5.6 Natuur, milieu en duurzaamheid

Zorg voor natuur en zorg voor milieu zijn belangrijk bij Quakers. Zij hebben een lange traditie op dit gebied. Zo noemde William Penn George Fox een “gelovige natuurliefhebber”. Hij was tegen jagen en valkenieren en stimuleerde jonge mensen tot het bestuderen van de natuur. In de visie van Fox openbaarde God zich niet alleen in zijn ‘Woorden, maar ook in zijn Werken’, dat wil zeggen in de wonderbaarlijke pracht van de schepping. ‘Zeggen dat we God liefhebben en tegelijkertijd wreedheden begaan tegen de minste van Zijn schepselen is een tegenstelling in zichzelf ’ zie John Woolman.

In de Bijbel geldt de regenboog als teken van Gods eeuwige verbondenheid met de hele schepping: ‘Dit zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb’ (Genesis 9:17).

Ondanks het feit dat Quakers in het zeventiende-eeuwse Engeland niet toegelaten werden tot universitaire studies telde het Genootschap toch vele grote natuurwetenschappers, bijvoorbeeld: John Barton, William Barton, Thomas Lawson, William Curtis, Peter Collinson, John Fothergill. en zo voer Sydney Parkinson mee als natuurvorser op het schip Endeavour tijdens de ontdekkingsreis van Captain Cook in de Stille Zuidzee.

Alle studie en onderzoek deden en doen Quakers beseffen dat zij onlosmakelijk verbonden zijn met de schepping en daar dus zorg voor horen te dragen. Al in de achttiende eeuw zei Woolman dat wat de aarde voortbrengt een gift is van onze Schepper aan de bewoners en dat roofbouw plegen en de aarde uitputten schade toebrengt aan de schepping en voor de komende generaties. Onze niet te stillen honger naar grondstoffen put de aarde uit. Die hebzucht geeft aanleiding to klimaatverandering en oorlog.

Door de begrippen milieu en omgeving wordt gesuggereerd dat de mens centraal staat en zonder meer kan heersen over de natuur. Wij mensen zijn echter een deel van het wereldomspannende netwerk van leven en zijn daar niet alleen afhankelijk van, maar ook verantwoordelijk voor. Veel soorten planten en dieren zijn al uitgestorven en nog meer worden bedreigd met uitsterven. Dat mogen we niet laten gebeuren. We dienen ons te realiseren dat dit vooral voor rekening komt van de geïndustrialiseerde landen op het noordelijk halfrond komt. Dat geeft Quakers wonend in dat deel van de wereld een bijzondere verantwoordelijkheid om er toe bij te dragen die negatieve ontwikkelingen te keren.

Het is dus nodig een ander economisch beleid en een duurzame levensstijl te ontwikkelen met het oog op de toekomst van de aarde.

In Overwegingen en Vragen wordt het zo gezegd:

Probeer sober te leven. Een vrijwillig gekozen eenvoudige levensstijl kan een bron van kracht zijn. Laat je niet ompraten om te kopen wat je niet nodig hebt, en zeker niet wat je je niet kunt veroorloven. Houd je je op de hoogte van de gevolgen die jouw levensstijl kan hebben voor de economie en het milieu wereldwijd?
(O&V, nr. 41)

De wereld behoort niet aan ons en de schatten van deze aarde zijn niet de onze om er naar willekeur over te beschikken. Behandel alle schepselen met liefdevolle eerbied. Probeer de schoonheid en verscheidenheid in de wereld te behouden. Werk eraan dat onze toenemende macht over de natuur op een verantwoorde manier en met eerbied voor het leven wordt uitgeoefend. Verheug je in de glorie van Gods voortgaande schepping.

(O&V, nr. 42)

De schoonheid en verscheidenheid van de natuur, de oneindigheid van de ruimte en de opeenvolging van de jaargetijden en van dag en nacht laten niet na telkens weer diepe indruk op ons mensen te maken.
Britse JV, 1925.

Erkennend dat wij deel uitmaken van een samenleving waarvan wij genieten en die in zeker mate ons dagelijks leven bepaalt, voelden wij toch de noodzaak van kritiek op de wijdverbreide consumptieve levenshouding, een kritiek die perspectief kan openen op een meer wezenlijke vrijheid.

Laten wij kieskeurig zijn in de behoeften die we willen bevredigen, opdat we ruimte krijgen om onze opdracht beter te vervullen.Want de ware discipline is het streven een beter discipel van Jezus te zijn, en anderen te helpen op die weg.
Zendbrief Nederlandse Jaarvergadering, 1971.

Het zijn de economische verhoudingen, die de oorzaak zijn van veel van het onrecht in de wereld, het zijn de belangen van onze industrieën waarvoor volkeren verdrukt worden, waarvoor we water en lucht vervuilen, ons milieu kapot maken. Geld, ogenschijnlijk een neutraal ruilmiddel, speelt een enorme rol. Geld is macht.
In dit licht bezien is het geen wonder dat er velen zijn, zowel in ons genootschap als in andere jaarvergaderingen en kerkgenootschappen, die verontrust zijn over de wijze waarop wij geld beheren en verkrijgen. Dit is geen kwestie van financiële deskundigen alleen – het is niet eerlijk deze verantwoordelijkheid alleen op hun schouders te laden – dit is iets waarvoor iedere Vriend persoonlijk verantwoordelijk is. Het is verdrietig te zien hoe onvriendelijk wij tegenover elkaar komen te staan als dit probleem aan de orde is. Ook dat behoort dus tot de macht van het geld; onenigheid zaaien tussen vrienden.
Peter Spreij, 1974 .

Zonder er bij stil te staan plegen wij roofbouw op de aarde en “exploiteren” wij elkaar. Zodoende reduceren wij de natuur en onze medemensen tot object. Steeds duidelijker tekenen de met deze levensstijl samenhangende vernietigende tendensen zich af: de alarmerend toenemende milieuaantasting, de schrijnend toenemende inkomensverschillen, de door bewapening schokkend toenemende kapitaalsvernietiging. Daarbij dienen we ons vooral te realiseren dat deze “ontwikkelingen” complexe samenhangen vertonen én in strijd zijn met de roeping waardoor wij ons gegrepen zouden moeten weten. Navolging van Jezus betekent dat wij ons moeten bekeren van deze heilloze weg van (zelf)vernietiging, dat wij ons moeten verzetten tegen deze ontheiliging van Gods scheppingswerk.

Kees Nieuwerth, 1988

Ons overnemen van de oproep van de Wereldraad van Kerken tot Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de Schepping komt voort uit ons geloof en kan er niet van gescheiden worden. Dit daagt ons uit om opnieuw naar onze levensstijl te kijken en onze prioriteiten te stellen en doet ons de waarheid van Gandhi’ s woorden beseffen: ‘Zij die zeggen dat religie niets met politiek van doen heeft weten niet wat religie betekent.’ De natuurlijke hulpbronnen van de aarde moeten bewaard en evenwichtiger gedeeld worden en, omdat wij een integraal deel van de schepping zijn, is dit onze verantwoordelijkheid’.

Britse JV, 1989

In antwoord op Gods liefde houden wij ons bezig met de herbezinning op onze eeuwenoude Quaker getuigenissen, in voorbereiding op de Triennial in Birmingham.
Meer dan ooit roept deze tijd ons op die getuigenissen in ons persoonlijk en maatschappelijk leven waar te maken.

Gezien de actualiteit van de zorgwekkende ontwikkelingen op het gebied van natuur en milieu in deze eeuw, willen we naast waarheid, gelijkheid, vredelievendheid, eenvoud van leven en sociale gerechtigheid “duurzame ontwikkeling” aan onze getuigenissen toevoegen.
Zendbrief Nederlandse Jaarvergadering, 1997 (redactie)

In 1988 nam de Nederlandse Jaarvergadering een minuut aan waarin onze vertegenwoordiger de Driejaarlijkse wereldbijeenkomst in Japan de dringende vraag te stellen om het thema van het oecumenisch conciliair proces – Gerechtigheid, Vrede en de Heelheid van de Schepping – een belangrijk onderdeel te maken van de activiteiten van FWCC voor de komende jaren. Wie zijn wij dat we deze werken van God dreigen te vernietigen? Ze behoren niet aan ons, maar wij maken er deel van uit. Wij zijn een deel van de door God gegeven schepping. Wij zijn geroepen tot goed rentmeesterschap teneinde de heelheid van de Schepping in stand te houden..

Peter Spreij, 1997.

Wij doen een beroep op in het bijzonder Vrienden in de geïndustrialiseerde wereld:

  • te overwegen hoe wij onze levensstijl zouden moeten veranderen. Laten we eraan denken dat wij verrijkt kunnen worden door een eenvoudiger en minder verspillende manier van leven. In het bijzonder om:
  • te helpen de atmosfeer te beschermen door ons gebruik van fossiele brandstoffen aanmerkelijk te beperken;
  • ons gebruik van natuurlijke hulpbronnen te beperken tot datgene wat werkelijk duurzaam is. We realiseren ons dat dit voor velen van ons zal betekenen dat we onze materiele consumptie aanmerkelijk verminderen. Peter Spreij, 1998. Wij geloven dat het van vitaal belang is dat we de bedreiging van het leven op aarde door de aantasting van het milieu aan de orde stellen. We geloven dat we een verplichting tot verantwoord rentmeesterschap hebben voor Gods schepping, alhoewel we erkennen dat we daarin niet altijd volledig slagen. Wanneer we de natuurlijke omgeving en haar schepselen schade toebrengen, beschadigen we Gods schepping. Eerbied voor menselijk leven kan niet gescheiden worden van het handhaven van de integriteit en gezondheid van de ecologie van onze planeet.

Concurrentie om land, water en andere kostbare grondstoffen leidt tot oorlogen en ecologische rampen. Roofbouw op en misbruik van natuurlijke hulpbronnen is niet duurzaam
Wij roepen alle volkeren en regeringen van de wereld op de gelijkwaardigheid van alle mensen en de integriteit van de natuur te erkennen en samen te werken voor het algemeen belang van de hele wereldgemeenschap.

We besluiten om naar aanleiding van de behoeften van de hele aarde om met Gods hulp onze levensstijl te onderzoeken en samen te werken bij het nemen van stappen naar een duurzaam leven voor allen.
Driejaarlijkse wereldbijeenkomst, Dublin, 2007.

Terug naar inhoudsopgave

<== 5.5  Vredesopvoeding
5.7 Quakers en de kinsten ==>