkelen tussen de jaarlijkse Algemene Vergaderingen in is er een interim orgaan: de Landelijke Commissie.

De Maandvergadering is de primaire eenheid in de Quaker organisatiestructuur. Maandvergaderingen zijn autonoom. Een groep Quakers die Stille Samenkomsten houden mogen zich pas een Maandvergadering noemen als zij door de Jaarvergadering zijn erkend. In Nederland kennen we op dit moment (2015) de volgende Maandvergaderingen: de Amsterdamse Maandvergadering, de Haagse Maandvergadering, de Noordoost Nederlandse Maandvergadering (in Groningen), de Midden en Zuid Nederlandse Maandvergadering (in Bennekom). Verder zijn er twee – nog niet als Maandvergadering erkende – Quaker- groepen, één in Deventer en één in Zuid-Nederland.

In ons kleine Genootschap zijn bepaalde verantwoordelijkheden ondergebracht bij de Jaarvergadering die in het buitenland bij Maandvergaderingen zijn gelegd. Dit is niet vreemd als men bedenkt dat Maandvergaderingen in grotere landen vaak meer leden hebben dan de hele Nederlandse Jaarvergadering.

Zo berusten bijvoorbeeld de volgende verantwoordelijkheden bij de Nederlandse Jaarvergadering: Beheer van het archief, de Quaker bibliotheek in Amsterdam, het beheer en onderhoud van het onroerend goed (via de Commissie Huizenbeheer) en andere vermogensbestanddelen, de uitgave van (promotionele) Quaker literatuur (via de Literatuur- commissie), vredeswerk, ondersteuning van sociale- en vredesprojecten in binnen- en buitenland (via het Quaker Hulpfonds).

Om Jaarvergadering en Maandvergaderingen goed te laten functioneren benoemen zij ieder een Schrijver uit hun midden. De naam van de functie is ontleend aan een belangrijke onderdeel van de functie, namelijk het begeleiden van het besluitvormingsproces in de Zakenvergaderingen en het vastleggen van het gevoelen van de Zakenvergadering. Hierbij is het algemene gevoelen van de samenkomende Vrienden in dit besluit geleid te worden door de Geest leidend.
Of het nu een grote of een kleine Maand- of Jaarvergadering betreft, het goed bewaren van stukken, met name Minuten, is van groot belang. Het minutenboek is een belangrijk document en wordt te zijner tijd ook een historisch document dat inzicht verschaft in de ontwikkeling van die groep Vrienden.

Kleinere Jaarvergaderingen hebben vaak moeite om voor alle taken Vrienden te vinden die deze goed kunnen vervullen. Vaak hebben die Vrienden ook nog eens een druk beroeps- en familieleven. Daarom streven we ernaar de organisatiestructuur zo eenvoudig mogelijk te houden. Vandaag de dag kan moderne technologie ons hierbij ook vaak een handje helpen. Omdat wij de gewoonte hebben minuten ter plekke schriftelijk vast te leggen kunnen er echter dringende vraagtekens worden gezet bij het gebruik van Skype en e-mail.

De Nederlandse Jaarvergadering is een erkend kerkgenootschap en als zodanig lid van de Raad van Kerken in Nederland.
De Nederlandse Jaarvergadering oefent geen directe invloed uit op de politiek, maar doet dit via de Raad van Kerken in Nederland en de volgende non-gouvernementele organisaties, te weten de Quakerraad voor Europese Aangelegenheden en de Quaker United Nations Office.

Er zijn twee dingen, zonder welke een Quakergemeenschap nimmer zal kunnen stellen: eenheid in God en gemeenschap met elkaar. Beide beleven wij in onze stille wijdingssamenkomsten. Zou de eenheid in God geen ervaarbare eenheid zijn, dan zou de voornaamste grond voor het bestaan van ons Genootschap zijn verdwenen. En de ervaring van deze eenheid is tevens de ervaring van de gemeenschap der mensen.

Adolf Woldendorp, 1958.

Het was George Fox, die eenmaal getuigde:
‘Een ware kerk is geen gebouw, doch een gemeenschap van Gods kinderen, in Zijn Liefde verenigd.’
Het is deze kleine gemeenschap die wij steeds weer opnieuw trachten te zijn, die ik danken wil voor alle steun, liefde en begrip uit alle richtingen ontvangen…
Jo Hofman, 1959.

Quaker meetings en ook de mensen waaruit ze bestaan verschillen van karakter op elk tijdstip, zowel als in de loop der tijden. Sommige perioden zijn vervuld van groei en naar buitengerichte activiteiten. In andere is dat in mindere mate het geval. Misschien zelfs als men zucht onder de inspanningen om vroeger begonnen werken in hun uiterlijke vormen in stand te houden.

Dit brengt ons tot de vraag: Waar staan we vandaag ten opzichte van het geloof en de werken. Gaan we van de juiste volgorde uit: eerst het geloof, dan de werken? Of zetten we werk voort dat ontstaan en drijvende kracht dankte aan het geloof van degenen die ermee begonnen?
Als we in een toestand verkeren waarin de meeting meer taken heeft te verzetten dan er mensen zijn om uit te voeren, of als we meer doeleinden willen nastreven dan we kunnen volhouden, dan is ernstig zelfonderzoek geboden. Misschien moet ons geloof worden versterkt door meer eigen voorbereiding van elk lid van de groep.

Frank Blackwell, 1983.

Er is door verwonderde buitenstaanders, die keken naar het Religieus Genootschap der Vrienden, wel eens gezegd: als je je een geloofsgemeenschap indenkt, door een aantal vrienden opgericht, een gemeenschap die geen bestuur heeft, geen geloofsbelijdenis, geen dogma’s, geen voorgangers in de eredienst, waar nooit wordt gestemd over te nemen besluiten, dan kun je toch niet anders verwachten dan dat zo’n gemeenschap, al is zij nog zo enthousiast en eensgezind begonnen, onmogelijk kan blijven bestaan, maar binnen korte tijd letterlijk spoorloos zal verdwijnen. En nu bestaat het moedergenootschap al ruim drie eeuwen en onze Jaarvergadering al ruim een halve eeuw.
Anton Kalff, 1988.

De organisatie is een noodzakelijk kwaad om de beweging gaande te houden. Maar het levensgrote risico is dat de organisatie de beweging verlamt door dwingende regelgeving, zeg maar de letter die doodt, terwijl de Geest levend maakt. En de Geest is niet in een organisatie te vangen… We hebben veelal geprobeerd conflicten op te lossen door goede afspraken te maken over te volgen procedures. Maar daarmee komen we in de sfeer van het contract. De regeltjes die we dienen na te leven en waar we elkaar op controleren. En als de regels belangrijker worden dan de vriendschap, als we elkaar pijn gaan doen en beschadigen met al onze regels, dan zijn we op de verkeerde weg…

Maar daar zit het echte probleem niet. Als we als Vrienden met elkaar Vrienden willen zijn, en ons door de Geest laten leiden, dan komen we daar wel uit, en kunnen, als dat nodig is, ook wel correcties in onze organisatiestructuur aanbrengen.
Peter Spreij, 2002.

<– Vorige: 6.3 Gesprek vanuit de stilte
Volgende: 6.5 Lidmaatschap –>

Inhoud