bij de Vredesvlam van het Vredespaleis
door Willem Furnée
Eind 19e eeuw was in Europa een soort wapenwedloop aan de gang. Tsaar Nicolaas II kwam met het voorstel deze wedloop te staken en met elkaar aan de conferentietafel te gaan zitten. Dat achtte hij de beste weg naar wereldvrede, welvaart en welzijn van de mensheid.
Hij vond geen gehoor bij de andere landen. Zij wantrouwden de Tsaar omdat deze ook fors in defensie had geïnvesteerd. De Verenigde Staten lieten als eerste hun achterdocht varen en schaarden zich achter het voorstel van Nicolaas. De andere landen volgden en zij besloten met elkaar in gesprek te gaan.
Dit leidde tot de eerste conferentie in Den Haag.
De Amerikaanse miljonair Carnegie vond dat de vredesconferenties in een stijlvol gebouw gehouden moesten worden en schonk ‘s-Gravenhage het Vredespaleis. De eerste steen werd gelegd na afloop van de tweede Vredesconferentie in 1907.
Met de vredelievende Tsaar liep het slecht af. Hij werd in 1918 tijdens de revolutie in Rusland door aanhangers van Lenin vermoord.
Moge dit geschiedenislesje ons eraan herinneren dat we niet alle Russen over één kam mogen scheren. Ook nu zijn veel Russen ongewild slachtoffer van de oorlog tegen Oekraïne.
Onze vijanden zijn vaak onze beste leermeesters.
Zo kunnen wij van Poetin leren wat er misgaat als iemand zich terugtrekt in een cocon en van daaruit alles in het werk stelt de wereld naar eigen hand te zetten. Herkennen we dit verschijnsel in onze samenleving? En misschien ook wel in ons zelf? Religies roepen ons op om uit onze cocon te kruipen, verbinding met de ander te zoeken en liefdevol te reageren op dat wat ons toevalt. Enkele voorbeelden:
De Koran pleit voor het nastreven van zowel innerlijke vrede als vrede met mensen, dieren en de natuurlijke omgeving waarin we leven.
De Bijbel roept ons op onze vijanden lief te hebben.
De Bhagavad-Gita leert ons dat Krishna de weldoener en vriend is van alle wezens. Wanneer alle mensen dit beseffen en daar naar leven zal er vrede zijn.
De Bijbel roept ons op onze naastenliefde te tonen door méér te geven dan van ons gevraagd wordt. Als iemand je vraagt één kilometer mee te lopen, 8 loop er dan twee mee.
Keer iemand die jou op de rechter wang slaat, ook de linker toe. Bid voor je vijanden. Het Vrederijk waar heilige geschriften naar verwijzen daalt niet uit de hemel neer maar wordt ervaren en gevestigd waar mensen aandachtig, zonder te oordelen en met een ontvankelijk hart naar elkaar luisteren. Niet alleen met de oren maar vooral met het hart. Een luisteren dat dieper reikt dan de woorden die gesproken worden. Richt je aandacht op de bron waar de woorden vandaan komen: Vreugde, Verdriet, Trauma’s, Angst, Woede, Wanhoop, Teleurstelling. Laten we bidden voor vrede, onze verantwoordelijkheid nemen als vredestichters en ons oefenen in naastenliefde. Niet alleen met betrekking tot onze vrienden, maar juist ook voor onze vijanden. Zij zijn onze beste leermeesters.
Tot slot een paar raadgevingen van vredestichters: Jezus: Heb je vijanden lief en zegen wie je vervloeken. Desmond Tutu: Als je vrede wilt dan praat je niet met je vrienden maar met je vijanden. Gandhi: Zoals een mens zijn eigen natuur verandert, zo verandert ook de houding van de wereld ten opzichte van deze mens. Dit is het opperste goddelijke mysterie. Een wonderbaarlijk iets is het en het is de bron van ons geluk. We hoeven niet te wachten om te zien wat anderen doen.